Wykopzee äoor den Heer van Naaldwyk geplonderd
en verbrand. z 54. a
Wyk te Duurftede. Voorwaarden des vreedes
aldaar tusfchen Graaf TVilkm den VL en den
Hertog van Gelder geflooten. 14. a
X.
Ximenez {Franpois) Aardsbisfchop van Toledo
, volbrengt de plechtigheid van den huu-
welykszeegen omtrent Jam, Prins van Kaftilie
en MargaritavanOoftenryk. zSö.b
— Aardsbisfchop van Toledo. 376. h
-— . zyn,gedrag omtrent Don Manuel. 377-a
—— zy» wys gedrag naa den dood van Koning
Philips den Schoonen. 382.6. 283.3.6
Y .
YPere zendt gemagtigden met die van Gend,
naar Brugge , om Maxmiliaan als Voogd
zyner hinderen aan te neemen. 177.2
— ■ Maximiliaan zendt zyne Krygsknegten enBe-
velbebbers naar Tpere, die aldaar niet binnen gelaaten
worden, vermits de Stedelingen zich onzydig
willen houden. \ 92. a
Ypere {die van) worden door Maxmiliaan vermaand
om geene Franfche Krygsknegten in te neemen,
maar hooren daar niet naa. 20ö.a
doen den geeifchten voeival, aan den Hertog
van Sakfen, uit naam des Roomfchkonings. 223. a
Ysfelftein door de Egmonden vermeeßerd, door
den Heer van Brederode weder
de Utrechtfen gefloopt en tot
rnaakt. 18.6
----- door de Stiftzen belegerd, en door den Stadhouder
Lalein ontzet. 163.2
door die van Utrecht, en de Gelderfen belegerd,
verweert zich drie maanden lang manhaf-
tig. 4 j7 .b
—— wordt door Heer Floris van Tsfelftein ontzet.
437.6
Ysfelftein {Floris van Egmond, Fleer van) Zie
Egmond.
Ysfelftein {Trederik van) tot eerfien Graaf van
Buren door Maximiliaan verheven. 243.2
——— hitft de afgedankte groote gaarde des Algemeenen
Stedehouders tot rooven en plonderen in
Gelderland op. 274 a
— bezet door zyne Krygsknegten de uitgangen.
van Utrecht, en dwingt de Stedelingen door plonderen
en blaaken van 't platteland, om aan hem
eene boete van vyfentwintigduizend goudguldens
op te brengen, en de lighaamen en hoofden zyns
volks, die nog op de veßen en poorten te pronk
ßonden, op het Kerkhof te begraaven. 254.6
- Ysfelftein. {Joris van Egmond, Heer van) Zie
Egmond.
Yzenburg {Gerlagvan) Krygshevelhebber vanden
Bisfchop van Utrecht, verovert verfcheideneSh-
ten op de Gelderfen. 436.2
Yzere Kroon te Milanen, waar mede de Köningen
van Lombardye aldaar gekroond worden.
123.
Yzervarken tot een teken der Ridderordere van
Lodewyk, Hertog van Orkans, Grootvader van
Lodewyk den X II. aangenoomen. 422.
— — dit zinnebeeld met eene Kroone verfierd, door
Lodewyk den X II. aangenoomen' 422.
ZAal {Groote nieuwe) in 's Graavenhaage,
wanneer en waar van is opgebouwd. ö 3. a
Zandvoort en Noordwyk door de Soldaatenvan den
Hertog van Sakfen beroofd. 240.6
Zeeuwen weigeren mede tegen de Stiftfen uit i'i
trekken. 159.6
Zeeuwen en Holländers krygen vryhetd van Hertog
Philips, om opdeOofterlingente rooven. 53.3
Zeeuwfche Eilanden. Waaromde Flaamingen cen
ouden eifch op eenige der zelven hadden, en wanneer
dien afgeftaan bebben. 7.
Zevenbergen -wordt door Hertog PhiUps belegerd
en tot de overgaave gedwongen. 39.6
Zezimus, Broeder van den Turkfchen Kcizer tot
Gyzelaar van den Paus aan den Franfchen Ko-
ning gegeeven. 269.6
— — fierft. 270.6
Zirikzee door den Stedehouder, den Hertog van
Sakfen, geftraft over den toevoer aan de vyanden
van het Huis van Ooftenryk in den Vlaamfchen
oorlog. 243. a. 6
Ziska {Jan) eenoogde Feldheer der Huffiten.18.2 ■
Zonnenburg {Graaf van) ßaat de Bruggenaars,
die hei Kafteel van Kokfie hadden overrompeld.
205. b
Zoon van Holland enz. waarom dees tytel op de
munten van Jan van Beijere gevonden wordt.
Z3-
Zout. Nieuwe fchatting door Hertog Philips op het
zout geleid, doet de Vlaamingen uit fpatten. ö 3. a
Zuidewind, bynaam van Hendrik van Ens, Maarfchalk
vanGelder, die in V Slot Poederoijetever-
dedigen, fneuvelt. 393.6. 401.3
Zutfeen, doet den eed van getrouwheid aan Adolf
van Nasfou, in plaats van aan Maximiliaan.
I f p . a
— Staaten vari Zutfeen zyn Karel, Hertogvan
Gelder hulpzaam om zyne verlosfing te erlangen
, en weder tot het gebied te koomen. 241.6
—■ - wordt door Otto van Nasjou aan Geiderland
gekoppeld. 242.
— - V Graaffchap Zutfeen door de benden van
den Bisfchop van Utrecht ontruft en beroofd.
43ö.a
Zutfeen {die van) verkoopen uit kleinmoedigheid
hun ganfche Graaffchap aan Hendrik van Swartzenburg,
Bisfchop van Munfter. 150. a
Zwaaf (Ridder Hendrik) door PhiUps van Ooftenryk,
als Gezant naar Groeninge gezonden. 307.2
Zweder van Kuilenburg, met de Pauslyke keur
gefterkt, kampt met Rudolf van Diepholt om
den Bisfchoplyken zetel van Utrechi. 37. b
door zyne Moeders zyde aan de
vermaagdfchapt, en magtig F
37.6
wordt door Philips van Borgonje geholpen.
.40. a
door Paus Eugenius uitgeflooten. f i . a
fterft. 51. a
Zwitzers ßuiten een verband met Lodewykden XL
tegen Borgonje. 1 1 1. a
worden duor Lodewyk den X I. legen Karel
van Borgonje opgeruid. 1 25. a
rukken naar Borgonie, en regten aldaar veel
verwoeßingcn aan. 127.2
krygen den oorlog van den Hertog van Borgonje
op het ly f , hoewel zy dien zoeken te
mymyden.
13 1 .3 .6
•----- flaan het leger van den Hertog en veroveren
al zyn gefchut, zilverwerk en kleinoodien. 132.2
draagen den Hertog van Lotteringe hel Opperveldheerfchap
op. 132.6
—— ßaan hel leger van den Hertog van Borgonje
andermaal voor Morat. 133.6 ■
ßaan het ten deräemaal by Nancy, alwaar
de Hertog z e lf dood blyft. 134.3.6
- maaken Vreede met Maxmiliaan , onder
voorwaarde, dat hy nooit het verßaan van Karel
van Borgonje op hen zal wreeken. 146. a
in 't leger van Maxmiliaan, laaten zich
door de Franfen voor Dion omkuopen. 302.6
----- verraaden Lodewyk Sfortia, Hertog van
Milanen, en leveren hem aan de Franfen over.
328.3.6. 329.3
— - worden door Lodewyk den X IL tegen Maximiliaan
omgezet, en weigeren hem in den Italiaanfchen
oorlog op foldy te dienen. 398.6
— tot hulp der Vmetiaanen tegen Maximiliaan
ontbooden, geeven voor, naa dat reeds betaalt
waaren, niet tegen den Keizer, dan in 't befchermen
van Milanen te willen dienen. 403.2
—— worden door Paus Julius den I I . van Lodewyk
den X II. verwyderd. 427.6
— worden door dien zelven Paus van Lodewyk
afgetrokken door de belofte eener jaarwedde van
dmzend guldens voor iedere Canton. 427,6
vallen met zeßienduizend mannen in V mid-.
den van den winter in den Milaneefche» Staat,
maar keeren zonder iet merkwaaräigs bedreeven
te hebben, terug. 443.^3
— vallen tot hulp van den Paus in Lombardie,
veroveren Cremona en Pavia , welke Steden de
plondering a f koopen, en worden door den Paus
met vereeringen en eernaamen befchonken. 447. a
befpotten de Franfen, in V belegeren en befiormen
van Novara. 450.6
■ vallen op het Franfche leger aan, en ßaan
het zelve. 457. a
doen eenen inval in Borgonje, en ftaan zich
voor de Hoofdftad Dion neder. 459.6
■ ■ " beftormen die Stad, maar worden door de
lifi^ van den Stedehouder Trimouille, en een bc-
drieglykverdrag overreed om weder afte trekken.
460. a
Zwitzerfche Cantons verecnigenen verbinden zieh
voor altyd met de Grizons of Graubonders.
314.6
weigeren aan JCeizer Frederik om mede in
het Zwaabfche verdrag tc treeden. 314.6
— maaken eene verbintenis met den Koning van
Vrankryk. } 14. 6
Zwyn {het) by Sluis, een der beroemfte en befte
havenen van Europa. 248.
Zwynaarde buiten Gend. De Gemagtigde van den
Aartshertog Philips, Zoon van Maximiliaan,
bezweeren aldaar uit zynen naam de rechten en
vryheden van het Land van Vlaandre. 16 1 .6
E I N D E.
Ingefloopene FE ILEN , dus te verbeteren.
B. regel 26. ftaat, Klyndochter, lees, Kkindocbter.
B. regel 43. en 44. ftaat byzon-zondere, lees, byzondere.
B. regel 38. en 39. ftaat, ge-gefcheiden, lees gefcheiden.
A. regel 51. en fol. 129. A. regel. 34. ftaat, verfcheinen, lees, verfchynen.
regel 2. ftaat, vae, lees, van.
A. regel 2. ftaat, onvermeidelyk, lees onvermydelyk.
A. regel 24. ftaat, beifter, lees, byfter.
A. regel 34. en 35. ftaat, he-bekwam, lees, bekwam.
inde verklaaringe van de voorzyde des pennings ftaa t, DEES AREND E N LE EÜ IV
enz. lees, HIER ZTN D E AREND E N D E LEEUftV VEREENIGD GEZIEN. enz.
A. regel 15. ftaat, ouderom, lees, ouderdom.
B. rege! 32. ftaat, niet te recht te ftaan, lees, te recht ie ftaan.
B. regel 6. ftaat, zynen vollen beflag, lees, zyn voi beflag.
A. regel 15. ftaat. en dierhalven, lees, en dien dierhalven.
A. regel 11. ftaat, getrokgen, lees , ^
Fol. 60.
fol. 61.
foi. 62.
fol. 63.
fol. 72.
fol. 75.
fol. 89-
fol. 90.
fol. 126.
fol. 167.
fol. 18^.
fol. 222.
fol. 225.
fol. 445.
De naauwkeurige Leezers worden verzogt de overige misilagen, ’t zy van meerder o f minder
belang, te willen verfchoonen?
/. DM. Ff f f f f f