274
r . o j vmdt men dien naam ook onder z ,n e tytels gemeld, welken van de eene en de andere
“ — - zyde Iiier agtervolgende geleezen worden ;
L V D O V I C u s m a n i a S F o n t . a A N G L V s D V X M e b i o l a k . .
P a P i b , A N G L E E i a t a n E C O m e s A C I A N V a E D o m i n u s .
L O D E J V T K m a r i a S F O R T I A A N G L U S H E R T O G V A N ,
M I L A N E N , G R A A F V A N P A V I E E N V A N ANg
l e r i e , h e e r -v a n g e n u a .
' ' ¿ i l i
S iü i i
i l
(iJHeute-
ri Rer.
Auftr. Li!}.
V . Cap.4.
(ilD ieE xcell.
Chron.
Vlannd.
f o l . i8 i .
vcrfo.
(3) Die
Excdl.
M i l l .
1496
De Aardshertog Philips, naadat hy
in aile zyne Nederlanden , uitgezonderd
Gelderland , gehuldigd was, be-
riep de Staaten dier Geweften te Mechele
( I ) byeen , om door hunnen
raad en onderiland de inwendige tweefpalt
voor altyd aan den band te leggen
, en de verdorvene Landen in hun
voorgaande welvaaren te herftellen. Onder
’t beraamen der oorbaarfte middelen
kwamen eenige deftige Gezanten
derwaart van Ferdinand , Koning
van Spanje, (z) aan den Landsheer Philips
gezonden , om de egtverbintenis
van des zelfs Zufter Margarita met Jan,
Erfprins van Spanje , te voltrekken ;
welk huuwelyk by de hierop vergaderde
Staaten der Landen toegeftemd, en
te Mechele, naar de gewoonte der Vorften
met het byleger door eenen der
Gezanten, in Slagtmaand bekrachtigd
wierdt. Ten zelven dage tradt men insgelyks
in onderhandeling over de huuwelyks
vereeniging van den Landsheer
Philips ( 3 ) met de tweede Dochter van
den zelfden Koning Ferdinand ; ’t gene
eindelyk met goedvindinge van
’s Lands Staaten, in Louwmaand van’t
zesennegentigfte jaar , onder beding
■ dat men de Bruid naar Nederland zoude
voeren, is vaftgelleld.
De ftrenge vorft hadt in’t begin van
Sprokltelmaand de ftaande Meeren, en
zelf den fnellen Rynftroom , met eene
hegte korft van ys overtoogen , die
door’t geweldige water, dat van boven
kwam, binnen w'einige dagen weder
aan ’t dryven raakte , en hier en
daar hegtende de dyken doorkorf, of
denvloed dermaate flopte,dat de Stroom
over zyne boorden vloog, en niet alleen
alle de naaftgelegene Landen, beneden
(4) Keulen tot Utrecht, onderzet- ^,5
tede , maar met het doorbooren van
den Lekdyk zooveel waters in Hoi- raHk'j
land wierp , dat het A..A1VA ..AWAj- ron dom U trechtt Straj..f?oi,-
en Woerden blank ftondt. Hierby ont-
ftak den zeventienden van Lentemaand
een ftorn; uic het Noordooften, die de
fcheepen en fchuiten'voor Amfterdam
dapper befchaadigde, enhet water over
den Velzer dyk dreef, waardoor alle
Landen en Dorpen ( y ) in Rynland (;)cotn.
van de eene en de andere zyde over-
ftroomde ; zulks de Landzaaten van
alom beneepen als in eene bare zee, “ '
en ongemeene fchaade gedompeld wierden
. Naadat de Aardshertog Philips,den vierentwintigften
der naaftvolgende maand,
een verbond van den vryen Koophandel
(6) en van onderlinge vriendfchap gcij
met Hendrik den Zevenden, Koning
van Engeiand, voor zyne en des zelfs
Onderzaaten en Landen gemaakt hadt, Pa/i.
vertrok hy naar Duitsland op het aan-
houden zyns Vaders Maximiliaan. Dees
van Sigismund , den Aardshertog van
Ooftenryk, voor zes jaaren tot Erfgenaam
(7) van alle deszelfs goederen
aangenoomen , wierdt thans volkoomen
bezitter, omdat Sigismund zonder Kin-pag,
deren agter te laaten , op den zesden
van Lentemaand deezes jaars , te In-
fprug (8) overleeden was, laatende
in ’t algemeen den lof van verftandig, nai.A«*'
milddaadig , bemind van zyne Onder- t**’*
daanen , meer geneegen tor de ruft en
den Vreede dan tot de onruft en den
oorlog , geweeft te zyn , en in het
byzonder de heerfchappy zyner Landen
aan zynen Neef Maximiliaan agter,
welke de duslang verdeelde Ooflen-
rykfche Vorftendommen , wier wafcphenil--
5496 fchilden op de volgende penningen ver-
— beeid zyn, wederom vereenigde.'Ter
bekrachtiginge van dit geval ftrekken
deeze drie gedenkftukken : wyl men
de overdragt der Landfchappen, door
de wapens afgebeeld , van die van
Sigismund op dien van Majdmiliaan ziet
overgebragt.
(iO f'eurtc-li'- '
i (<) fol.
I. li. Op de voorzyde van den eerften is het halve lighaam van den Aardshertog, wiens
afkoomft ik voorheen ( i ) befchreeven heb , geftempeld ; gelyk op de eerfte helft van
den tweeden de ganfche gedaante , Vorftlyk opgetooid , tuffchen eenen gepluimden helm
en eenen Leeuw die het wapenfchild van nieuw Ooftenryk houdt, en op beide dit aleens-
luidende randfchrift , gezien w o rdt;
S I G I S M V N D V S A R C H I D V X A V S T R I a E.
S I G I SM U N D A A R D S H E R T O G V A N OOS T ENR T K .
De keerzyden zyn weinig verfchillende en elders verklaard; dierhalven noodloos ons
hiermede op te houden;
III. De derde vertoont ons het geharnafte beeid van den Keizer ten halven lyve , met
de Koninglyke I^oone op het hoofd , het zwaard in de regter , en den Ryksappel in
de flinker hand. Dat hier geene Keizerlyke tekens gevonden worden , zulks bekrachtigd
de ftelling dat Maximiliaan die nooit gevoerd heeft , dan naadat hy van den Paus daartoe
gewettigd w a s , om de zelfde reden vindt men hier dusdaanige tytels;
M A X IM IL IA N U S R O M A n o rum R E X S E M P E R A V G V S T u s , 1497.
M A X I M I L I A A N K O N I N G D E R R O M E I N E N A L T T D
V E R M E E R D E R A A R , 1497.
'F .. ;
l i ... ■' '
Ita»
W
I “ '
'il
rii I j !
|iì à
■“til ' j; xf l ri)': : i» è- '
f i ” ' ¥
ält ti* ' ■ i f o r
'L.
f i