Il lid' 11' n!
rll i
2400 wy in ’t vervolg van edlen handelen, gemaakt is , znlks J f
1 0 - K d z e r , die hier aan den RoomfcUtoning gegeeven wordt als mede door de keerzyde
■ niet uit de twee faamgehegte toortfen, die de brandende en onderlmge hefde ( i ) der
“ e e l d f n Ifoekenen! mfor nit de nevenftaande letteren , te bewyzen rs ? wyl zy deezen
zin hebben,
V N A F V I T .
£)£ V L A M I S E t N G EWE E S T .
HilK de
France
Toth. IV.
paS-47d-
Met grooten yver hadt de Heer van
Albret het Bretanjefche gezag tot nu toe
helpen onderfchraagen ; doch alle ver-
wagting, die hem eertyds ter bezittinge
dier Vorffinne gegeeven was ,
thans verdweenen ziende beftondt
hy , om deezen hoon betaald te zetten
, zieh met den Franfchen Koning
(ODjnid te vergelyken , en dien de ( x ) &ad
" ‘ ' en ’t Kafteel van Nantes, welken hem
ter befcherminge vertrouvvd waren,
over te leveren. Her verlies van zoo
aanmerkelyke Sterkte verwekte de Hertoginne
geweldige ontfteltenis ; zuUes
2y ten fpoedigile haare Bondgenooten,
de Koningen van Engeiand en Caflilie,
en inzonderheid haaren Bruidegom ernft-
lyk om byftand verzogt, die , fchoon
hy haar beloofd wierdt, echter traag-
iyk bykwam ; wyl de eerftgemelden
te verre van de hand lagen , en dat
het den Roomfchkoning aan geld en
manfchap haperde : daarenboven, het
gene deezen niet weinig ontruftte, verhief
zieh de beroerte dagelyks ontftui-
miger in de Nederlanden , uit deeze
oorzaake,
Onder de hoofdpimten des Vreedes
was ook de afzetting van het geld begreepen,
en t’evens bedongen, dat de
Staaten van Vlaandre de opgeleide fomme
niet dan met de verminderde munten
mogten voldoen ; des begeerden
’s Roomfchkonings Raaden, dat men de
zelven tot op een derdedeel zoude doen
daalen ; waar tegen de Steden Gend
f3)Defpa«en Bruggc (a) openlyk verklaarden bo-
ven het halve deel op de gemeene munten
, en op de Franfche kroonen, met
de welke zy van zin waren te betaalen
, niets te willen verliezen, al zou
men den laatften druppel bloeds daar-
yoor waagen, Hoewel deeze ftribbevan
VUand.
MSS.
ling het befluit magtig vertraagde, nogtans
wierdt de begeerte der Koningly-
ke Raaden eindelyk doorgedrongen ,
en de grootfte aandryving den Geeftlyken
, voornaamenlyk den Abt van
S'. Bertyn , die ten Hove wel gezien
w a s , toegefchreeven. Waarop de
oude jaarboeken (4 ) van Brabant, tenMK?
nutte der Naakoomelingfchap deeze leer- ctom.
zaame opmerking aantekenen, Het ¿j-™“ !
dikwylen bevonden , ftaat ’er , dat de
raad van Geeßlyke lieden en ‘Prelaa-
ten , inzonderheid die Monniken zy n ,
in materien en dingen die hunnen flaat
niet betaamen , kwaaden fpoed heeft;
wandt God heeftze daar toe niet geroepen.
Dit wierdt tot zooveel naadeels
der gemeene zaake bevonden ,
dat de Landzaaten hierdoor meer fchaade
dan door den voorgaanden oorlog
gevoelden. Desniettegenftaande lieten
zieh die van Henegouwe, Holland ,
Zeeland en eenigen der Brabantfche en
Vlaamfche Steden , doch niet zonder
tegenftreevinge der Gemeentens, hiertoe
beweegen; daar die van Gend en
Brugge even ftandvaftig by hun opzet
bleeven , en dus den haat des algemeenen
Stedehouders op den hals
laadden.
Dees met zyn Leger m Lentemaand
voor Sluis getrokken zynde, om Philips
van Kleef die gefterkte ( ? ) Stad (ft»;-
te ontwringen, ftiet ’er andermaal het
hoofd ; en Philips ondertafte in dien g “ ''
toeftand de Bruggcnaaren omtrent de
hulpe, welke hy in diergelyke gevallen
van hen te wagten hadt. Toen hy
hierop berigt kreeg, dat men zieh aldaar
aan den laatftgeftooten pais vaft
hieldt, floeg hy ftraks hunne Koopvaarders
aan den band , en liet die
niet glippen dan voor eene groote fomixccll.
1490 me gelds. Als dit vervolgens, cn het
' ' nieuwe verfchil 'over het afdanken der
Chioninn
IVliand.
ioU6j.
jerfo.
Krygsknegten met den Stedehouder gereezen
, midsgaders het verlgopen
der Regeerderen dc Bruggcnaaren grootlyks
benarde, vonden zy het veiligfte
zieh, op den naam des Landsheeren, met
die van Gend en Sluis te verbinden,
en Joris Pykavet , die hen van Phi-
lips van Kleef ( i) ter befcherminge ge-
" " zonden wierdt, voor hun Krygshoofd
aan te neemen.
Onder het ryzen dier Vlaamfche
nveedragt riepen de Hollanders den
algemeenen Stedehouder te hulpe, wyl
de Hcer van Montfoort tot i n ’t hart
des Lands , met rooven en ruiten,
doorboordc , en zelf de Steden Naar.
WS“ den ( x ) en Oudewater met groot ge-
tijoi. weld befprongen , en het Dorp Stol-
wyk in koolen geleid hadt. Om den
loop deezer rampen te iluiten heeft
de Stedehonder Albert , nevens Jan
van Egmond de Stadhouder van Holland
, met geen gering getal van
Krygsknegten , en oorlogs gevaartens
naar gelang , het beleg in ’t laatfte van
Bloeimaand voor Montfoort gefmeeten.
Staande het zelve ontveiligde Brederode
de Hollandfche en Zeeuwfche kuften
met zyne vloote , en waagde hu
hier dan ginder hevige fprongen. Als
hy in ’t gezelfchap des Heeren van
Naaldwyk eenigen tyd op vrybuiten ge-
v.iaren , de ftroomen beroofd, de landen
ontroerd, en zelf tot voor Dordrecht
groote fchaade en brand geftigt
hadt, leidde hy op ’t overrompelen
t e 'i®'' Stad (3 ) Goeree toe , om uit
a»n, dien hoek beiden Zeeuw en Hollander
Kir»® kwellen. Maar de Stedelingen zulks
»■«tom verneemende lieten hunne taanhuizen
R416. lynbaanen , die buiten de wallen
flonden, afbreeken o f verbranden, en
de zee , door ’t opehen der fluizen,
tot zooverre over het omleggende
land ftroomen, dat ’er de vyand geenen
reuk aan hadt.
De Hollandfche Stadhouder uit dit
bedryf bezorgd geworden ofBrederode
«gens poll mogt vatten , trok ylings
Van voor Montfoort met eenen ftyven
hoop volks^(4) naar Dordrecht; heb- 1490.
bende de Zeeuwen en die van Berge (,) Bevet-
op den Zoom tot deezen togt (?) op-
gewekt, is hy, verzeld van deeze ver-*>nDot-.
eenigde magten , tot omtrent Dreis- 7asfot.
fchere, ’t welke ook Reepers genaamd
wordt , gevaaren , daar hy Brede- chron.
rode en des zelfs krygsgenootcn, op den S°
drieentwintigften van Hooimaand, in ’t
oog k re e g , ftraks aan boord klampte
en hen, mids zy , om ’t gevaar te ontwyken
, hunne fchepen in den wal zeilden
en naar land zwommen , zoo fcherp
agtervolgde, dat Jan van Naaldwyk eii
anderen naar Zirikzee vloodeu , driehonderd
(6 ) der vlugtelingen omkwa- (?) leri
men, en Jonker Frans van Brederode chfoV
zelf zwaar gekwcft , nevens honderd
der zynen , gevangen in zeegepraal Boxhorn
naar Dordrecht gebragt wierdt; alwaar pig*!
dees Veldheer der Hoekfen op Puttoks
toren, by het groote hoofd , in verzekeringe
gefteld zynde eerlang vah
zyne wonde, in de lente eens vieren-
twintigjaerigen ouderdoms geftorven,
en in de Auguftinekerk ( 7 ) zonder (71 Boc-
eenige ftaatfie begraaven is.
Hiermede raakte alle hoope der Hoek-
fen in Holland aan ’t zakken ; wandt pig. 7S '
fchoon ’er in ’t beftormen van Montfoort
veel volks gefleeten, echter weinig
gevorderd wierdt , nogtans vonden
de Belegerden raadzaam op de o-
verkoomfte der Graaven van Naflbu
en Chimay (8 ) in gefprek te treeden. (s) g6u;.
Deezen baanden, in Oegftmaand, den
twiftenden den weg des Vreedes; mids ran h ü
de Heer van Montfoort de Stad en
het Slot van Woerde met der zelver
toebehooren onmiddelyk zoude afftaan,
en aan den Hertog van Sakfen belooven
en zweeren, op geene wyze tegen
den Roomfchkoning (9) noch des zelfs (9) Byiaf,
Zoon Philips, o f hunne Landen dc wa-
penen ooit te zullen voeren ; by man-
gel van her zelve , zouden alle zyne ooriog
goederen, in Holland gelegen, aan
Graaffchap vervallen ; Verder wierdt
hem de begaane opftand vergeeven, en
de bezettingen vryheid van te mögen
vertrekken , verleend.
Met deezen ftnak is het vermoogen
L I 1 X ■ der
I ,)C
L'-