'> ' ¡ i l
"III;::
'ijj
H ‘‘-° verderve van den Dolfyn bevattede.
(i.l Corps Wandt in het zelve ( i ) wierdt ’s Ko-
p Ä ” “ ' " ‘"§8 Dochter Katarina ten egt befteed
Tom'll t^®" Vyfden Koning van
Tart, ii,' Engeiand, en te gelyk aan hem de
R>I-i4s. Kroon van Vrankryk, naa het overlyden
van Koning Karel den Zesden, erflyk
niet alleen beloofd, maar by voorraad,
geduurende ’s Konings krankzinnigheid,
het hoog bewind, onder den tytel van
Erfgenaam des Ryks, opgedraagen: echter
met deeze bepaalinge van de oude
voorrechten der ingezetenen niet te
verkorten , noch eenigen handel, dan
met gemeen goedvinden zoo des Franfchen
Konings als des Hertogen van
Borgonje , met den Dolfyn te fluiten
: d it, nevens eenige andere leden
van minder gevolg , wierdt by
eenen ieder van hen aangenoomen en
bezwooren.
Sedert zag men den Dolfyn, die
ook geweldigen aanhang hadt, met
vereenigde magten befpringen, en een
bitteren oorlog met groote beweeginge
verfcheidene jaaren voeren, tot geen
mindere verwoefting van dat Koningryk
, dan de fteeds nog al fmeulen-
de onccnigheid der Opperhoofden
en Onderdaanen aan Holland verfchafte.
Wandt terwyl men Vrouwe
Jacoba als Hertogin in de voor-
naamfte Steden van Brabant met blyd-
fchap ontfing , volgde haar Gemaal
onbedachtlyk den toeleg zyner Brabantfche
Hovelingen , en perfte zyne
Egtgenoote op hunnen raad, tot
eene verwifleling haarer gewoone Hol-
r 1, S ''00' M Brabantfche Staat-
foi.s26. jufferen. Met gelyke onkunde eenigen
zyner eigene Raaden verilooten en
anderen verkoozen hebbende , ver-
reisde hy naar Zeeland by den Heer
van Borfelen , alwaar de Voogd van
Holland Jan van Beijere, die ’er
ook in perfoon verfcheen , op den
twintigften van Grasmaand alien eigendom
, welken hy op het Land van
S s ? £ ^ “ '=Souwe (3 ) mogt o f konde beland
en Vriesland, voor gebede ze- 1410
ven jaaren (4 ) aan Jan van Beijere (qJlT
opdroeg ; daar nog byvoegende het
Markgraaffchap van Anttverpe ( ; ) en Dnc.sk,
het Schoutfchap van Herentals, en u k 'vi,
dat zelf bniten het weeten zyner Egt-
genoote Jacoba en des Brabantfchcn
Adels. Zulks Vrouw Jacoba, om*^°''” ’'
zieh dien onredenlyken handel te ont-
trekken , met haare Moeder naar
Henegouwe week. De Staaten van
Brabant o o k , federt hunnen Hertog
onwillig vindende om heilzaamen
raad te volgen, riepen des zelfs Broader
Philips, die Landvoogd van Pikardie
was , uit Vrankryk , en be-
geerden den zelven tot de regeering des
Lands te verheffen ; maar dees fchik-
te de zaaken eerlang in zoo goede
vonw , dat Hertog Jan wederom erkend
wierdt.
Midlerwylen was Jan van Beijere,
in gevolge van het voorfchreeve verbond
, tuflchen hem en Vrouwe Jacoba
nevens haaren Gemaal voorheen
geflooten , als wettige Voogd ontfangen
en gehuldigd in alle de Steden
van (ö ) Holland, uitgenoomen te Ley- («; suf,.
de , ’t gene , uit achtinge voor zytres
de . ° ‘-’'- Brab. te zitten, teti voordeele van Jan Her-
id™'es-'®S Tan Brabant afftond en overeaf
* ta to W a a r t e p dees, weér van zynen
kant, de Voogdy van Holland, Zeenaia.
'
nen Burggraaf Phijips Heer van chron:*
Wasfenaar , en opgeftookt door d e “?«?“’''
Steden Utrecht en Amersfoord, gevolgd
van een deel des Hoekfchen A -
dels , zulks weigerde , en , om
zieh voor den gefcherpten haat des
Landvoogds te dekken, met de gemelde
Edelen en Steden eene onderlin-
ge (7 ) befcherming, omtrent het
midden van Grasmaand tekende. Waar Bisichi™
tegen Jan van Beijere , door middel
der Egmonden, den Geldersman t e " / - “ -
hulp kreeg, die de Stiftfen in geduu- ’ '
rige onruft hie lt; terwyl Rynland van
weerkanten wierdt afgeloopen, floeg
de Beijer zelf, onderfteund door zyne
aanhangers, in Bloeimaand het
beleg voor L e y d e , ’t gene r ich ,
omtrent negen weeken kloekmoedig
verweerd hebbende, eindelyk , dewyl
het geen ontzet van den Utrechtfchen
Bisfchop tydig genoeg (8 ) ver-(-s)snoi
nam , op deeze voorwaarde over- '
dat, naamelyk. Philips H e e r '" i
van
1410 van WafTenaar het hoogße gerecht zyns
Burggraaffchaps aan den Verwinnaar
{ODietift- zoude ( i ) afftaan; en dees wederom
aan de Stad
doen ftand
ä i S - voorrechten ,
den, door Lcyde eertyds verleend,
fio u ? fol. grypen , uitgenoomen die Vrouwe Ja-
5-3* coba zonder verfterkinge haars Gemaals
mogte verleend hebben ; des zouden
de Stedelingen hem achtienduizend
HoUandfche Schilden voor de breuke
betaalen. Deeze verzoening dus op
den zeventienden van Oegftmaand ver-
zegeld zynde, zoo volgde op deeze
(i)Suffr. overwinning ook die der ( x ) Stad
Geertruidenberge , en het verdryven
Chron. de verwocften der alom verftrooide
Beka fol.
J56. . perlooncn en goederen der Hoekfen,
tor onherhaalbaare fchaade der Landzaaten.
Onder het blaakeren van dien brand
der verdeeldheid, hielt zieh de Keizer,
die, ingevolge van den aangeroerden
eifch , als Leenheer verplicht was
de onderhoorige Landen des Ryks voor
het uiterfte bederf te befchutten, zieh
nogtans bezig in den oorlog der Hufli-
ten. Van welken ik den oorfprong, zoo
om zyne zeldzaamheid, als om de be-
weeging, die de zcive in den Staat en de
Kerk van Nederland naamaals verfchaft
heeft, hier ten korfte en klaarfte zal
ontvouwen. Jan Hus , die zyne Ge-
loofsgenooten den naam verleende ,
wierdt in het Bohcems Huszinets,
dat een Gans betekend , naar zoodaanig
een Dorp (3 ) zyne geboorteplaats,
genaamd, en al vroeg op de hooge-
hem.Cip. fchoole van Praag om zyne geleerdheid
boven anderen geacht. Sederd tot
aanzienlyke ampten der Kerke verheven
zynde, heeft hy eensdeels door de
heilige Sdiriften naarfliglyk te onder-
zoeken, andersdeels door de ftellingen
der oude W aldenzen in Vrankryk , o f
volgens klaarer leerpunten van Wiclef
in Engeland, de gemeene dwaalingen en
de beweldenaryen der Pauzen mitsga-
ders der Geeftlyken tegengefprookcn
en openlyk beftraft. Des de meeftbe-
leedigden hem daarover by den Keizer
Wenceslaus aanklaagden ; maar dees
nam hem in zyne befcherming, zulks
Hus over zyn beftaan naar Rome ge-
(!) ZEo.
Sv)>;i
m i ßodagvaard
zynde niet verfcheen; en Ibr-
lang den Paus in ’c openbaar voor den
Antichr'ifl uitmaakte. Waardoor de
verbittering dagelyks aanwies, die door
de gevallen van dien tyd vermcerdcr-
de , en den nieuwen Lceraar aanzienlyke
ftof verfchafte om zynen geeft
te wetten. Onder deezen was duidelyk
voor hem te zien, dat, wyl ’er
maar eene waarheid zyn kan , die, onder
de drie toen heerfchende Pauzen,
welken elkanderen onwettig verklaar-
den en vervolgden, moeijelyk te vinden
was.
De verdeeldheid der Kerke onder
zoodaanige Opperhoofden, in zoo veele
ftukken gereeten zynde,. deedt Keizer
Sigismund , die een Godsdienftig
Vorft genaamd wordt, in het veertiende
jaar der vyftiende eeuwe, de
Kerklyke vergaaring te Conftans beleggen.
Aldaar zyn de drie Pauzen, (4 )
Johannes de Drieentwintigffe, die te
Rome heerfchte , Gregoor de Twaalfde
, die te Rimini za t, en Benediftus
de Dertiende, welke te Avinjon het
gebied voerde, vervolgens onwettig
verklaard , dus van hun gezag ont-
bloot, e n , op gemeen goedvinden der
verzaamelde Kerklyken, Paus Martyn
de Vyfde alleen aangefteld geworden.
Staande dit geding , was ’er Jan
HuJ, die ’er al in den aanvang geroepen
wierdt, ook, onder befcherminge
van ’s Keizers vrygeieide , verfcheenen.
Niettegenftaande die verzeekering wierdt
hy onmiddelyk in bewaaring ( 5) genoomen,
ja zelfs op verzoek der Grooten
van Boheeme en Poole , en de beroc-
ping op het gegeeve woord en den
Keizerlyken b r ie f, niet ontflaagen ;
maar geduurig ftrenger gehandeld , en
eindelyk in het tweede jaar der Ver-
gaderiiige,met het breeken der algemeene
trouwe , zyn doodvonnis opge-
maakt , cn hem , op den zesden van
Hooimaand in tegenwoordigheid des
Keizers, der Kardinaalen, Bisfchoppen
en vcrdere Geeftlyken , van een groot
getal krygsknegten omringd zynde,
voorgeleezen. Het zelve was naauwlyks
geeindigd, o f Hus keerde zieh
naar den Keizer met deeze woorden,
G z ( i) ZOO
14Í0
(4) CnfpU
nianus dé
Csefaribus
in Vita Si*.
gismundi,
fj)DuPiii
BiMioiii.
Ec clcf
Tom.XI I,
pag. 134.