‘J .il '
1 WM II
U l
i l i i
3 0 4
fen en gebieden, geldmunten , fchattin-
■ gen , tollen , Kerklyke of Burgerlyke
voorrechten en inkoomften , 200 te water
als te land, welken voorheen den
Vorften toebehoorden , genieten en gebruiken
; des zoude Albert en zyne Erven
den Keizer en des zelfs Opvolgeren
getrouw zyn , dienft bewyzen en zonder
bedrog hun voordeel betragten;
doch onder deeze voorwaarde , by aldien
’er eenigen der wettige Naakoomelingen
’t zy Keizers, Vorften des Ryks,
of de Aardshertog Philips Graaf van
Holland en zyne Erfgenaamen , by raad
en toeftemming der Keurvorften aan Hey-
tog Albert of den zynen honderdduizend
Rynfchguldens, en hierenboven alle on-
■ koften ter verfterkinge der Steden en
Kafteelen , of iet anders by hem uitgefchooten
aan den betaaler te ontruimen en over 145^8
te draagen met alles,’t gene daar aan vaft :
is, zonder eenig tegenzeggen. Al het
welke de Keizer begeerde verftaan te
hebben , dat hierdoor het recht der
Graaven van Holland , ’t gene zy vermeenden
, ’t gene ter behoudenifte, des
Lands ftrekte , betaald zullen hebben ,
dat hy of zyne Naakoomelingen alsdan
verplicht zouden zyn , om het Land
op Vriesland te bezitten , in
geene deelen gefchonden of verminderd
zoude zyn.
Naadat Hertog Albert fchriftlyk beloofd
hadt voor zich en zyne Naazaa-
ten alle leden van deeze overdragt te
zullen onderhouden, is de brief in Vriesland
afgekondigd , doch van ieder niet
even aangenaam ontfangen; echter hieldt
Sohpmburg het gezag zyns Meefters
ftaande ; om het zelve te doen door-
! ftraalen,deedt hy ’er ftraks geld (i) raun- (,) s*»
I ten, ZOO op den naam des Keizers als op fi“
dien van den nieuwen Stadhouder; van )«iH
wmlke ftukken my de volgende afbeei- °
ding,, ter verfterkinge van deezen han,-
. del, alleenlyk bekend is.
(lì Cancellery.
• ’ Het verdeelde wapenfchild der SaMfche Landftreeken , ’t gene op de voorzyde ftaat,
en hiernaa Zal verldaard worden, is binnen deezen zoom van letteren beflooten;
A L B E R T U S D V X S A X O N i® G V B e r h a t o r E R lS i® .
A L B E R T H E R T O G F A N S A K S E N , S T A D H O U D E R F A N
V R I E S L A N D .
De tegenzyde heeft het gekroonde Keizerlyke wapen , den weekoppigen Arend , dat
van m e e Leeuwen , die het wapen van Vriesland nitmaaken , gehouden , cn van eene
( ,) Salo. fpreuke van den wyften der ( 2 ) Koningen , hier omvangen wordt;
mons
Spfikcn p j j j q r a c IA R E G E S R E G N A n T .
v!li.v«s. d o o r g o d s G E N A D E H E E R S C H E N D E K O N IN G E N .
De verandering der Vrieflche zaaken,
was de Staaten der Nederlanden, inzonderheid
die van Holland, geweldig tegen
(jisctio- (3) de borft; wandt zy befeften, dat de
ehr n Hertogvan Saklen, eens in de vreedzaame
v.nVricsi. bezittinge zynde, de zelve niet gemaklyk
ioiaOs. zoude; ook vermeendenze,byaldien
hun Landsheer nu of dan aan ’t gebied
mogt raaken, hem zulks voordeeli-
ger naar het oude onbepaalde recht, dan
naar deeze nieuwe bekrompe overdragt
tezullenzyn. Deeze bekommernis wierdt
merkelyk vergroot, eensdeels door de beweeging
van den Utrechtfchen Biflchop,
die in den eigendom zyner Kerke wegens
Groeninge vreesde beleedigd te worden;
andersdeels door die van Leeuwaarde,
welken door nieuwe verbittering van de
Sakfen belegerd, en denNederlandfchen
Vorft Philips heimelyk deeden weetedna,t
(1) Stho-
nnus
Chron.
vanVriesI.
fol, 466.
(3) Corps
Diplom^
F«du
Mone,
T om .ijj
fol, 396.
dat zy bereid waren, 2ich aan hem over
te geeven, indien hy hen voor de Sakfen
wilde befchermen ; ’t gene den Vorft
aanmoedigde om den Ridder Hendrik
Zwaaf in Gezantfchap naar Groeninge te
2cnden, daar hy in den vollen Raad uit
bevel zyns Heeren verklaarde, dat geheel
Vriesland aan den Graaf van Holland
behoorde, gelyk men door verfcheidene
blyken uit de briefkamer ( i ) van Holland
konde aanweizen, dat veele Keizers
en Koningen dit Geweft aan de Graaven
van Holland gefchonken, en dat zy hec
zelf langen tyd bezeten hadden, en Philips
ter dier oorzaake den tytel nog voerde,
des ook te raade geweeft was, om,
zoodra zyne grootfte verhinderingen aan
eenen kant waren, het zelve weder in te
neemen. Dat Hertog Albert, toen hyin
Weftergoo viel, voorgegeeven , en nog
onlangs tegen de Groeningers gezeid
hadc, dit in den dienft van Maximiliaan
( 1 ) of des zelfs Zoon Philips gedaan te
hebben , bleèk onwaar te zyn, wyl hy
Leeuwaarde buiten kennis van Philips
berend hadt,en de Stedelingen perfte om
hulp te verzoeken, die zyn Heer bereid
was hen tc geeven, en, behoudens hunne
rechten en vryheden, in zyne befcherming
te neemen: ja zoo de Saks weigerde het
beleg te verlaaten, zoude hy alle Nederlanders,
die onder den zelven dienden,
terugge roepen,alle toevoer uit Holland,
Zceland en de naabuurige Landftreeken
verbieden, en hem door geweld van wapenen
verjaagen.
Decze reden hadt de Nederlandfche
Vorft den Groeningeren doen voordraa-
gen, omze aan zyne zyde te krygen ; doch
het overgaan van Leeuwaarde ftremde
den handel, en de Gelderfche Oorlog
verwekte groote zorgen,zulks de Landsheer
Philips, om zich bet te dekken, Engelbert
van Naflou Heer van Breda en
Stadhouder van Vlaandre, Philips van
Contay Stedevoogd van Atrecht, Janle
Sauvage Voorzitter van Vlaandre, Jan
van Tinteville Ridder, en Laurens van
Blioul Geheimfchryver, in Gezandfchap
aan den Franfchen Koning (3) zondt,
met volftrekten laft om de nog hangende
verfchillen over den Vreede van Scnlis
uit den weg te ruimen. Deezen zyn met
I . T e e l
den Koning hierin overeen gekoomen, 1498
dat de drie Steden en Kafteelen van
Artois, naamenlyk Bethune, Arie en
Hesdyn , volgens den Vreede van ’t jaar
drieennegentig , aan den Aardshertog
Philips zouden overgeleverd worden,
zoodra als het Duitfche Krygsvolk uit Borgonje
geligt wasj naar welk Landlchap
de Aardshertog met geweld van wape- '.
nen,zoolang Lodewyk deTwaalfde zoude
leeven, niet mogt dingen, maar wel
in vriendiykheid door vermaaningcn cn
bewyzen; gelyk de Koning insgelyks beloofde
wegens den eifch op deBuvgvoog-
dyen van Ryflel, Douay en Orchiers te
zullen handelen: wandt de Franfen poog-
den aan te toonen, dat deezen door een
heimelyk verbond (4) van Philips den
Stouten, Hertog .van Borgonje, aan des fonce
zeifs Broeder Koning Karel den Vyfden
weder beloofd waren. Ook wierdt de
Aardshertog Philips ontheven van zyne
reis näar den Koning Lodewyk, dien hy
voor de Graaffchappen van Vlaandre en
Artois, midsgaders andere Landen, verplicht
was manfchap te belooven ; wyl
deeze plechtigheid van eenen Gelaftigden
des Konings in Nederland zoude onfangen
worden. Het welke den tweeden
van Oegftmaand getekend zynde, op den
zeftienden (y) der zelver maand nog na-
der van den Aardshertog en van eeni- par du
ge Nederlandfche Grooten bekrachtigd Tom.'iii.
wierdt.
Part. I I .
Vermids men thans van den Franfchen . *ioi.
397.
Koning niets te vreezen hadt, zoo kreeg
de onderneeming op Gelderland beter
aanzien; te meer, wyl de Keizer, omringd
van Vorften cn Heeren, met kioe-
ke manfchap in Wynmaand over Aken
naar Nederland kwam. De algemeene
Stedehouder,Albert Hertog van Sakfen,
zulks verneemende, reedt hem tot by
Maaftricht (6) te gemoet, hebbende den
Aardshertog Philips aan zyne regter, en mcritis
des zelfs Zufter Margarita, die onlangs
uit Spanje gekoomen was, aan zyne flin- Szxon.
ker zyde, zeggende tegen den Keizer, SSd«-.
Genadige H e er, uwe Majefleit heeft my
een L and v o l Krygs en ganfch ongehoor-
zaam, met weinig gelds en veele vyan- ■ agtergelaaten en aanbevoolen God^^"^^’
heeft my het geluk gegeeven om u deeze Hli hh twee
I t l i I
l 'Itili
I ' *'fo I
iii nil, » i'/rffi