Il Ili I
H y w . een Botgonjee van geboorte, Hoer ™ F / T a r n ll
van zyn Vaderland ■ Gen,fnaaren gedood zynde , dea zelfs agterneer
de K “ « ' '« ^ Carondelet gegeêven wierdt, Vermids de penning voor
t f r f * ; f ; d ™ S 1 s ! t i e t men rondom het borllbeeld zynen eerften tytel dus nevens zynen
T om . I. na am in dcrr rand gefteld i
foL 456.
I O H A N N E S C A R O N D E L E T V S P R A E S n s B V R G V N D i * .
J A N C A R O N D E L E T U S F O O R Z I T T E R F A N B O R G O N J E .
ven dit byfchrift haars naams;
® M A R G A R I T A D E C H A S S E .
Wl.le
Cjrpen-
tier Hift.
de Cambray.
T om . II.
pag. 368.
Guicciar-
din Be-
fchr. der
Nederl.
fol. 326.
H o ew e l’t den Gendtenaaren bekend
ftondt , dat de Landen van A a lft,
Waas en de vier Ambachten , of het
Overfcheldefche gebied , ’t gene zieh
tot aan de muuren hunner Stad uit-
ftrekte , en ’t Keizerlyke Vlaandre
geheeten wordt , een oud Leen van
’t Roomfche Ryk (3) was ; desniettegenftaande
wierdt ’s Keizers eifch , by
de heethoofdige Stedelingen , daarom
niet te meer in beraading genoomen;
maar in aller yl verworpen : ja de
Heraud liep geen klein gevaar van
by hen mishandeld te worden , ’t en
zy Philips van Kleef hun dol opzet
geftuit hadt.
Vermids de Stedelingen van dien
tyd af bcfpeurden , het belegeren en
befchanfen den Keizer ernft te zyn,
zoo fchooten zy dierhalven de wapens
ook vaardig aan , en verhieven
Philips van Kleef, des Roomfchkonings
borg , ingevolge zyner voorgaande
belofte , tot hunnen Befchermheer.
Dees van de Overigheid dier
Stad onderfteund zynde 'fchreef zyn
voorneemen aan Maximiliaan , betui-
gende daarmede zyn verdriet , dat
de Roomfchkoning niet meerder achting
voor zynen eed droeg ; inzonderheid
omdat hy Philips zieh zelven,
met gelyke verzekermge , verbonden
hadt (4 ) den Vlaamingen uit al zyn^,,^.
vcrmoogen tegen Maximiliaan , zoo wipj"
die in gebreken b leef, te zullen
helpen , gelyk hy nu verplicht was
te volbrengen. Sedert wierdt de Stad,
om de dreigende ongevallen af te weeren
en te verduuren , aan alle zyden,
zooveel de tyd en gelegenheid toe-
liedt, verfterkt. Met geen minderen
yver regelden die van Brugge hunne
■ (ilDie
Excel).
Chron.
ITaand.
; foi, 154.
zaaken , en velden alle boomen, huizen
en fchuuren ter neder , welken
binnen een vierdedeel van een uur
buiten hiinne veften ftonden ; insgelyks
zonden zy tw'eehonderd mannen
naar de Stad Sluis , wyl die de
fleiitel hunner ververfinge w'as , om
de zelve met bezettinge te voorzien ;
doch de Stedelingen weezen dit volle
van de hand , en verklaarden zieh
toen onzydig te willen blyven ; alleenlyk
joegen zy , die den jongen
Vorft Philips geen trouw zweeren -«'11-
den, buiten ; wandt op des zelfs naam
wierdt alles by de Vlaamingen verrigt.
Terwyl ieder dus woelde , liep ’er
naauwlyks een dag door , dat men
elkanderen niet her- o f derwaart in ’t
hair zat , en den verfchilienden uitflag
nu over deeze dan weer over
gene zyde zag hellen. Waardoor de
verbittering der Vlaamingen magtig
onilak, en door het toen loopende getilgt
nog heviger wierdt , als of by
den Keizer en den Roomfchkoning
gezwooren (i) was, de Steden G en d ,
Brugge en Ypere, met vuur en zwaard
ten gronde toe te zullen verwoe-
ften. Dit en ’t herdenken der golden
, welken zonder eenig nut bereids
aan Maximiliaan verleend waren, midsgaders
de onderftand van twaalihon-
derd Franfche knegten, die binnen
Gend gebragt wierden , verftrekten
den beleedigden Landaard tot fcherpe
fpooren hunner wraakzugt. Hier floeg
het geluk nog to e , dat de aanvallen
der Keizerfen doorgaans van minder
voordeelen dan van dooden en
gewonden verzeld gingen : onder verfcheidene
mannen van aanzien, die ’er
fnenvclden , was de Markgraaf vau
Brandenburg geen der minften, welken
den Keizer het harte troffen;
wandt des zelfs omkoomen (x) wierdt
zoo euvel opgenoomen, dat men nog
den naaften nagt volk naar Deinze
zondt , ’t gene ’er door gunft der
duifterniffe binnen geraakte , en uit
vergeldinge het Stedeke , als mede
de omleggende Landftreeke t’ eene-
I. Deel.
maal verwoeflcde. Hiertegen verover- 148.8,
den de uitgetrokkene Gendtenaars wcl
vierhonderd wagens met voortaad ,
koomende naar ’t Keizerlyke leger ■,
met welken zy thans , naa ’t verflaan
en vangen van der zelver Leids-
lieden in zeegepraal binnen de Stad
keerden.
Die van Brugge w'arcn zoo gelukkig
niet in den uitloop , door -«'el-
ken zy het Vlaamfche Middelburg
meenden magtig tc women ; wandt
te vergeefs groot geweld gefpild hebbende
, ruktenze met brandenden
moed voor ’t Kafteel (3 ) Kokfic , (3) Die
’t gene zy inkreegen ; maar zieh te Sion,
veel aan den buid vergaapende ,
wierden zy alien den volgenden - i i
morgen dopr den Graaf van Zon-
nenburg, verzeld van duizend Keizerlyke
ruiteren en tweeduizend voetknegten
, dermaate omringd , dat ’er
driehonderd verflaagenen en twee-
maal zooveel gevangenen agter bleec
ren. Smertlyk viel dit den Bruggcnaaren
, en ’t verlies zoude nog
meer gencepen hebben , ’t en ware
in dien tyd derticnhonderd Franfen,
tot hunnen byftand "gefchikt , dit iu
de naafte ontmoetinge wakker vergoed
hadden ; vermids ’s Roomfchkonings
volk den Landlieden rondom
Brugge magtigen buit van lee-
vensmiddelen ontjaagd hadden , die
hen nu, met verlies van eenige koppen
, door de gemelde Franfen weder
ontzet wderdt. ’t Gene de Soldaaten
van ’t Koninglyke heir , wyl zy nog
fpys nog betaaling kreegen , byfter
aan ’t muiten (’4) hielp , cn zieh N. ,
niet lieten ftillen , voor de Roomfch- ch™'.“ -
koning hen de Stad Damme , zoo vhanji;
zy die inkreegen , te plonderen be- “ SS.
loofd hadt. Als dit de bezetting van
Brugge en van Sluis in ’r oor w o e i,
trok men met zooveel manfchap derwaart
, dat de toeleg der vyanden
ganfch verydelde.
De Roomfchkoning hierentuffchen
den traagen voortgang zyner wapenen
befpeurende , vermaande die van Y -
pere , opdat zy de aankoomende
F f f Fran-
; 1 ,
ch|!
f
I?
ilk
f f o .
f-
S;tl
L ;
m
I ! I ■ ■ j . l i i !