,,, ....
i i ir
(i)Hente-
ri Rer.
Auilr.Lib.
IV . Cap.
IX.
(i)Meijeti
Annal.
Hand. fol.
110. &
loS.verfo.
& Les
Chron. de
Fland. par
P.d'Oii-
degherft ,
' pag-315-
(3) Pfalm.
LIX . vers
PH IH P P O S DEI g r a t i a A R C H I D ü x A V S T n i * E T
J , - , C O m e s F L A m d k i * .
P H I L I P S D O O R GODS G E N A D E A A R D S H E R T O G F A N
O O S T E N R T K E N G R A A F V A N F L A A N D R E .
■ Dat ’er diergelyke goude en ook zilvere munten met het afbeeldfel en het wapen van
den Stedevoogd PMlips van Kleef geftempeld zouden zyn , is my met dan m-de fchriften
va? Pontul Keuterus? die het zelve den Gemelden Philips als een.misdaad ( . ) amivtyft,
vrotgekoomen ; en hoewel het verhaal my niet geheel voldoet zal ik echter eens ieders
onderzoek vrylaaten, en hier b ,v o e g en , dat de Kafteelen, welken “ P ^
¡¡ezien worden, de gelykenis hebben naar een der twee Sloten, die te Sluis gebouwd
waren, en dus befchreeven worden. Sluis, ’tgene eertyds Lammmsvhet (z) ”
Philips den Stouten , Hertog van Borgonje , voor Eethtme g em an g^ weder am Vlam-
dre gebragt w a s , vondt zich toen door Karel. Koning van V r a n ^ k
Kafteel verfterkt; maar de gemelde Borgonjer. ’t zy om den ftroom , die het Zwy g^
naamd wordt, en een der beroemfte en befte havenen van Europa geweeft is y
de S tad , welke hy met fteene muuren omrmgde , bet te verfterken , deedt er
ren van Borgonje o f het Meine Kafteel ftigten. Welk nn van deeze twee Iner op de mim-
ten gevonden wordt valt my duifter te raaden ; dit is zeker. dat men de pdaante naar een
en het -zelfde gebouw gemaakt h e e f t e n dat ’er geen verfchil blykt dan in den waalcenden
Leenw dien wy op de eerfte munt befchouwen: wandt deeze gelyke letterzoom, getrokken
uit de Koninglyke ( 3 ) Haipzangen, Iluit ook den rand van beiden;
1491
Sk» .11-4
A B IN IM I C I S M E I S L I B E e a M E D o m i n e ! 1492.
v e r l o s U T V A N M T N E V T A N D E N O HEER E ' . 1492-
Dewyl de Sluizenaars den Erfheer op
hunne munten voor Graaf van Vlaandre
erkenden , zoo fchynt hier uit te
blyken, dat de Roomfchkoning en zyne
aanhang voor vyanden gehouden
■wierden, en niet zonder reden, omdat
de Hertog van Sakfen de Stad , uit
des zelfs naam , tòt groote benaauwd-
heid gebragt hadt, en dagelyks zyne
knegten nog met alle geweld daarop
aandreef. Doch hoe kloekmoedig de
Belegeraars de muuren beukten , met
geen mindere dapperheid wierdenze by
de Belegerden verdeedigd , en geene
middelen, hoe hachlyk ook, verzuimd
om den vyand weder te krenken.
Terwyl dus ieder vroeg en laat zynen
geeft en lighaam ter befcherminge
vermoeide, ontdekte zich een Krygsknegt
Siro genaamd , die van meeninge
te fteeken. Zoodra men deezen ver-
nufteling vryheid daar toe verleend
hadt , deedt hy drie yzere ketens en
een gelyk getal van teene (4 ) horden gp*»
maaken , daar hy houte tonnen, met
werk en pek gevuld, op ftelde, en tot w-Op.
het naafte aan de vlooten leggende
Eiland voeren. Wanneer het middernagt
was , ZOO men zulks wilde toeftaan
, de Nederlandfche en Engelfche
vlooten, welken de Stad aan de eene
zyde beflooten hadden, in den brand
, en de Zee aan ’t ebben was,
ontftak hy de zelven en Uetze dryven,
doch, door de hoope en vreeze vervoerd,
wat vroeger dan het ftuk vereifchte
; zulks de ftoffen tot afchver-
teerd waren , aleer zy de vloot nader-
den. Beter llaagde het overmeefteren
van twee fchepen ( ? )m e t gefchut,
die aan eenen afgelegen poft geankerd
lagen , en andere voordeelige uitval-
len, dienu te land dan te water manlyk
ondernoomen en met voordeel voltrokken
wierden.
Staande het prangen van dit beleg is
Adolf van Kleef , Vader van Philips
den Befchermheer van Sluis, in ’t heir
Villl
149X van den Hertog van Sakfen verfchee-
A'ißr.
Lib. IV.
op.ix-
’ nen, en heeft door eenen Heraut of
(i)Heate- Legcfgezant (i) zynen Zoon doen verzoeken
om onder des zelfs vrygeieide
in Sluis te moogen koomen ; maar de
Stedevoogd iloeg d it, tot eens ieders
groote verwondering, zynen Vader ,
fchoon die oud van dagen wa s, giad
a[ : zulks A do lf, zoo door de moeijelykheden
der reize als door detegen-
ftribbelingen zyns Zoons getroffen, eerlang
in ’t bedde ftortte , en op den
agttienden van Herfftmaand (x) zyn lee-
f i S - ven aldaar eindigde. Hy was de twee-
de en jongfte Zoon van Adolf den Ker-
ften , Hertog van Kleef, welke hem de
Heerlykheid van Raveftein voor zyn
Borgonje (3 ) volle Zufter van Philips 049^.
den Goeden geteeld hadt; doch dees (3) b i» - '
Heer van Raveftein door zyn tweede fropj,
Huuwelyk met Anna, Baftaard Doch-
ter van den gemelden Borgonjer, nog Suciö.*
nader aan het zelve Hiiis verknogt geworden,
hadt dit eerft en vervolgens
dat van Ooftenryk in de gewigtigfte
Staatsgevallen trouwlyk gediend ; gelyk
hy ons meermaalen is voorgekoomen,
en ook in deezen togt van meeninge
was om zynen Zoon met den Roomfchkoning
te vereenigen. Hoewel hem
zyn oogmerk niet gelukte, echter heeft
hy my hierdoor gelegenheid aan de hand
gegeeven, om wat ruimer van zyne ge-
ftelteniften te gewaagen , en dierhalven
'aandeel gegeeven, en uit Maria van ‘ zynen legpenning te vertoonen.
nil. a¡-
' 2.fo!.
Hét wapenfchild, ’c gene op de voorzyde fta a t , vertoont in het eerfte cn vierdé deci
ij)te- voor lü e e f agt goude Schepters, (4) of, zoo anderen meenen, zoo veel Leliën op een rood
-. chetrAû- ^ tweede en derde deel een gefchaakeerde balk van zilver en rood op eenen
gouden grond voor het Graaffchap van der Mark ; over ailes heen wegens zyne Moedèr
het Borgonfche wapenfchild, zoo als het haar Vader gevoerd hadt.
Uit de gedaante, welke men op de tegenzyde befchouwt, z y n , myns oordeels, de drie
eerfte letters zyner gewoone fpreuke in éen gelyk getaJ van woorden , die toc omfdirift
van de eene en de andere zyde ,.dienen, te vinden ; beftaande uic
P L V S Q, V ’ O N Q V È S . M E S.
M E E R D A N O O I T D E M T N E .
Het gedrag, noch het fterven van den
Vader, gaf weinige verandering in ’c
ftandvaftige gemoed van den Zoon, die
zich even hartnekkig verweerde ; des
de Stad Brugge alengs zwaärdere kwellingen
te lyden hadc, en zooveel te-
meer arbeidde om den fchaadelykcn twift
door een verdrag van Vree’de te verdryven
; in V’elk voorneemen het geluk
hem deeze raaal diende , omdat de
S S " ’ onverwagt in ’t buskruid (y) der
Mr.üb. Stedelingen iloeg , waardoor Philips
van Kleef, . die thans zoo geweldige
tegenwinden en ftroomen voor den boeg
5 gedwongen wierdt met den
L Teeh
Hertog van Sakfen voor zich , voor
die van Sluis en voor anderen zyner
partye,op deeze voorwaarde, te verdraagen.
Philips van Kleef zoude aan Albert,'
Hertog van Sakfen, als algemeen
Stedehouder van den Roomichkoning
en des zelfs Zoon , terftond den eed
van gehoorzaamheid en trouwe (d)afleg- c<?) Corps
gen ; en dees wederom , zooverre
als het aan den Heitog van Sakfen en
des zelfs Raaden moogelyk was, van den part ii. ’
Keizerlyken ban ontheven worden. Men
zoude de Stad en de Kafteelen van Sluis
onmiddelyk aan den Saks overgeeven;
mids dees het groote Kafteel wederom
R r r aan
! .■■«'S'il
I ' 'li
i m
..ili!? Si-':
üsllta.