Zoon PhiUps erkend. 17 1. a
— eifcht de Gendfche Afgezanten, die voorheen
naar Vrankryk gezonden waaren, op, die aan
bem overgelecvert worden. 17 1. a. b
— — door de bedryven der Vlaamingen verg-amd
zynde, vat hy de wapens tegen hen op , en
verovert Dendermonde. 172.3
■ I ontfangt eenen brief van den Konmg van
Vrankryk, die zich de zaaken van Vlaandre en
Brabant, wegens zynen zwager, den jongen Philips,
aantrekt. 172.3.6
— verovert Oudcnaarde, door het omkoopen van
den Slotvoogd. 177. a
maakt groote voortgang in Vlaandre. 176.3
— zyn aanßag op Gend mislukt. 176. a
. ßuit door zyne afgevaardigden äen Vreede
' met de Vlaamingen te Brugge. 176.3.6
— - verovert Sluis in Vlaandre by verdrag. 177. a
— ■ koomt te Brugge en wordt van de Burgerye
atdaar ontfangen. IJJ.2
» " ontfangt de gemagtigden van Gend en Ypere,
koomt te Gend, en wordt aldaar by de drie Leden
des Lands tot Voogd van zyne kinderen aangenomen.
177.3
—— ontfangt aldaar door den Heer van Raveftein
zynen Zoon, den jongen Graaf Philips, tederlyk.
177.6
■ flaat Matys Speijaard, Hoofddeken van
Gend, by gebrek van een zwaard met zyne beflikte
laars lot Ridder, vereerd hem den gouden
keten van zynen hals, en befchenkt hem met eene
jaarlykfche wedde. 177.6. 178.3
— - is in gevaar en groote ongeruftheid wegens bet
oproer der burgerye tegen zyne knegten, doch het
oproer wordt geftild, en Maximiliaan neemt de
Stad in genaade , onder zekere voorwaarden.
178.3.6
• ■ ■■ doet zynen Zoon Philips van Gend naar Dendermonde,
en vervolgensnaar Bruffel vervoeren.
178.6
— begeeft zich van Gend naar Maaftricht, en
handelt met de Keurvorften om Roomfchkoning
ie worden. 178 b
— - doet Willem van der Mark te Maaftricht in
het openbaar onthoofden. 180. a
•----- wordt te Frankfort voor Roomfchkoning en
deelgenoot des Ryks uitgeroepen. 180.a
begeeft zk^ met zynen Vader naar Aken, en
wordt aldaar met groote ftaatfie tot Roomfchko-
ning gekroond. 182,6. 183.3.6
■— ■ - — gedenkpenningen op de Krooning. 148.
—— Maximiliaan, nu Roomfch Koning geworden
, ftaat tot Aken met het zwaard van Karel
den- Grooten verfcheidene Edelen tot Ridders.
183.3
— — wordt te Aken tot Medelid onder de Kanon-
niken ontfangen. i8 j.b
— — op wat jaar hy de Keizerlyke Kamer, de
algemeene en opper ße Rechtbank voor het ganfche
Ryk heeft ingefteld. 184.
heeft den Keizerlyken tytel nooit in brieven
of op penningen, door zyn befchik gemaakt, voor
zyne Krooninge door den Paus willen voeren.
186. i8p. 276. 278.
reift naar Holland, en wordt te Dordrecht
en elders met veel vreugde ontfangen. 186. a. b
— ~ verheft eenige uit den Hollandfchen Adel tot
; Ridders. 186. b
- — wordt te Antwerpe, Mecheh en Brusfel met
de uiterfte eerbied ingehaald. 186. b
» ■- verbiedt den Vlaamingen door een Plakkaat
in Waereldlyke zaaken voor Geeftlyken te recht
te ftaan. 80. b
— — raakt door de verrasfing van Terroane weder
in een openbaaren kryg met de Franfen. 87.3
----- verovert de Siad Lins, en eenige Slooten, en
trekt naar Pikardie. 187.6
raakt door V verloopen der omgekogte Zwitfers
en Duitfen in groot gevaar van den Franfen
geleverd te worden. 187. b
krygt groote onlußen met de Vlaamingen wegens
het munten enz. van goude en zilvere munten
met zyne wapenen en tytelen, zonder die van
denLandsheer zynenZoonPhilips. i88.b. 193. a
- afbeelding dier munten. 189.
is zeer prysfelyk geweeft in V maatigen zyner
welluften, en zyne zinfpreuk. 189.
—— munt, groote goude en zilvere realen met zyne
beeldnisfe enzinfpreuke. 189.
maakt een verdrag van Koophandelmet Fiendrik
den V I I Koning van Engeiand. 190. a
verfpilt in korten tyd meer dan de Hertogen
Philips en Karel al hun leeven gedaan hadden.
190. a.b
— . in groot gevaar om op zyne reis naar Brusfe
l door de witte Kapproenen of Groententers geligt
te worden. 19 1 . a
zyne munt wordt te Brugge befchimpt. ip i.b
zendt Philips van Kleef en andere Feldheeren
naar Ypere, die aldaar niet binnen gelaaten
worden. 192.a
" die van Gend en Brugge willen hem in den
oorlog tegen Vrankryk, zonder hunne hewilliging
aangevangen, niet byfpringen. 192. a. b
de Vlaamingen ftelien hem de wet te Bruggc.
195.a
— — door de Vlaamingen te Brugge beneepen,
poogt met geweld die Stad te vermeefteren. 123.
a. b
zyn voorneemen mislukt, en raakt aldaar in
groot gevaar. 193.6. 194.3
— de Gendtenaaren verzoeken die van Brugge
cm Maxmiliaan wel te bewaaren, en om veele
Heeren van zynen aanhang, volgens hunne opge-
geevene lyft in verzekering te neemen. 194.6
— . bedankt de Bruggenaaren op de Markt, van
Banier tot Banier en van Standaard tot Standaard
, omdat zy de tweeduizend, gewapende
Gendtenaaren huiten de Stad gehouden hebhen.
194.6
wordt door de Bruggenaaren in verzekeringe
genoomen, en het huis te Kraanenburg tot zyn
verblyf aangeweezen. 197. a
de Heeren van z'^ngevolg, die met hem op
de Markt gekoomen waren, door die van Brugge
gevangen. 197. a
■ wordt van wooninge veranderd. 197.6
— — verzoekt dc Bruggenaaren agtien perfoonen
van zyn huisgezm tot zynen dienft, veiligheid .
voor zynen per foon, en niet naar Gend vervoerd
te moogen worden-, 'tgene hem wordt toegefiaan.
197. b
de Duitfche Vorften fchryven aan die van
Brugge, van zynen perfoon geen leed te doen. 197.
a. ipp .a
de Raus Innocentius de Vlllbedreigt de drie
Leden van Vlaandre met den Kerklyken ban,zoo
zy Maximiliaan en zyne Dienaars niet binnen
ze-
'Zekeren tyd in vryheid ftellen. 199-
---- onderhandeling te Brugge om Maximiliaan in
vryheid, en de oude rufi te herftellen onder hoedaanige
voorwaarden. 200.a.b. 201.a.b
■----- bezweert den Vreede heUi^yktezullen onderhouden.
201. a
— ontflaat zich van de voogdye van Vlaandre,
en ftaat toe, dat hel zelve Land tot de meer-
derjaarigheid vanzynen Zoon door de Heerenvan
des zelfs Maagfchap, en de drie Staaten van dat
geweft zal beftierd worden. 20i.b
----- erkent den Vreede van 't jaar tweeentagtig
met den Koning van Vrankryk voor goed en wettig.
20. b
fc—— verzoekt te vergeefs de ontflaaging der Pandslieden
, en wordt door den Keizer Frederik te
Mechele van den verderen Vreedenhandel afgetrokken.
203.6
•----- wordt door Philips van Kleef berifpt over het
yerwaarloozen van zynen eed en belofte. 204. b
zyne wapenen hebben eenen traagen voortgang
in Vlaandre. 207.a.b
■" vermaant die van Ypere vrugtloos om geene
Franfche knegten in te neemen. 206. a
----- wordt door die vanRyJjelvoor wettigen Voogd
van zynen Zoon Philips erkend. 206. a. b
—— — legpenning daar op. 106.
—— leit eenig? Duitfen in bezettinge op het Kafteel
van Rysfel. 206. a
— — zoekt te vergeefs op allerleije wyze de weder-
fpannige Vlaamingen te buigen of te breeken. 206. b
. fc— zendt een Gezantfchap aan Ferdinand, Koning
van Spanje, en verzoekt voor zich deszelfs
oudfte Dochter Ifabella ten huuwelyk, en voor
zynen Zoon PhiUps eene der jongfte Dochteren-,
het laatfte wordt toegefiaan, het eerfte afgeflaagen,
en om Welke reden. 207. a.b
— krygt in zyne zaaken een grooten krak dcor
de nederlaag der verbondenen by S'. Aubin, en
door den dood van den Hertog van Bretanje.
207. b
beftormt vergeefs Biervliet, en moet met groot
verlies aftrekken. 209. a
— verzekert zich van Mechele U
gen van Philips van Kleef. 209.
■ fpoeit zich met een ftrydbaaren hoop volks
naar Brusfel om die ftad te overweldigen, maar
wordt door Philips van Kleef geftaagen ,en bergt
zich binnen Antwerpe. 210.2
•— - handelt tc vergeefs ie Mechele over den Vreede
met philips van Kleef. 2 1 o . a
-— - koomt te Haarlem, en verfchoont die Stad
van mede tegen de Hoekfen te trekken, uit inzigt
haarer armoede. 21 j. a. b
----- befchenkt de Stad Amßerdam met de Kroone
hoven baar wapen. 213.6
— — doet een deftige aanfpraak aan de Edelen en
Steden te Leyde vergaaderd, en fchryft een heirvaart
tegen de Stad Rotterdam uit. 215.6
—— krygt S'. Omer en Artois, en verfcheidene
Vlaamfche Steden aan zyne zyde, en leit goede
bezettingen in andere. 218. b
— ftelt Hertog Albert van Sakfen tot algemee-
nen Stedehouder der Nederlanden aan. 2 18. b
—— fluit voor zich en zymn Zoon Philips enz.
een Verbond van duurzaame eendragt met Hendrik
den VII. en reift naar Duitsland. 218. b
— — ßuit den Vreede met Karel den V l i l . Koning
van Vrankryk , en voorwaarden des Vreedes.
I Deel.
2 2 1 .a.b. 222.a.b. 223.3.6
- voert oorlog tegen Matys Corvinus, Koning
van Hungari'é. 224.3.6
- verzoekt Anna, Hertogin van Bretanje,ten
huuwelyk. 224.6
• Ondertrouwt Anna, Hertogin van Bretanje
. 227.3
maakt een verbond met Hendrik den V I I
Koning van Engeiand legen Vrankryk. 229. a
- wordt tot Koning van Hongarie gekroond.
231.6
• ------ 2T» recht tot die Kroon. 230. b
■ maakt zich meeßer door de wapenen van een
goed deel van Hongarie, en van de Stad Belgrado.
232.3
- — maakt Vreede met Ladislaus, en brengt het
erfrecht dier Kroone op zich en zyne naakoomelingen.
232.a.b
-------------Legpenningen daàr op. 232.
verfierkt de S'. Katarina poort te Utrecht.
233.3
- — . zyne Bruid Anna van Bretanje verhint zich
in den echt met Karel den F i l l Koning van
Vrankryk. 238.3.6
■ zoekt Engeiand en Spanje in zyne belangen
te wikkelen. 239. à
verheft Frederik van Ysfelßein tot eerfie Graaf
van Buren, om den Hertog van Gelder te beßoo-
ken. 242. a
verhoopt door het flillen der Hollanderen, en .
mrufiing van den Engelfman de
n te zullen I.
ning daar op. 243.6
- ■ ‘ laat den Koning van Engeiand weeten, dat
niet in fiaat is om het onderling verdrag van in
Vrankryk te vallen, te volbrengen. 271. a
■----- maakt te Senlis Vreede met Karel den V I I I .
en voorwaarden van dien Vreede. 253.3.6 .
ßaat van het recht en den tytel op V Hertogdom
Bretanje af. 273. b
- — geeft, benevens zynen Loon Philips, fchriftlyken
laß om zyne Dochter Margarita op de grenzen
van Vrankryk, ontflaagen van de Echtverbintenisfe
met Karel den V I I I . te ontfangen.
ir .5-b
— wordt naa den dood van zynen Vader Frederik
van de Keurvorften tot Keizer verklaard
. en gekroond. 2 57.6
—— Gedenkpenningen ddar op. 256.
Maximiliaan, Keizer geworden, verdryft de Türken
uit Kroatie. 276. a
— beloofd Lodewyk Sfortia het Hertogdom Mi-
. Janen, en trouwt met des zelfs Nicht Blanca
Maria, Weduwe van Philibert den I. Hertog
. van Savoije. 278. b
reiß met zyne Gemaalinne naar Keulen,
wordt 'er plechtelyk onthaald) ontfangt en doet
deneed. 279.3.6
verreiß naar Aken en Maaflricht, alwaar
zyn Zoon en Dochter^ Philips en Margarita hent
ontmoeten. 279.6
gaat naar Graave, alwaar een gefprek met
Karel, Hertog van Gelder , was vaßgeßeld.
279. b
op de Gelderfen verfioord, belegert en verovert
Roermonde. 2.60.2
— —. fiaat het beleg voor Nimmegen, en befiormt.
het hevig, doch zonder gevolg. 360.3.6
gaat naar Michele, wordt 'er met groote'
X x XX XX kiyd*