‘ *5.
IJ-IO
( i ) Dum-
bar. Ana-
le tì Tom.
II. pag.-
4 5 h
den grond raakten , veroverden een
vaartuig tnet geweer, eenige Gelderfche
f l ) Revü
Davent.
JUult. pag
¿j 8j .
(3) Slich.
tenhorft
GeM Gefchied.
fcl. 318.
Edellieden en veertig o f vyftig
knegten , welken binnen Kampen onthoofd
wierden ; tot veel leeds voor
den Gelderfchen Hertog, die voornam
dit bedryf op die van ’t Stift te wreeken
, en met deeze drift ftraks alle
zyne ruiters en voetknegten byeen en
voor Deventer rukte , dat van zyne
Burgeren en zeshonderd Schoolieren
manhaftig wierdt verdeedigd ; des de
Geldersman het beleg opbrak , en voort
naar Twente liep , het zelve met het
grootfte deel van ’t Opperftift onder
brandfchatting ftellende , eerlang ook
Goor , Oldenzeel , Lage en Diepen-
■ heim ( i ) tot de overgaave dwong.
De Bisfchop van Utrecht, deeze fchaade
zyner Landen niet könnende veelen
, bragt met die van Overysfel eenen
wakkeren hoop volks op de been,
over welken hy Gerlag vanYzenburg
het bevel gaf, en trok met deezen in de
Veluwe ; alom groote verwoefting geftigt
, wyders ook de verloorene V es-
tingen weder gewonnen hebbende is
hy , verzeld van Floris van Egmond
Heer van Ysfelftein, van den Heer van
Batenburg en anderen, op het fterke
Slot Verwolde (2 ) by Lochern aange-
vallen , ’t gene in den derden ftorm
overweldigd , voort uitgeplonderd en
ten gronde toe geflegt wierdt. Op gelyke
wyze de Veiling Oldenzeel en het
Slot Keppel gedwongen hebbende liep
hy den Ysfel by Deventer over , en van
daar in ’t Graaffchap Zutfeen , het zelve
, door zyne vyandlykheden, in geweldige
Arnhem en Harderwyk, als onder het 1510
gebied van den Nederlandfchen Vorft '
behoorende , verfchoond gebleeven ;
insgelyks waren die van Utrecht buiten
alle deeze bedryven , midsze met de
Gelderfen heulden , en hierom magtig
onruft en bekommeringe fteeken-
de keerde hy met grooten roof terugge
en andermaal in de Veluwe, fleg-
tende ’t gene ’er nog overeinde gebleeven
was. Wanneer hy Nykerk hadt
doen bukken, en de Herfftbuijen de
voorfpoedige uitvoering der Krygsdaa-
den hinderden, is ’er eindelyk eenen
Vreede (3 ) o f een zeker beftand tuffchen
de ftrydende partyen ingewilligd.
In deeze hevigheid, die geheel Gelderland
deedt daveren, waren die yan
verftoord geworden op Floris Heer
van .Yffelftein, wyl dees zich met den
Bisfchop tegen den Geldersman gekant
hadt ; dierhalven poogdenze dit op hem
te wreeken , en door Schouwen vol
Volks, overdekt met T u r f de Veiling
Ysfelftein te overrompelen ; doch dees
toeleg tegen hunne verwagting uitge-
vallen , is Heer Floris , om dit beftaan
weder betaald te zetten , met
grooten fleep van - —kr— yJ gstu(i_7g en kneg^ten
den veertienden van Louwmaand in het
jaar elf voor Utrecht gekoomen , meenende,
door middel van ’t ys en ladderen
, de muuren gemaklyk te faeklim-
men ; maar de rondomzwierende Gelderfen
ontdekten en ftuitten dit opzet,
des Floris langs de nieuwe vaart a f-e n
binnen zyne Veiling trok.
De verfchillen van den Nederlandfchen
Vorft en den Hertog van Gelder
fcheenen, eenigen tyd herwaart, zich in
betere vouw te fchikken , moogelyk
omdat de Hertog zich-vleide van alle
tweedragt te zullen bedaaren door de
egtverbintenis tusfchen hem en Vrouwe
Ifabellavan (4 ) Ooftenryk, Zufter
van Karel Prins van Kaftilie, van welk Lo«xji.
huuwelyk het gerügt reeds in Spanje
en in Vrankryk verfpreid was : ’t zy "itot
d it, o f een ander oogmerk , Keizer
Maximiliaan hadt Jan van Oftin,
gezeid Hesdin , naar Gelderland afgevaardigd
; maar dees tuffchen Arnhem
en Zutfeen gekoomen verftondt,
dat Harderwyk den zesden van Sprokkelmaand
( i ) tot de Gelderfen was [si]«»
overgegaan , ter oorzaake van eenen u„o«sii
brief, dien de Stedelingen verzonden,™;,’]
en door welkenze aan die van Arnhem
onderiland in zekeren aanflag verzogten
; de Gelderfen deezen brief onderfchept
hebbende fchreeven een bedrieglyk
antwoord , door het welke
zy de StedeHngen op eene bekende
hoogte befcheldden , deezen waanende
1511 de van hunne vrienden derwaart geroe-
pen te zyn, vielen inde gefpanne ih'ik-
ken der Gelderfen , die hen verfloe-
gen , voorts de Stad , geholpen door
den opftand van ’t graauw , inkreegen,
en de aankoomende Arnhemers met
geen klein verlies in de vlugt dreeven.
Hoe groote beweeging de Keizerlyke
Gezant ter wederoverleveringe dier Stad
by den Hertog van Gelder , die dus
openlyk het verbond van Kamerik gefchonden
hadc, mogt maaken, zy was
van geene w'aarde. '
Koning Lodewyk, federt befeffende
met welke zugt hy den Hertog van
Gelder eertyds gedraagen hadt , en
dusdaanige bedryven geen geringe verweidering
tuflchen hem en den Keizer
zouden baaren , betuigde zyn misnoegen
hierover aan den Gezant des Keizers
, Andries van Burgo, welke dit
geval den Koning geklaagd, en hierop
orde gekreegen hadt , de Landvoogdeffe
der Nederlanden te fchryven,
dat de Koning al zyn vermoogen zoude
infpannen om de Stad weder onder
IPLeitres de gehoorzaamheid ( i J van den Ne-
LoSii. derlandfchen Vorft te brengen ; dierhalven
hadt hy reeds zynen Geheimfchryver
Mate Guernadon bevoolen naar
Nederland te vertrekken, om tuffchen
de Landvoogdes en denHertog van Gelder
eene verzoening te weege te brengen
, haar t’evens verzoekende van den
Keizer zonder uitftel tot de onderneeming
van Italie te willen vermaanen.
Wanneer de Landvoogdes federt uit
den Franfchen Gezant verftondt geenen
lall tot het inruimen van Harderwyk,
als wel ter bemiddelinge der vyandlykheden
, te hebben, en hoorende
dat de Hertog van Gelder groote wapenruiling
maakte , gaf zy den Koning
Lodewyk de meening des Keizers te
verftaan , naamenlyk niets te zullen
PS-'
Ssoy “ beginnen (2 ) voor de overgaave van
Unisxii. Harderwyk volbragt was. Ook dcedt-
om. 11. 2,e den Keizer weeten , datze , hoe
pjg, ,33. _ . , -------
Z ieh de Koning mogt ontfchuldigen,
ISLnm, gchter verzekerd was , dat hy den
£ ‘.™' p®'fiersman ( 3 ) begunftigde , en dat
p»s.i’s8.’ 2.00 ’t haar toefcheen, geen ander
/. Deel.
middel tot het verkrygen van die Stad i f t i
over was dan ’t geweld. Temeer wyl -----
de onluft dagelyks hooger fteeg, doordien
de Gelderfen nog onlangs verfcheidene
Kooplieden van Antwerpe en
Mechele, reizende naar Frankfort, by
Keulen geweldig aangetaft en gevangen
hadden, eifchende voor de ontflaagin-
ge meer 'dan honderdduizend guldens.
Hier voegdeze agter, dat ’er door uit-
vinding des Konings cen heimelyk verbond
onder die van Gelderland, Kes-
len en Gulik gefmeed wierdt, by hec
welke de Dochter des Hertogen van
GuUk aan den Hertog vän Gelder in
den egt befteed zoude worden.
De Keizer Maximiliaan en de Landvoogdes
Margarita deeden over deeze
bedriegeryen afzonderlyk hunne klagten
aan den Koning Lodewyk, welke zich
op het krachtigfte verontfchuldigde, en
ftraks den Hertog van Gelder vermaande
van niet alleen Harderwyk (4 ) en
de gevangene Kooplieden aan de Land-
voogdesfe Margarita over te geeven,»'“™” -
maar zelf alle oneenigheden re befle«-
ten, en by weigering van dit ver-zoek
’s Konmgs vriendfchap te zullen ver-
Uezen. Hierop antwoordde de Hertog
van Gelder fchriftlyk uit Wageninge
(y J den drientwintigften van Bloet- (siLetM
maand , dat hy, op de begeerte des Ko-
nings, eertyds de Stad Wefop en het Ton:. 11. ’
Slot Muide, hoe naadeelig voor Gel-
derland, nogtans hadt afgeftaan ; doch
omtrent Harderw'yk was hem zulks niet
moogelyk , de Koning zoude dit niet
kwaalyk duiden.
Onderwylen poogden die van Utrechi
zich meefter van Ysfelftein te maaken ,
en dewyl het bedrog niet hadt willen
flaagen , fpandenze nu met den Geldersman
aan, e n , toen Nyenroe ver-
delgd en een Blokhuis op de vaart geftigt
Vi'as , floegenze zich voor Ysfelftein
neder , dat zich drie maanden
( 6) kloekmoedig verweerd hadt , al- Hont,
eer Heer Floris met zyne knegten, on- c K "
devlies Ordere, de vyanden van daar
tot binnen Montfoort dreef. Den naaften
dag aan deezen aftogt bragt de Her-
Ss ss s tog
M . 57«.