IL'#',I'
lllft
B
218 h i s t o r i D E R
1490 der Hoekfen, en t’evciis de inlandfche
” verdeeldheid, door her uitlandfche geweld,
t’ondergcbragt. Hoewel de Sluh
zenaavs hierdoor eenen ftj'l uit hunne
opgeworpe heerfchappye verlooren hadden,
nogtans llremde dit ongeval hunne
roofzugt niet, noch het aangrypen en ten
' buit verldaaren van alle kielen, weUten
haaren koers omtrent die ftreek namen ;
wandt dit pad was het eenigfte, waarlangs
zy t’elkens allerley nooddruft, ja zelf
in overvloed, binnen kreegen. Daarentegen
verfmolten de Bruggenaaren door
de hitte van uit-en inwendige kwellingen;
nademaal de vyand al den toevoer van
buiten affneedt, en wyd en breed liep
weiden; zulks de Gemeente, zoo door den
fcherpen honger als den onbeftendigen
(ODifpa- a-ai-d gepriltkeld, groote muitery ( i) ver-
wekte , en begeerde zieh langer noch
Sss“ ’’ overighedennochwettenteonderwerpen.
Deeze ongebondenheid, verdubbeld
door de vlugt dier W ethouderen, die men
gewoon W'as raad te vraagen, bragt alles
in de uitterfte verwarringe. Niettemin
bleef de opgevatte haat zoo beftendig,
dat de hooge bcdreiging des Landsheeren
Philips, om hen van Philips van
Kleef te fcheiden, w einig klem vondt
op deeze angftige gemoederen; welken
in dien foberen ftand eindelyk tot
verkwikking eenige manfchap enleevens-
middelen van Sluis, en niet dan fchoone
beloften van den Franfchen Koning verkreegen.
Dees, onder het beraaden van
zyn gezag en R yk nog wyder uit te brei-
den, liet den Vlaamingen thans het verw'arde
kluwcr. ontknoopen , en voor 1490
zieh zelven niets agterwege,om de voor- ' '
heen ingezw'olgeneNederlandfche Steden
en Veftingen, zoo door talryke beiettin-
genals door de vänhem afhangelyke Amp.
tenaaren te verzekeren. Hebbende dns,
onder anderen, naa ’t fnenvelen van Karel
den Stouten, Hertog van Borgonje,
Atrecht de Hoofdftad van Artois overw'el-
digd, en toen den naam van AVaBfÄi/i,
dat is vrye of Franke Stad, gegeeven; en
dewyl aldaar het beftier der Abdye van
S". Vedaftus door Karel van Borbon bc-,
kleed,en naa zyn overlyden in het agten-
tagtigfte jaar deezer eeuwe, open gebleeven
was, ZOO fchonk de Koning deeze
voordeelige waardigheid aan Robert Bri-
conet, (x ) W'elke om zyne uitmuntende bUö I
verdienften als Raadsheer in ’t Parlement ¿=1«,.
van Parys gezeten was, en door zeld-
zaame gaaven zyns verftands buitenge-
meene belooningen verw'orf; dewyl de
Abt deezer rykfte Abdye van ganfchNe-
derland, een der vier voorzittenden op
Je vergaaring van ’s Lands algemeene
Staaten gezegt wordt te zyn, en uit zyne
jaarlykfche inkoomftenmeer dan twintigduizend
Dukaaten (3 ) trckt. (j)g*
Doch wyl de gemelde Briconet van f "
dit hem verleende gezag niet eerder be-
zitting nam dan in dit negentigfte jaar,
wanneer hy zyne mtreede deedt, en aldaar
uit zonderlinge achtinge des te greetiger
ontfangen is, zoo heb ik te deezer
oorzaake zyne beeldnis, gelyk men die
op zynen penning konftig afgefchetft
vindt, hier neder gefteldt.
De
NEDERLANDSCHE VORSTEN. ÌV. Bock. 229
1490 De voorzyde vertoont ons het borlliluk van den gemelden A b t , van welken tytel I490
— echter geen gewag gemaakt wordt in den zoom der letteren , die uit deeze woorden be- ' " "
ftaat ;
R O B E R T I B R I C O N E T P A R L A M E N T I I N Q V E S T A R um
P R E S I D is .
■ ( D E B E E L D N I S ) F A N R O B E R T B R i C O N E T V O O R Z I T T E R
D E S B A R L E M E N T S O N D E R Z O E K I N G E N .
Jan Briconet, Heer van Varennes, teelde by Joanna Bertholet, nevens verfcheidene an-
(OMoreri dere Zoonen, ( 1 ) ook deezen R o b e r t , welke den luHler van zyn beroemd geflacht niet wei-
Diiiiion, '
Hin, nig vergroote , • doordien de Koning hem in de gewigtigfte zaaken by uitneemenheid bekwaam
vondt; door welke hoedanigheden hy , drie jaaren naa ’t aanvaarden deezer Abdye
, tot Aardsbiflchop van R e ims, uit dien hoofde ook eerfte Pair des R y k s , en , naa
’c verloopen van nog twee jaaren, tot Kancelier van Vrankryk verheven wierdt. Welkc
voordeelige en niet minder aanzienlyke Ampten hy tot aan zynen dood , die in ’t ze-
( i) L o crü venennegentigfte jaar ( a ) naa, de. veertienlionderd voorviel , met veel lofs bekleedde.
Chron. Gelyk niet zelden in zoodaanige verheffingen groote afgunil befpeurd wordc , zoo heeft
i!t^, pjg. diergelyke tegenihreevingen op ’c loflyke fpoor der Ouden ten eigen voordeele geduid ,
en zulks door deeze ruftige fpreuk , welke op de rugzyde des pennings praaic , te verftaan
gegeeven ?
<9 ■ M A R C E T S IN E A D V E R S A R I O V iR T U S .
D E D E U G D V E R W E L K T Z O N D E R T E G E N S T R E E V E R ,
■h) Corps
Ihitilomat.
ätt, II.
Naardien de Koning van Vrankryk
niet alleen veele andere aanzienlyke
Steden en Sterktens, maar zelf verfcheidene
Landfchappen, zoo door hem als
door zynen Vader Lodewyk, met geweld
o f door lift overweldigd
, tegen alle
billykheid , ja , zoo ’c den Roomfchkoning
toefcheen, tot nu toe geheel on-
rechtvaardiglyk bezeten hadt, dierhalven
is de zelve eindelyk te raade geworden,
gemerkt de klagten der Hertoginne
van Bretanje , midsgaders de
nieuwe onluften der Vlaamingen hem
hiertoe porden, om zoo op zynen eigen
naam , als dien van zynen Zoon
Philips, met Hendrik den Zevenden,
Koning van Engeland, een (3) verbond ,
van wederzydfche hulpe , en onderlinge
befcherminge hunner Landen ,
tegen Vrankryk aan te gaan: ’t gene
naa rype overweegingen, door de Koninglyke
Gemagtigden , op den elften
van Herfftmaand fchriftlyk geflooten
wierdt.
De elendige toeftand der Bi'uggenaa-
ren, die door ’c ophoopen der onge-
l Teel.
vallen dagelyks verzwaarde , deedt hen;
wyl de fchamele Gemeente van gebrek
verging, en dat men uit deezen handel
niec veel goeds re hoopen hadt ,
een deftig Gezantfchap , in ’t begin
van Wynmaand, (4) naar Aalft aan den
Graaf van NafTou zenden, ' en hem. van
om den Vreede bidden. Naa eenige
dagen toevens gaf hy den afgevaardigden
tot antwoord , dat men het geld
eerft naar den eifch zoude afzetten, o f
hy wilde hen ten vuur en ten zwaarde
verdelgen. Zoo norfch een befcheid
ontvonkte den moed der Bruggenaaren
uit wanhoope , zulks zy federt zwoe-
ren elkanderen , in fpyt des Graaven
vanNaflbu, tot den dood toe te zullen
I helpen , en de Stad zoolang te be-
I fchermen, tot zy onder het puin begraa-
I ven wierden.
I Dusdaanig een vertwyfeld opzet wette
den haat des Graaven allengs fcher-
per , des hy , om alles te verderven ,
zyne Krygsknegten op de akkers en
velden van Brugge te weide dreef, die
’er een fchriklyk treurfpel van allerleije
Mm m wreed-
" I