T m w
I ¡ I f f ' ’'
'I i l 'â !
I
Ilii
i 6 t H I S T O R I D E R
1481
( i ) Gout-
hûcven
Chron.
van Holl.
fol. 519.
(1) Rey-
gersber.
gen
Chron.
van Zee:
land door
Boxhorn
II. deel
pag. 303.
In welken tuflchen tyd de drie
deelen van Vlaandre zieh tot de on-
derlinge befcherming naauwer verbonden
hebbende , deeden den Aardshertog
, op de beftemde dagvaart te
Gend, omftandig verflag , dat zy be-
rcid waren om hem , volgens zyn
voorftel, cendragtiglyk te ontfangen ,
onder beding nogtans, dat de voogdy
niet langer , dan tot hunne weder-
roeping beftaan, en , als zy het oor-
baar dachten, die, ftraks weder ge-
eindigd weezen zoude ; hierenboven
nog zoude Maximiliaan moeten
belooven , niets , hoe het ook genaamd
mogt Worden , zonder hunne
kennifle te zullen verrigten , omdat
h y , te jong van jaaren en te zagt
van aard zynde , teveel naar den
raad luifterde van fommigen , die
hun byzonder voordeel in ’t verderf
des gemeenen Lands zogten ; daar
zy ftraks eenigen van noemden, en
voorts van der zelver ampten ontfloegen.
’t Gene den Aardshertog
dermaate vergramde , dat hy onmiddelyk
naar Brugge en eerlang ook
naar Ypcre vertrok, en aldaar zynen
tyd en zynen arbeid insgelyks vrugtloos
verfpild hebbende is h y , op
het verzoek der Hollanderen, welken
zoo door gebuurige als inwendige
onftuimigheden allengs meer
geflingerd wierden , omtrent Bloeimaand
op de dagvaart in ’s Graa-
venhaage ( i ) verfcheenen. Toen Engelbert
van Nauflbu zyner Slot-
voogdye van Gouda ontflaagen , en
Jan van Cats weder in dat ampt aangefteld
was , is Maximiliaan kort
daarnaa, door het vermoogen der Kabeljauwfen
in Holland , wyders ook
in ( z ) Zeeland, en een gedeelte van
Vriefland , uit den naam zyns Zoons,
tot Landvoogd aangenoomen.
De Hoekfen, die hierdoor meeft
verdrukt o f verdreeven raakten, hadden
zieh ten deelen binnen Utrecht
verfteeken , cn ondertuflchen met die
Stedelingen midsgaders andere Stiftfen
aangefpannen , om met hulpe van
eenige fchepen de Stad Dordrecht
te (■ 3 ) overweldigen ; maar het ge- 1.^5,
ty op hunne aankoomft reeds ver- ¡ [ jj;
loopen zynde , deedt , tot geen
geringe bekommernis der ondernee- drect“'
meren, die niet zonder haperinge te
rug keerden, deezen ftouten aanflag
zoowel niet gelukken als den togt
naar Viane , wellte omtrent dien tyd
insgelyks voorviel. Wandt , fchoon
de Heer van Brederode zieh toen
in den twift onzydig droeg , zoo
verhinderde dit den Utrechtfen niet,
dat zy die Stad by verraiTmg inkreegen
en (4) eenige maanden bezet hiel- (4) Goe,
dcii ! doch,door verzuim van’t tydige cSJ
betaalen des opperften aanvoerders, j .
zoo wierdt de Stad Viane aan den
Heer van Brederode, als wetdgen ci-
genaar, voor zesduizend guldens weder
overgegeeven.
Wyl Holland dus door de Stiftfen
in magtige beweeging ftondt,
zoo vervtelen die van Hoorn in by-’
ftere ibibbelingen , vermids de Hoekfen
, welken in die Stad alleen het
gezag voerden , van ’t beftier ontzet
en de ( ? ) Kabeljauwfen, doorftiWi
’t beleid des Stadhouders Lalein,
aan ’t roer der regeeringe gefteld fi“ “'
wierden. Zulks de wind, aldaar ge-
keerd zynde , de Hoekfen met ge-
fpanne zeilen uit de Stad d reef,
en zoolang buiten hieldt, tot z y , naa
ruime beraading de kans fchoon ziende
, met kleine hulpe van vreemden,
de veften bekroopen, en de Stad
omtrent het begin van Hooimaand
weder in hun geweld kreegen : maar’t
was van zoo korten duur, dat ,
op het gerügt dier koenheid , de
Stadhouder Lalein, met een magtigen
hoop volks, onmiddelyk derwaart
rukte , e n , op den twintigften der
zelfder maand , die wederom , met
zoodaanige hitte van moorden en
(6 ) plonderen, vermeefterde, d atlflv*
noch, zwakheid van kunne , noch
verfchil des ouderdoms niemand in ""J",,
den eerften aanval bevelligde ; ja de ^
roofzjgt der krygsknegten liep zooverre,
dat geen gewyde noch onge-
wyde zaaken verfchoond bleeven.
Als
N EDE R L AN DS CHE VO R S T EN . I I I . B o d .
[1) G o u t- a:
(1) Hed®
Hift. E -
pifc. Tra-
)e â .fo l.
yj.&feq.
(}) G ou t- kocvcii
Chron,
Î """■
Als dus de Stad op den oeyer haars
ondergangs gebragt , en dat ’er nog
eene Sterkte , die haar en ganfch
Weftvrieftand beteugelen zoude, ge-
boud was , zyn de krygsknegten
afgetrokken ; en dewyl fommigen der
zelven de geroofde goederen te
Haarlem veilden , ontftondt ’er door
fcherpe woorden zoo bittere verbol-
genhcid met de ( i ) Stedelingen ,
dat deezen veelen der knegten om
’t leeven bragten , en ’t zou ’er
moogelyk al gekleeft hebben, zoo
de Regeerders niet tydig , door ’t
vermoogen huns gezags , den ontftooken
brand gebluft hadden.
Geduurende het knaagen van dien
inwendigen twift , wakkerde de vyandlykheid
■ der Stiftien magtig aan ;
wandt, onaangezien de fcherpe ver-
maaningen van den Paus, die hen,
tot herftelling van Biflchop David,
met den Kerklyken ban ( z ) en vloek
dreigde, zoo hadden zy echter, door
onderftand des Hertogen van Kleef,
omtrent tienduizend mannen te velde,
en voor Yfelftein gebragt , om , naa
het dwingen dier Stad, geheel Holland
längs dien kant af te loopen.
Zulks de Stadhouder Lalein , om
het naakende verderf af te weeren,
ftraks zyne krygsmagt, die uit Hol-
ianderen , Waalen en Duitfen beftondt,
naar den vyand voerde ; waardoor
de Stiftfen op zyne aankoomft,
zoo door de vrees als onderlinge
verdeeldheid , het beleg verlieten , en
met agccrlaaten van veel gefchuts de
vlugt naar Utrecht namen, dus den
Stadhouder gelegenheid verfchafte ,
om, het Slot Vronenftein overmee-
fterd zynde, het Blokhuis (3 ) op de
nieuwe vaart , daar de Hollanders
in ’t voorgaande jaar ver-
firooid raakten , in te fluiten , en
met zooveel gewelds te beftor-
men, dat Hopman Jan van Alfen,
die het bevel van binnen voerde,
eindelyk in '’t laatfte van Herfftmaand
tot de overgaaf gedwongen wierdt.
Waarop , de Sterkte tot den grond
de fluizen afgebrooken, en
de vaart geftopt zynde , het leger, 148»
om den naderenden winter, is ge-
fcheiden geworden.
Hoe hoi de oneenigheid dit jaar in de
Nederlanden ging , nog haglyker liep-
ze by de Luikfen , vermids Willem
vander Mark , die van den Biflchop
Borbon tot de waardigfte ampten
verheven was , om zynen ongeruften
geeft uit Luik verjaagd zynde, met
omtrent tweeduizend waaghalzen te-
(4 ) keerde , den Biflchop met (q nie
de zynen tegen hem uitgetrokken “£0«
verfloeg , de Stad ten berterve der
Stedehngen overweldigde , en de Ka-
nonniken dwong zynen Zoon op den
den BilTchoplyken Zetel te ftellen.
Als dit den Aardshertog in ’t oor
woei , zyn onmiddelyk de Brabanders
, die ten deelen onder het Geeftlyke
gebied van ’t Luikfche Bisdom
behoorden, en van welken hy
in het midden van Hooimaand tot
Voogd ( ? ) zyner Kinderen en des (i)Harai
Lands verklaard wa s, in de wapenen
gebragt , en by des Aardshertogen "
overige Krygsbenden gevoegd gewor-
den , wyl men niet ongegrond
vreesde, dat de Koning van 'Vrankryk
dit vuur zoude aanftooken :
dierhalven viel men met alle geweld
ftraks op de naaftgelegene Steden
, ’t gene wel haaft S'. Trui-
je , HaflTelt en Tongere deedt bukken
, en de Zetelftad Luik gelyke
rampen beloofde , byaldien de op-
geworpe Stadvoogd , door heimelyke
middelen , dien oorlog niet hadt
weeten te ontleggen,
Dit alles mogt hem echter niet
baaten ; omdat zyne dwingelandy
veelen der Kapittelaaren naar Loven
deedt wyken , van welken fommigen
, wyl zy in twee deelen gefcheiden
waren , Jan van Hoorn, anderen
nogtans Jacob van Croy tot
BilTchop verkoozen , en de kern" aan
den Paus lieten; die , naa omtrent
twee jaaren beraadens , eindelyk den
eerftgemelden den ( 6) Myter , en (<') Rs-
des zelfs mededinger eene jaarwedde
van agtienhonderd goude
Schilden
Ss 1 toe- ’
Ik M l “
¡ft ' I;,if
I