'■ili
1488 andere voordeelen , maar hy hieldt
hen , by zoodaanig een geval , verplichr
'i
om den Vlaamingen onderftand
te verfchaffen , en zieh zelven van
’t beftier der Landen vervallen te
zyn. Dit zoude door den Paus ,
den Keizer , de zeven Keurvorften
, de Heeren van den Bloede
zyner Vrouwe , de Staaten der Nederlanden
, de Biflchoppen van U-
trecht en Luik , en den Hertog van
Kleef fchriftlyk beveftigd worden ; gelyk
het onmiddelyk door Maximiliaan
( i ) bezwooren, en door verfcheidene
Nederlandfche Staaten bezegeld
wierdt.
Naadat he t w e r k dus z y n b e ila g
g ek re eg en , en d e R o om ic h k o n in g
omtren t drie maanden g ev an g en ge-
ze e ten hadt , nam h y z y n a f f c h e id ,
en b e g a f z ie h naar M a a le , daar de
tenten zyn e r Volkeren n ee rg efla ag en
:■) nie
£ xcdl.
Chron.
Viaand.
fol. z j i .
verfo.
waren , en hy met vreugde ontfan-
gen wierdt.. Geen mindere blydfchap
was ’er by die van Gend , toen zy
het dreigende gevaar doorgeworfteld ,
cn daaraf verzekerd meendeji te zyn ,
doordien Philips van Kleef by hen in
g5'zcling kwam. De anderen bleeven
te Brugge , alwaar men God , voor
deeze betoonde genade , zoo in de
Kerken , als in de daartoe aangeftel-
: de ommegangen , openlyk dankte.
I Voorts wierden ’er , om de vrolyk-
I heid te doen doorftraalen , verfchei-
dene fpelen aangeregt ; zulks men
niet alleen in Vlaandre , maar ook
in andere oorden des Lands , daar-
' men den Vreede, die algemeen was.,
verkondigd hadt, de uitgeftaane fmer-
j te thans door eenen heugelyken lach
! waande verdreeven te zyn. By wel-
j ke verandering ik meene dat dees
i legpenning gemunt i s ,
D e V ro uw , welkc op dc voorzyde gezeten is , zal ’er moogelyk voor ’t Land van Vlaandre
gefteld zyn , ontfangendc van den Landheer , die ’er door lict Manlyke bedd , dat
nevens haar ftaa t, fchynt afgefchetft, de voorwaarde dcs Vreedes in eene banderol, van wclke
ik den zin der letteren niet zoowel heb können ontdekken als van dit omfchrift ;
T E M P O R A L E T O T R I S T I A R I S V T E M P E R A . 1488.
M J A T I G D E B E D R O E F D E T Y D E N M E T E E N E N
F R O L Y K E N LACH. 1488.
D e keerzyde vertoont ons het afbeeldfel van den dood, w dk c door vier Slangen gcprifc-
k d d en geknaagd wordt, met inzigt om door deeze gedaante dc boozcn uit vreeze voor de
ftraffe, w d k c dees hen dry gt, in tugt te houden , om dus den Vreede cn dc Eendragt
voortaan ongefchonden tc bewaaren; o f anders het einde te vreezen, dat hen dit randfc-hrift
voorfpelt >
H E V S Q V I D G E S T I S , E N H I C T E M A N E T E X I T V S . 88.
H O O R H I E R J F A T F E R H E Ü G D GY U , Z I E D I T
E I N D E W A G T O P U. 88.
Naauwelyks hadt de lang gewenfchte
ruft de harten der Landzaaten met
vleijende hoope vervuld , of eene
zwaare buy , die uit 'Duitsland op-
kwaro,
/,) Die
•Cbioniia
C od lc n
à . J i t
U n.
heipares
Chton.
San
iVlaanä.
iliS.
kwam , floeg alle vreugd ter neder;
wandt toen Keizer Frederik kennis
kreeg, hoe .onbezonne hfet Vlaamfche
Volk met den Roomfchkoning om-
fprong , en daaruit. genoeg bevroedde ,
dat ’er van dien Landaard luttel befchei-
denheid voor ’t gekroonde hoofd zyns
Zoons te wagten w'as , deedt hy
zonder toeven zulks alom door Duitsland
bekend maaken , eh t’ evens
alle Vorften , Heeren , Steden en
Onderdaanen des Ryks , zoo Geeftlyken
( i ) als Waereldlyken., te hulpe
roepen , om binnen zekeren tyd tot
het verloffen des gevangen Konings ,
en het ftraffen van de moedwillige
Vlaamingen , nevens hem op te trekken.'
Hierdoor geraakte het geheele
Land in beweeging , en veele Vorften
en Stenden in de wapenen : anderen
, welken in Perfoon niet volgden
, beftelden echter hunne krygsknegten
aan den Keizer , die dus
met een ftrydbaar Leger van omtrent
tienduizend mannen , W'ier derdedeel
nit Ruiteren beftondt , nog Voor het
uitloopen van Bloeimaand in Nederland
tradt.
Onderwylen waren de benden van
den Roomfchkoning , niet alleen door
de bczettelingen zommiger Steden ,
maar daarenboven nog door A lb e rt,
Hertog van Sakfen , die met de zynen
op ’s Keizers .bevel voorheen
ftreefde , magtig verfterkt geworden :
des de Bruggcnaaren (x ) W'aanden
de toevloed dier meenigte tot hun
naadeel belchikt te zyn , en dus te
vafter vermoedden , dat de rook en
de vlam , die men ledert van eenige
Landhuizen zag opgaan , door dit
Volk geftigt was ; dierhalven hunne
Gelaftigden naar den Roomfchkoning
verzonden, hem biddende zynen dieren
eed te W'illen gedenken. Dees
gaf tot antwoord geen andere gedachten
te hebben dan dien te onderhouden
, en , ZOO zy ’t begeerden ,
dat. het fügten van den brand door 148Ä
zyne knegten niet bedreeven was , “
inaar door het volk .van Breidcl den
Foreftier van Brugge , en van eenen
Baftevelde , welken zieh , ' met zes-
hondei-d verloopcne Bruggcnaaren , by
hem aangebooden hadden, doch t’ evens
afgeweezen waren ; ja hy beloofde
den Gelaftigden het Land van dien
kwaaden hoop te veiligcn , byaldien
men zyne geboeide Edellieden , binnen
vier dagen , uit de gevangenis-
fe ontflaan , en aan Albert, Hertog
van Sakfen, de onkofte zyner
reize voldoen wilde ; ’t w'elke de Ge-
zanten- op zieh namen om voor te
ftellen. 1
T o en de begeerte van Maximiliaan
nog verder ging , en hy insgelyks de
ontflaaging der Pandslieden verzogt,
zoo is hem dit onmiddelyk gewei-
gerd , en het voorgaande in beden-
kinge gebleeven , door de overkoomil
van Keizer Frederik , die federt met
hulpe der Duitfche Vorften , w'yl zy
den afgeperften V re ed e , (zoo men
dien noemde) niet goedkeurden ,
den Roomfclikoning te Mechefe van
zyn befluit aftrok , cn het verdere
afkondigen van den pais ver-
faoodt. Hierop bragt de Keizer zyn
Leger , nog door eenige Nederlanders
vergroot zynde , in het laatfte
van Bloeimaand , te Evergem ; van
waar hy zynen Heraud (3 ) naar (3) Har*i
Gend , omtrent eene myl w e g s , af- f i ” '-
vaardigde , en den Stedelingen deedt Tpm . i .
gebicden , zy zouden hem als Opper-
heer van de Overfcheldefche heerfchappye
bereid te zyn den zelfden nogmaal te
vernieuw'en. Wyders verklaarde hy , | te plaatfen.
erkennen en aanneemen ,
voorts alle de gevangene Edellieden, '
en inzonderheid den Kancelier Carondelet,
in vryheid ftellen. Vermids
ons zulk een aanzienlyk geval van
dien Staatsman , welke bereids agt
jaaren dat gewigtig ampt onder Maximiliaan
bekleed hadt, voorkoomt, zoo
dunkt my gevoeglyk zynen penning,
fchoon vroeger gemaakt, echter hier
E e e Hy
't.d'
Ml
If
■T •»
Iré
■: i i i
i;
1 ririlS
!
I i
b '
:A'
" i l