i i l f i l
i n
’ I
1498 t-wee Kinderen en een onderdaanig Land
wederom aan te bieden. W yders beval
hy zich in ’s Keizoi's gunil, den zelven
verzoekende zynen dienft te willen erkennen
, en hem zyne rekening der agter-
ftallige fchulden te doen betaalen. De
Keizer antwoordde beleefdlyk , en trok
met al den ftoet binnen Maaftricht, al-
■ waar hy dcn volgenden dag cen banket
aanrigtede , op het welkc de Hertog
van Sakfen . ook genoodigd was, die
eenen langen baard droeg, omdat hy beloofd
hadt zich niet te zullen fcheercn,
dan naadat hy den Keizer en des zelfs
Kinderen een vreedzaam Land konde
overleveren. Dewyl nu de Weduwe
van Karel den Stouten, en ’s Keizers
Dochter Margarita , midsgaders andere
Edele Vrouwen omtrent hem zaten, zoo
namen fommigen eene fchaar en knipcen
zulk een goed deel uit ’s Hertogen baard,
dat h-y gedwongen was dien geheel af te
fnyden.
Van Maaftricht trok de Keizer met
zyn gevolg verder naar Brabant, maakende
geweldige haaft in’t verzaamelen
van’t Krygsvolk, dat hy van alle kanten
byeen raapte, en, onderfteund van d
(0Slich- Hertogen (i) van Beijeren, Sakfen
G d d ” L - Kleef en .Gulik, met een verlchrikkelyk
fchied. gewoel naar den Gelderfchen bodem
dreef, om dicn voorts te overftroomen
en Karel van Egmond uit dat Hertogdom
te verdryven. De verfchillende gedachten
der Legerhoofden, aan welken kant
men het eerfte den vyand zoude aangry-
pen, fplitflen t’evens het heir cn de gemoederen
; wandt de Hertog van Sakfen,
en Adolf van Naftou eertyds Landvoogd
van Gelderland, hadden het ooj
op Arnhem, de Hertog van Gulik op
Roermonde, de Hcer van Yffclilein op
Tiel, en de Vorft van Kleef weder op
Dotechem geworpen. Terwyl nu eenigen
hunnen eigen raadllag, anderen dien
van den Keizer volgden, fmeedt dees het
; vbor een Iterk (z) Slot by, het
Dorp Echt, en kreeg het met groot geweld,
naadat de bezetting by de duifter-
nis geweeken was, in zyne magt. Weinig
tyds iaatet gaf zich Nieuwftad aan
eenen anderen hoop over. Waarop de
Lo’ ,
Gout-
loevens
ChroQ.
van Holl.
fol. 561
Hertogen van Sakfen en Gulik voorStra-
len rukten, en die Veiling met grof gefchut
dermaate beukten, dat de Krygsknegten,
ten einde van drie weeken, lyf
goed vry bedongen, en dc Sterkte
overgaven. Ook meent men, dat Batenburg
enErkelen toen deezen zelven trant
voDlgdee Gn.elderfen, die hierentuffchen niet
lliepen, beroofden ten vuure en ten
zwaarde het Land van Hensbcrge en
van Meurs, vermids ’er de Hertog van
Gulik Voogd van was. Insgelyks ont-
wrongenze dat pas den Vereenigden de in-
genoome Sterkte omtrent Echt, zulks
hunne dapperheid hierdoor zoowel als
door dcn onderftand der Franfen grootlyks
verwakkerde; wandt Koning Lodewyk
, uit aanmerkinge zyner verbinte-
niffe, en door Jan Hertog van Borbon ,
die Oom was van Karel van Egmond,
opgewekt, hadt vyfhonderd (3) welgewapende
knegten , - over welken de
Baftaard van Borbon en Robert vanAren-
berg het gebied voerden, naar Geiderland
gezonden. Deezen, dcn weg door het
Land van Luik kiezende, kreegen tienduizend
Goudguldens van die Landzaaten
om de zelven ongemoeid te laaten, hierenboven
nog de beloften van jaarlyks
duizend, guldens , wegens eene oude
fchuld aan den' Hertog van Gelder , te
zullen ¡betaalen. Toen dit volk te Roermonde
kwam, bragt het zooveele ontfteltenis
in de gemoederen der Hertogen
van Beijere, Sakfen en Kleef, dat zy af-
rrokken; ja de Vorft van Gulik befloot
van dien tyd af, het verfchil, tuffchen
hem en den Hertog van Gelder hangende,
aan de uitfpraake des Franfchen Konings
over te laaten. Eene gelyke beweeging
verwekte dees onderftand by die van
Zutfeen, en gaf hen moeds genoeg om
het aanzoek van den Nederlandfchen
Vorft af te wyzen.
De Keizer was bereids, om’t verfcltil
met de Zwitferen , over Keulen naar
Duitsland vertrokken, cn zyn Zoon Philips
naar Brabant, alwaar zyne Gemaalin
Johannahet eerfte kind eene Dochter, den
vierentwintigften van Slagtmaand, (4) te
Loven baarde, wellie uit den naam des
Kei-
Tom. I.
101.498-
(flSlicli.
tenhoifl
Geld, Gc
ichied.
fol, 31:,
(i) Daniel
Hill, de
Fiance
Torn, IV.
Keizers door den Markgraaf van Baden
geheven, (i ) en ten overftaan van Margarita
van Jork, Weduwe van Karel den
Stouten, midsgaders van Anna vin Borgonje,
Weduwe van Adolf Heer van Raveftein,
door den Kerkvoogd van Kamerik
gedoopt, en , ter gedachtcniftTe van
Maximiliaans Moeder, Eleonora geheeten
wierdt.
Geduurende deeze oneenigheden in de
Nederlanden, hadt Lodewyk de Twaalfde,
die veele Koninglyke eigenfchappen
bezat, in Vrankryk verfcheidene heilzaame
wetten en geregelde inftellingen
gemaakt ; ook deedt hy de Weduwe
van zynen Voorganger Karel den Agtften,
volgens haare huuwelykfche voorwaarde,
de Bruidfchat en het beftier van
’t Hertogdom Bretanje ter hand ftellen,
hoewel met innerlyk leedweezen over
het verwyderen van zoo fchoone Landftreeke
; zulks hebbende zynen geeft hier
mede vermoeid liet hy zyne gedachten
loopen over cen ander lid van dit trouwverbond,
naamenlyk dat de (2) Vorftin
verplicht was, by aldien de Koning haar
Gemaal zonder Kinderen voor haar ftierf,
om des zelfs Opvolger te trouwen : vermids
nuLodewyk deTwaalfde meer dan
twintig jaaren met Anna van Vrankryk,
Dochter van Lodewyk den Elfden, in den
egt geleefd hadt,zoo wift men gcen mid-
del, dan’t gene onbillyk fcheen, uit te
denken, dat de Koning eindelyk, zoo
om de aanftaande moeijelykheden des
Ryks te vermeiden, als uit eige neiginge,
dacht wettig te maaken ; befhaande
in de egtfcheidinge van zyne Vrouwe ,
wyl zy mismaakt, zwak van lighaam ,
en, naar alien fchyn, om kinderen te teelen
onbekwaam was; hierenboven betuigde
de Koning, dar Lodewyk de Elfde
hem tot dit huuwelyk, toen hy nog geen
vyftien jaaren bereikte , gedwongen ,
en dat hy nooit gemeenfchap met haar
genooten hadt. Welke bcweegredens,
en de zugt tot eenen Erfgenaam der
Kroone, hem zooveel glimps gaven, dat
hy den Paus verzogt van de zaaken ge-
Fnnce
T o ir.l'-
fol, I0)5-
307
rechtlyk te doen onderzoeken. Dees 1498
willende uit Statitkundige inzigten ’s Ko- '
nings begeerte opvolgen , zondt eenige
aanzienlyke Geeftlyken, die, omtrent het
middcn van Wintermaand , dit huuwelyk
nietig cn ontbondcn ( 3 ) v e r - ( s 'C o r p j klaarden. Des Koning Lodewyk, heb- te'''™”’
bende behoorlyke inkoomften aan zyne ifi'.'iii.
verweeze Gemaalinne toegeleid , zich [fi' >*•'
naar zyne lang voorheen beminde'Vor- °
fiinne Anna, Hertoginne van Bretanje ,
wendde , welke ,■ zoo door de cntllaa-
ging van den Paus als tot welzyn der
Landen, dcn Koning een gunftig oor
verleende, nogtans niet zonder eenigen
fchroom, omdat haare egtverbintenif-
fen wonderlyk vreemd waren ; wandt
trouwende met Karel den Agtften hadt
zy het huuwelyk met Maximiliaan verbrooken
, en konde nu met Koning ■
Lodewyk niet vereenigd worden , dan
naadat hy zyne Vrouwe verftooten hadt.
Onaangezien deeze bekommering, .
wierdt het huuwelyks verdrag, den zevenden
van Louwmaand in ’t negenennegentigfte
jaar der vyftiende eeuwe,-----
geflooten; doch voor de Franfche Kroon
niet zoo gunftig als voorheen , wyl de
Koning by het zelve moeft belooven,
dat de Bretanjers hunne oude vryheden
zouden (4) gebruiken , en dat het («Mq..
tweede kind, ’t zy Manlyk of Vrouw- Sijite
lyk, ’t welke uit dit bedde mogt fprui-
ten , het Hertogdom voor zich en zyne ’
Naakoomelingen zoude behouden ; en
byaldien ’er geene vrugten van voort
kwamen, dan zoude het zelve aan de
naafte erfgenaamen van het Bretannifche
Huis wederkeeren, Dcn volgenden dag,
naa dat dees handel van de eene en de
andere zyde te Nantes bekrachtigd was,
wierdt ’er ook de bruiloft met groote
vreugde gevierd en gelukkiglyk ten
einde gebragt. Invoege de Franfen, die
zich geen gering geluk uit deeze verbin-
teniffe voorfpelden, de gedachtenis daarvan
, tot lof der Koninglyke perfoonen ,
ons op decze aanzienlyke gedenkpennin-
gen hebben agter gelaaten.
i l k -
T i m ÎÎÎ' , 11*1
I 'ri :-'iS
I i i L ï i ï