’ 'V ' ¡ I flí
hg l - l l ' í íS
L : r i s t-feí!
L í; ¡iré tai
t i "i í!
r w ■’ !
B W
! i i i
82 H I
S T O R I D E R
1460 te worden, ftraks zyne Edelen en
Hovelingen beval , hem in dit gebrek
tc gemoet te koomen en hierin
te volgen. Deswege zag men te
Bruffel, op eenen dag, omtrent vyf-
. honderd Edelliedcn , ^ uit achtinge voor
den V o r ft, hun hoofd van ’t natuur-
’ lyke hair ontblooten, en de overigen des
A de ls , zelfs in andere Steden , dit
i insgelyk gehoorzaamen. ’t Welke toen
betachlyk cn laftig fcheen, fchoon het
federt van alle zyde gevolgd en aangenoomen
wierdt.
De Hertog met veel plechtigheid
14dl de vergaaring der Guldevlies Ordere te
' " S'. Omer voltrokken hebbende, kreeg
■ tyding, dat Karel de Zevende, Koning
van Vrankryk , ' op den tweeentwin-
(i)Cliroii. tigften van ( i ) -Hooimaand , het fterf-
S ^ i s - l y k e deel hadt iafgelegt , laatende wel
"■ twee Zoonen Lodewyk ei\ Karel ,
maar de opvolging tot de Kroon alleen
aan den Dolfyn , den eerftgemelden
en oudften Z o o n , agter.
Welke , zieh , voor den haat zyns
Vaders , omtrent vyf jaaren by den
Hertog van Borgonje verfteeken hebbende,
thans met'geen geringe vreugde
die boodfchap ontfing.
Des de Hertog , om zynen Neef
den Dolfyn, wiens Moeije zyne eerfte
Vrouwe was, in de bezittinge van den
Franfchen troon te ftellen , eene ge-
vveldige meenigte van Edellieden op de
been bragt. Dus met zynen Zoon
den Graaf van Charlois, die wegens
des zelfs eerfte Gemaalin Zwager
van den Dolfyn was , verzeld met
omtrent vierduizend van de voornaam-
(•)Hia.ae fte (2 ) Landzaaten , ryklyk uitge-
doft , hem naar Reims geleidde om
thieu pa
66. gezalfd te worden. ' Doch aleer de
aanftaande Koning tot de gewoone
plechtigheid toetrat , begeerde dees
. vooraf van den Borgonjer Ridder gemaakt
te worden , tot dat einde den
zelven zynen degen overgeevende
wierdt hem door die hand den
vereifchte flag in den nek toegebragt,
Gelyk dees wederom naa het voltrekken
der Krooninge , den Koning ,
Amaf Leenheer, manfchap (3 ) beloofde
voor het Hertogdom van Borgonje en 1461
de Graaffchappen van ■ Vlaandre en '
Artois, midsgaders voor alle Landen , “ ■ 3‘9-
die hy van de Franfche kroon te leen
hielt, ' .
Naa dat ’er eenige dagen met prächtige
banketten , ' fpelen cn hoflykhe-
den gefpild waren , is de Heitog
van Borgonje , met de uitterfte tekenen
van erkentemfle en dankbaarheid
voor den trouwen dienft den Koning
in raad en daad beweezen, vertrokken
: cn weinig tyds laater is ook
des zelfs Zoon Graaf van Charlois
gevolgd , die van den pasverheven
Koning Lodewyk toen mildelyk befchonken
wierdt , met het algemeene
StedehjDuderfchap (4 ) des Hertogdoms (4[Mon.
Normandie , en te gelyk met een chron.
jaarlyks inkoomen van zesendertigdui-
zendT guldens , ’t gene den Vader
magtig behaagde , en den Zoon we-
zenlyke blyken gaf van het goed vertrouwen
ende onderlinge vriendfchap op
dat gckroonde hoofd te können vefti-
gen. Maar hoe fchielyk de bekoor-
lyke glans verduifterde blcek , wy! de
Koning in dien zelfdcn tyd, tegen zyn ■
nog vers gegeeve woord en beloften, -
een verbond floot met de ( 7 ) Luik-
fen , onverzoenlyke Vyanden van het
Borgonfche Huis.
Middelerwyle dat dees,met openbaai.-e ,
vriendfchap en ' heimelyke- loosheden ,
het oppergezag in Vrankryk zogt te
verzekeren, en de eenhoofdige heiir-
fchappy op te bouwen, zoo ging E'-n-
geland door inwendige verdeeldhed.en
te gronde. Wandt Hendrik de Zescle, - ’
de laatfte Koning uit het Huis van
Lankafter , wierdt door zyne part^^’en
van den troon gejaagd , en Edunrd
de Vierde uit den Stam van Jork op
den zelven verheven. Des de Borgonjer
zyne Afgezanten aanftonds dier-
waart zondt , om den nieuwen liCo-
iiing geluk te wenfchen , en te gdyk
voldoening te verzoeken , wegens de
inbreuk v a n ’t vreedens (-6) verdrag,
’t gene de Engelfen op de Onderdaanen Hütd'Ai'’
van dien Hertog gefchonden hadden. xS'. F-
Deeze hoflykheid^, gevoegd by de
N E D E R L A N D S CH E V O R S T E N . I I . BoeL 83
verwagting der aanftaande vriendfchap,
was Eduard zoo waardig , ■ dat ’er
ftraks Gelaftigden . tot onderzoek der
zaaken gefteld , en genoegzaame tekens
van ’s Konings yver , in opzigt
van den Borgonfchen Hertog, gegeeven
wierden ; invoege het onderlinge
R. verbond ( i ) van den vryen handel tuf-
fchen de wederzydfche Landen en
. ikugieit. Ingezetenen wel haaft vernieuwd en
■pgtaM’ 'verlangd is geworden, ’t Welke den
Landzaaten cen . algemeen genoegen ,
maar den Graaf van Charlois innerlyke
fmert verfchafte ; dewyl hy het
Huis van Lankafter , als vcrmaagdfchapt
aan zyne moeder , zonderling genee-
VI Mon-gen (x ) was. Desmettcgenftaande
dekte hy dit misnoegen met den fchyn
svoi. i'ii. van welgevallen te neemen in den haii-
■ del zyns Vaders , ■ die hem met zoo
’s Graavenhaage onthoofd -was , den I4öx
Graaf van' Charlois als Heer van Ar- '
kel , waaraf dit land eerft genoomen
was , zyn toegelegd ; uit wiens
naam Adriaan van Borfelen aldaar de
hulde voor dc helft der Heerlykheid
van Afpere ontfing.
'Weinig tyds naa ’t aanvaarden van
dit gebied kreeg de Graaf wederom
aanzienlyker verovering , doordien Ot- ^
to , Zoon van Jan Heer van Heu-
kelom , die uit den ftam van Arkel
gefprooten was , met hulpe van Gerrit
veele weldaaden, ien blyk van gcneegen-
hcid , ophoopte , cn de zelve teUccns
wederom vernieuwde.
Wandt toen ,’er in ’t voorgaande jaar
verfchil ontftont tuflchen Rutger van
Boetfelaar Heer van Langerak , en
Arend Piek van Beesde , die ieder de
helft der Heerlykheid van Aspere en
der zelver inkoomen een wyl geruftlyk
bezaten. Doch als' de eerftgemelde
meerder introk dan hem gerechtlyk'
¡3) GoM- (3) toebehoorde, en Arendmet hem te
" vermaaiien, van zulks agterwegen te
laaten , niet vorderde , zoo is hem
zyn Neef Willem van Buren te hulpe
gekoomen, wellte met eenige Krygsknegten
Rutger meende tc overweldi-
gen , met dat inzigt heimelyk tot in
, des zelfs Slot dringende , heeft hy ,
van Rutger en de byfpringende knegten
geftuit zynde , hem echter dood-
gefchooten , en zyne vlugt genoomen
tot in de hoede van zynen Neef A-
rend.- Die , hoewel onkundig van ’t
bedryf, nogtans voor ’t befchermen
van den doodflagcr door de Hollanders
belegerd , en tot .de overgaaf
zyner goederen ' gedwongen , wierdt ,
wellten, naa Willem van Buren in
Heer van Kuilenburg den Broeder
zyner Moeder , de landen zyns Vaders
hadt aangeftaagen , en hem
zelf gevangen hielt , thans met rooven
en andere vyandlylthcden de Hollanders
dapper plaagde. En dewyl dit een
Leen van HoUand wa s, zoo deedt de
Graaf van Charlois de Stad Heukclom
door eenige Gorkommers by. ver-
rafting inneemcn , en verkreeg daardoor
aanzienlyke gevangenen, welken
hy niet eerder ontfloeg, voor hem de
Heerlykheid van Heultelom , van den
gemelden Otto en des zelfs Oom Heer
van KuUenburg, was afgeftaan en overgedraagen.
Door welk middel de Graaf aldaar
op den negenentwintigften van Oegftmaand
in bezitting tradt, En dus niet
alleen den Zoon van die Landen ver-
ftak, maar zelf den gevangen Vader ,
nademaal dees zieh ook in ’t beftier
magtig vergreepen hadt. Vermids hy
het recht hadt om zekere kleine munten
, met zyn naam en wapen , te
flaan ; maar de zelven vervalft, en op
den naam van den Hertog gang gegeeven
hebbende , en daaraf dikwy^
len vermaand zynde , echter daarin
voortgaande , is hy eindelyk by den
Raad van HoUand overwomicn. ZuUts
dees insgelyks van die Heerlykheid
beroofd bleef ten kofte zyner munten,
die , o f fchoon van geringe Waarde , ik
echfer,om haare aanmerkelyke gevolgen,
hier niet kwaalyk geplaatft achte.
i%r¿
X X I. Dee