' » i l l
■.il
'lì
1 ï '
'r i l l
i .î: '!Ìj
IM '
1492 Mn Philips van Kleef inrmmde , welke
■ ’ het iclve tot nader bevel van den
Roomfchkoning , of tot de natuurlyke
Landsheer agtien jaaren leevens bereikt,
en dat men hem in ’t gebied der Landen
ontfangen hadt, zoude bewaaren.
Ook zoude hy de zelve jaarlykfche wedde
van zesduizend ponden, ieder van
veertig grooten, zoo ais hem voorheen
was toegeleid , behouden ; insgelyks
al zyne Landen e n Heerlykheden, roe-
. rende en onroerende goederen, waar
die gelegen of gevonden wierden , ja
rtelf die hy door ’t verfterven zyner
ouderen te eifchen hadt, onverhinderd
gebruiken. Hierenboven zouden zyne
Dienaars, of-alien die aan zyne pariye
geweeft hadden , nevens de Burgers
en Ingezetenen van Sluis, zoo die ver-
bleeven als die uitgeweeken waren ,
zonder eenig gevaar blyven o f gaan,
werwaart het hen mogt behaagen; wyl
men al den twift en de voorledene bedryven
door dit verdrag vernietigd hadt.
Wegens de fomme van penningen, welke
Philips van Kleef voor gedaane dienften
van den Roomfchkoning, volgens
des zelfs handfchrift, of van den natuurlyken
Landsheer eifchte , als me- 1492
de voor tagtigduizend Goudguldens , '
die hy tot herftelling van het groote
Kafteel befteed hadt, zouden hem in
alles dertigduizend ponden, van veertig
grooten ieder , betaald , en de
zelven op de vier Landen , Brabant,
Vlaandre , HoUand en Zeeland aangeweezen
worden. T er verzekeringe
van dit alles wierdt de brief, op den
twaalfden van Wynmaand deezes jaars
tweeennegentig ,, door den algemeenen
Stedehouder , door Engelbert Graaf
van Naffou Stadhouder van Vlaandre ,
en door veele anderen getekend en be-
zegeld.
De Nederlanders, door de wiffelval-
ligheden des oorlogs dus lang geflin-'
gerd , en nog onder den laft der zwaare
fchattingen zugtende , verpoosden
thans de angftige zorgen met het pleegen
van Ongemeene vreugde , en hebben
het teken der zelve , zoowel als
het verfchriklyke einde , ’t gene zy uit
diergelyke onderneemingen te wagten
hadden , op de twee volgende, ten deele
vernieuwde rekenpenningen, agtergelaaten.
( 0 fol.
2o8.
Het beeldwerk van den eerften i s , myns oordeels, voorheen ( i ) verklaard , gelyk
het grootfte deel van den tweeden penning, alleenlyk met dit verfchil , dat de Gans, die
het bederf der Landen betekend , hier aan een koqrd gebonden van de eendragt vaif
gehouden wordt. De letterkringen, welken op beiden van gelyken inhoud zyn , bevatten
op de voorzyden deezen z in ;
T E M P O R A L E T O T R I S T I A R I S V T E M P E R A . 1492.
M J A T I G D E B E D R O E F D E T TDEN M E T E E N E N V R O E T K E N
EAC H . 1492.
De
De rändfcliriften der tegenzyden koomen insgelyks overeen , buiten de hand, het bewys 1492
- " t dat de tweede te Antwerpe gemimt is ; wyl men op de eene en op de andere deeze let- ------- -
ters ziet;
H E V S Q V I D lE S T I S E N M IC T E M A N E T E X I T I S .
H O O R H I E R W A T V E R H E Ü G T GT Ü , Z Ì E D I T E I N D É
W A G T U.
(i)Defpî- KsChron.
VlJind.
MsS.
VlMiid.
MSS.fb!.
FT-
(i)R: Thoyras
Tom IV,
n W
. Twee dagen -naa het iluiten van den
Vreede wierdt de Stad Sluis aan den
Hertog van Sakfen ( i ) overgegeeven,
die, hebbende zyn Leger opgebroo-
keii en de doorvaart doen openen, te
water naar Brugge keerde, daar men
hem mec alle eerbied ontfing, en uit-
gelaate vreugde, die den Stedelingen
om ’t hart geftaagen was , betoonde.
Sedert wierden verfcheidene middelen
bedacht om de uitheemfche knegten
te betaalen en af te danken , weilten
eindelyk voldaan zynde het afgematte
en- uitgeputte Vlaandre verlieten , en
eensdeels naar huis, andersdeels naar
( i ) Artois trokken, om het Engelfche
heir te verfterken cn tegen de Franfen te
onderfteunen.
Wandt naadat Hendrilc de Zevende,
Koning van Engeiand, den Vreede met
Schotland gemaakt, en magtigen onderftand
van ’t Parlement , als o f hy
geheel Vrankryk zoude verdelgen, gevorderd
en verkreegen hadt > dreef uit
verfcheidene inzigten , van welken de
geldzugt het voornaamfte deel uitmaak-
te , de beloofde wapenruiling yverig
voort. Dus omtrent vyfentwintigduizend
voetknegten (3 ) en zeftienhonderd
ruiters byeen hebbende tradt h y ,
op den tweeden van Wynmaand deezes
jaars, aan boord , en dien zelfden
dag nog te Kales, op de kuft van Pi-
hardie, aan land. Naauwlyks was hy
in de Stad gekoomen , o f men bragt
hem tyding, dat de Roomfchkoning zich
niet in ftaat vondt om het onderling
verdrag, van in Vrankryk te vallen, te
können volbrengen. Schoon diergelyke
boodfchap eerlang van den Spaan-
fchen Koning Ferdinand gedaan wierdt,
fte zomerdagen reeds verloopen , en
fte Franfche Afgezanten met den Koning
Hendrik in gefprek getreeden
waren , nogtans om de veinzery te
voltooijen , voerde hy zyn heir naar
Bolonje, en fmeet ’e r , op den negentienden
der zelfde maand, het beleg
' voor.
Omtrent agt dagen voor deeze Stad o
geileeten zjmde , wierdt hem de Vreede
aangebooden, dien hy, hoewel geen
gevaar van de zyde der Franfen hem
hier toe porde echter op den raad
zyner voornaamfte Veldoverften , d ie ’t
met hem eens waren , aannam, en naa
weinig toevens, wyl de zaak naar het
oordeel van fommigen ( 4 ] bereids ge- (4)R:
regeld was, op den derden van Stage-
maand te Eftaples tekende : naardien
de Koning van Vrankryk niet alleen pag-4Sî-
beloofde de fchulden zyner Gemaalinne,
in de befcherminge van Bretanje gemaakt
, en tot zeshonderdentwinti^dui-
zend goude Schilden, ieder vyfendertig
TournoifTche iluivers waardig, begroot,
aan Koning Hendrik by deelen
te zullen betaalen, maar zelf de jaarlykfche
wedde van vyftigduizend Schilden
, die Lodewyk de Flfde aan E-
duard den Vierden inwilligde, en thans
een geruime tyd verloopen was , te
zullen voldoen. Wegens den Roomfchkoning
( y ) en den Aardshertog Phi-/y) corps
lips zynen Zoon , zoo deezen begeer-
den in dit verbond begreepen te
en dat de Franfche Koning , onder Pi'ît ii.
welk een voorwendfel het mogt z y n ,
hunne landen kwam te befpringen, zoo
zoude de Koning van Engeiand hen
moogen helpen : 'integendeel byaldien zy
den Franfchen Koning aanranden, alsdan
zoude Hendrik hen geenen onderftand
verfchaffen.
D it, door den Koning vanEngeland,
die hierentuflchen wederom naar zyn
R r r X Ryk
L - i i - "m r .
i i i
f e ”