149a
. « 11 r s T O
ftreek insgelyks dc wet tc flcllcii; dasi
■ wy dc gevallen liicr vervolgens van zul
len inklampcn.
Hoe ftreng de koude des voorgaan-
R I b E R
te Gend onthalft wierdt. OndertulTchen 1491
was Koenraad Elaveloos met vccl volks
van Damme , daar hy Kolonel Stedehouder
was , voor de poorten van
Brugge (3 ) gekoomen , verzoekende OIDcr»
dpn vvimcrs sewccil w a s , nogtans Brugge ( 3 ; .
den vm crs gcuc ¡ Stedelingen eene maand bezoldmg v,n
n
Viaand. MSS.
t V d n i t a d e n voor zyne knegten , en drong dit met
dat men , om
niet verkoeld ; dewyl de Hopliedcn ¡ voor zy
Ä S I ;:;r
ÏÏS'”’- • maand vcrraften , daar zy , vermids
(1) Die
Excell.
Chron.
van
Viaand.
fol. 173-
’er de Edellieden van den Vryen gezeten
waren , grooten buit vonden.
Maar de Graafvan Naffou, naauwlyks
van het iluk berigt zynde , rukte met
alle zyne Krygsknegten, die hy fpoedigby-
een konde raapen, derwaart, cn plantte
ilraks zyn geichut voor dc Stad ,
’t gene den Gendtenaaren , bedugt
voor den florm, het hart deedt krimpen
, en zonder toevcn naar een verdrag
deedt luiileven; door het welke
zy veilig, maar ontzet van al den roof,
naar huis keerden , laatende de Stad
aan den Naffmfchen Graaf , wiens
volk den Stedcling plukte, en eerlang
zoowd geiaaden wederom naar Damme
( x ) trok , dat veelen de zilvere
kroezen , fchaalen , lepels cn andere
geplonderde goederen op hunne hoeden
volks, en eifchte hec zelfde, met bedrei-
ginge by weigering de Stad in ligte vlam
tc zettcn , en kreeg dus van de benaauwde
en mutzen tc pronk droegen.
Zoodra de verdreevencn binnen Gend
kwamen , wierdt de voornoemde Jan
Denys , als of hy zynen plicht in
het verlaaten van Diksmuide verzuirad
hadc , grootlyks van zyne Mcdeile-
delingen befchuldigd ; des h y , zich
niet langer vertrouwendc, met honderd
der zynen naar ’t Slot te Honsdom
doorliep, alwaar hy zich zoolang m.et
flroopen geneerde, tot de Hoogbaljuw
van Gend , Joris Jan van Schoonhov
e , cn Gillis van den Boffehen, Hop-
man der witte Kaprocncn , hem met
magt van volk in hec Slot belegerden,
en hec zelve ftormende overweldigden,
in koolen leiden, cn niemand der Be-
zettclingen fpaarden,dan den Bcvclheb-
bcr Montmorency cn Jan Denys, van
welken de eerfte aan Philips van Kleef
gezonden, en de andere op dc markt
Ingezetenen ook gelyke voldoening.
Die- van Sluis namen thans hunnen
tyd waar , en ftaaken niet allccn het
vuur in de Stad Ardenberg, maar in
alle Sterktens, die hen aan dien kant
hiuderlyk waren ; ook overweldigden
zy , door den loozcn raad van Jan
Koppcnolle, Hopman van Gend’, wel
twintig binnenlandfche fchepen , welken
met veclerley voorraad naar Brugge
voeren , daar alle ongevallen op aan
vielen. Zulks de Hertog van Sakfen
met de Overigheid dier Stad in ovcrleg
raakte, en de zelve in bedenking
ga f, wyl men de byeenkoomften van
Sluis, Hulft , Ardenberg en Mechele,
tot onbefchryflyke fchaade voor het
Land van Vlaandre, zonder eenige goede
gevolgen geeindigd zag , cn dat,
door ’t floppen van de doorvaart tc
Sluis, de benaauwdhcid der Gemeente
dagelyks zwaarder zoude vallen , o f ’t
niet bctcr ware door geweld van wapenen
zich hieruit te redden ; liy ver-
mat zich het ftuk te volvoeren , indien
men hem, op elk rcdenlyk hoofd,
’c gene te Brugge woonde, twee Andriesguldens
wilde toeftaan , vvclkeii
hem, mids vooraf den Stroom tc openen,
beloofd wierden. Naauwlyks liepen
’er twintig dagen door, o f de Stedehouder
verzogt hec gemelde geld van
de Bruggenaaren, om ’cr de Stad Sluis
mede te dwingen ; doch dc Overigheid
gaf hem ten antwoord , dat zy niet ccr-
der betaalen zoude dan naa de doorvaart
te Sluis geopend was.
N E D E R L A N D S C H E V O R S T E N . IV. BocL ^ 2 4 ;
De
1491 De Graaf van Naifou, bedektlyk met
, fommige Gendtenaaren ( i ) gehandeld
j: ic iC h io n . i^ebbende, meende op zekeren nagt,
[ vSancl. dat hy voor die Stad kwam , ingelaaten
te worden; maar toen ’cr vyftien
zyner ruiteren tot binnen de poort
kwamen, wierdt hec verraad bekend ,
het fchuthek neergclaaten en de klok-
kcn dermaate alom bewoogen , dat de
Graaf terftond dc vlugt koos. Omtrent
Pinkfter overvielen eenige Duitfen de
Hondfchootcfche markt , daarze verfcheidene
ryke Kooplieden van Ypere
vingen , voorts alles beroofden en van
daar naar Kortryk renden ; maar als zy
met dien buit belaaden , tuffchen Gend
en Oudenaardc, nog eene groote meenigte
beeften wegdreeven , wierdenze
fchielyk van den Hoofdman Arnoud
de Klerk , genaamd Ploegenaar , verzeld
van een groot getal Gendtenaaren,
zoo hevig befprongen,. dat ’er naauwlyks
een t’huis keerde. Die van Gend,
moedig op de dapperheid van hunnen
Stedeling , befchonken hem , ten teken
van eere en dankbaarheid, met
een nieuw vendcl, befchilderd met eene
fchoone maagd ftaande voor een gou-
den ploeg, van welken een Landman
cn een zwarte Leeuw faamen den ftaart
vail hielden , cn agter deezen ftondt
met goude letteren gefchreeven , elk
heeft zynen tyd.
De vroomheid van deezen Krygsman,
en ’t geluk zyner wapenen verwekten
ongemeenen naayver in de Gebroeders
Jan en Frans Koppenolle; zulks zy den
lof zyner daaden tragtten te vcrdooven
door de Stad Gend aan den Hertog
van Sakfen over te geeven, en maakten
dierhalven den Hoofdman de Klerk
diets, dac ’er veel voordeels te Mariakerke
voor hem te haalen was, daar hy,
heet op den roof, met de zynen heen
ftreefde ; maar duidelyk befpeurende
misleid te zyn , doordien het Duitfche
legcr byeen verzaameld en ’s nagts voor
Gend gevoerd wierdt, keerde hy ftedewaart
, en nam nevens anderen de
(i)Die gemelde Koppenollen (x ) gevangen ,
S n op *^0 pynbank gebragt, en het
I. Te el.
ftuk bekend hebbende in’c openbaar onthoofd
wierden.
Hier uic kon de Saks gemaklyk bevroeden,
dac het fpel te Gend verbrod.
was; dierhalven wendde h y ’t naar Sluis;
maar S'. Anna ter Muide • genaderd
deedt hy die van Brugge aanzeggen
niet verder voort te können ; ’c en zy
het verzogte hoofdgcld alvoorens betaald
wierdt, des men uit verfcheidene
inzigten hem de helft (3) toeftondt.
Sedert wierp hy het beleg voor de
Stad Sluis met ontzaglyke benden, welken
zich in ’t eiland Kaffand , en in
de rondom gelegene befchanfingen begroeven
en verfterkten. De zorg ter
zee liet hy aan Philips van Borgonje
Heer van Bevere, en zynen Zoon Joris
bevoolen. Deezen geleiden drieen*
veertig fchepen , en onder de zelven
dertien groote Hulken , voerende drieduizend
ftrydbaare mannen,cn een geweldig
gevaarte van gefchut, uit Zeeland
derwaart.
Wanneer deeze Vloot nog met twce-
entwintig (4 ) welgewapende fchepen
uic Engeiand , en vier uit Holland verfterkt,
en in de haven geankerd was,
begon het gedruis en getier van alle zyden
even vervaarlyk ; zulks de Gendtenaars
alle hoope lieten zakken, cn zonder
toeven eenige Gelaftigden naar Mechele
by den Landsheer Philips zonden,
met welken z y , o p ’t goedvinden des
Stedehouders, een verdrag aangingen,
waarby bedongen wierdt, dat zy den
Roomfchkoning als Voogd ( y ) van Zynen
Zoon, hunnen natuurlyken Heer,
ontfangen en huldigen, in dc gcldboe-
ten aan Maximiliaan , begreepen in het
verbond mec hem geflooten , hun aandeel
draagen, en de gevangene Edcl-
lieden, welken hen van Brugge , toen
’er de Roomfchkoning gevangen z a t,
gezonden waren kofteloos ontilaan zouden
: wyders die federt deeze twec-
dragt in de Regeeringe der Stad geweeil
waren, zouden den Landsheer ,
of den Hertog van Sakfen, om genade
fmeekende te voet vallen, en het geld
aldaar, gelyk het by andere deelen van
Q q q Vlaan-
149X
Víaínd.
fol, 27 Î-
(3}Derp*:
res Chron;
VJaand.
MSS.
(4) Haræi
Annal.
Brab.
T o m . I.
fol. 487.
f j ) Defpi-
res Chron.
V iaand .
MSS.
Li
M .'foi