Il<«
i
l- r t
I t äf
1491 Vlaandre gedaan was, verminderd wor-
den i waarop hen volkoome vergeeving
van alle misdaaden, die zy in ’t gemeen
of in ’t byzonder geduurende dees
twift bedreeven hadden, verleend wierdt.
Het zelve op den dertigften van Hooimaand
des jaars tweeennegentig in het
eiland Kasfand getekend, en in de meefte
der Vlaamfche Steden verkondigd
zynde, wierdt met onbefchryflyke vreugde
ontfangen. De uitgang deezer on- »492
heilen leerde de Overigheid zoowel als *
den Onderdaan , welke middelen noodig
waren om zich niet weder op
eene ontftuimige Zee van zoodaanige
beroerte te verzeilen , maar binnen
de paalen, die God hen voorfchreef, te
blyven ; ’t gene den Nederlanderen ge-
lufte door deeze penningen te verldaaren.
(iK
VH .
I) O p .
"■‘ .vcrs
M .
I De dood ,' de Hangen en de diftels, die op de-voorzyde van den eerften, tot een
teken van ’t verderf der Landen en Ingezetenen., gefteld z y n , worden doot deeze v e r - .
maaning van den wyzen ( i ) Syra ch, om ieder binnen den regel yan befchetdenheid te
houden , opgehelderd ;
r e c o r d a r e n o v i s s i m a T V A E T
P e c C A t V r u s es.
IN a E T e rN V m N O n
G E D E N K A A N Ü W V I T T E R S T E , E N GT Z U L T I N D E R
„ E E ü W I G H E I D N I E T Z O N D I G E N .
De rugzyde draagt de beeldnis van S'. Sebaftiaan , die den pyl en den boog , de wetk-
tuigen waardoor hy in het laatfte der derde eeuwe van Keizer Diocletiaan gedood wierdt,
in de handen h e e ft ; en dewyl dees als befchermer der Ridderen en Krygsknegten by die
van den Roomfchen Godsdienft gevierd wordt , zoo is zyne hulp in deeze verwarde tyden,
omtrent het maatigen van zoodaanige Vollceren, noodig geacht, en h y , met weinig verfchil
op beide de keeizyden , dns aangeroepen;
« a n C T I S E E A S T I A N V S o r a p r o N O B I S , A N n O 1492.
H E I L I G E S E B A S T I A A N B I D V O O R O N S , I N T J A A R 1492-
II. Op de voorzyde van den tweeden heeft men rondom de vuurftaalen , fteenen, von-
ken en eene leli , welke uit het wapen van Nieuwborgonje ondeend is , den Zoom dee-
(») Hm zer woorden , door de Aardshertoglyke l&oon gefcheiden, cn nit de heilige ( 2 ) bladeren
wShcU '
Cap. I.
vetsi. ■ D I L I G I T E I V S T I C I A M G V I I V D I C A T I S T E R R A M .
H E B T DE G E R E C H T I G H E I D L I E F G I D I E D E A A R D E
O O R D E E L T .
1492 Niet zoodra hadt dit verbond zyii
■ vollen beflag , o f de Duitfche knegten
, welken tc Oudenaarde , Dendermonde
en te Hulft in bezettinge
lagen , w'ierden naar Ardenberg op-
ontboden, om de Stad Sluis, en wcl
inzonderheid Philips van Kleef, die ’er
het Opperbevel voerde, heviger te knel-
len. Dees van alle de Vlaamfche Stedcn
verlaaten, en al de krygsmagt op de ribben
krygende, verweerde zich echter,
te water en te land, met ftandvaftige en
onbezweeke dapperheid, tvaardoor hy
zelf zyne vyanden in hunne eigene'be-
(,)Dcrpa- fchanfingen ( i ) meenigwerven bellook-
te , verfcheidene der zelven verfloeg ,
en fommige gevangenen binnen bragt.
Des de Graaf van Naflou, om deeze
uitloopen te beletten, zieh met zyn volk
te Lapfchuure begroef, van waar z y ,
doch zelden zonder fchaade , tot voor
de poorten van Sluis liepen ftroopen.
Onder het bulfleren van deezen oorlogsftorm
, die nu deezen dan weder
genen zwaarder tro f, hadt de Graaf
yan Naffou de Regeering te Brugge veranderd
, en aan de nieuwverkoozene
leden bevoolen niet van ’t Schepenhuis
te gaan , voor zyne foldaaten , die zich
te Damme onthielden , van ’t gene ’er
nog aan hunne beloofde bezoldinge ge-
Vliand,
MSS.
brak ; ten volle betaald waren ; zoo
dat de zelven daar meer dah eene maand ''
verbleeven , aleer men door ’t buiten-
gewoone perfen, geeven en leenen de
penningen byeen hadt. Onaangezien
den yver ter gehoorzaamheid liepen de
vreemde foldaaten echter het omleggcn-
de Land plat, en zouden zelfs de Stad
Brugge overrompeld hebben , byaldien
de Stedelingen zulks niet met geweld
geweerd hadden.
HierentulTchen dreef men het beleg
voor Sluis dapper voort , en waren
bereids alle toegangen bezet , dus ook
alle middelen ter aanvoeringe van be^
hoeftigheid afgefneeden; waaruit fchaarsheid
en dierte der eetwaaren en eerlang
ook gebrek aan geld ontftondt, ’t gene
de Stedevoogd, Philips van Kleef,
tragtte te verligten door het ftempelen
van twee nieuwe ( e ) munten, bp wier WDcfpa*
eene zyde het wapen des Landsheeren ,
op de andere het Kafteel van Sluis ge-
drukt was ; en hoewel de Stedehouder
Albert, Heitog van Sakfen, deeze
noodmunten onmiddelyk voor ongang-
baar verklaarde, zoo noopt ons zoodaanig
een verbod te meer , om die
als eene oprechte getuigenis van die. aanmerkelyke
beleg hier te ontfangen en
neer te ftcUen.
;(3)Dtfpa.
J«Oiron. De eerfte wordc ons in de Vlaamfche Jaaitoeken als een dubbele Scuiver ( 3 ) van vier
Vläanij. Grooten befclireeven: de tweede draagt den naam van eene Vlaamfche Plak (4) o f enkele
(il^Chtoa Grooten; Op beiden de voorzyden pronken de wapens van Ooftenryk en
nevens de zelven vindt men den naam der Stad S L V iS , daar zy gemaakt zyn;
Mss”foj. ^ buitenfte randen deeze tytels van den gebooren Landsheer,
nj-verfo.
le i ,