U it het randfchrift , ’t gene op de andere xyde , rondom de Brabantfche en Lim-
■ burgfche Leeuwen , gevonden wordt , is de gendgdhc.d d.er Volkeren tot den vreede
uit deeze woorden genoegzaam a f te mccten ;
d a P A C E M D O M I N E I N D I E B V S N O S T R I S ,
G E E F V R E E B E , B E E R E I I N O N Z E D J G E N.
0 ) N.
Defpares
Chron.
Viaand.
MSS.
Als rich het verfchil , door de
vlyt der Gemagtigden te Brugge,
federt in betere vouw liet fchikken,
zyn echter die van Gend onwillig
gebleeven aldaar te verfchynen, tot
de twee Leden der Vlaamfche Staaten
(2) Corps
Diplomat,
par dll
Mont.
T om . in .
Part. II.
fol. 199.
, naamenlyk van Brugge ( i )
cn van Ypere , overeengekoomen
zyn , het beflegten der bitterheden
tuffchen Maximiliaan en de Vlaamingen
gereezen , aan het oordeel yan
vierentwintig voornaame en vreedzaame
mannen , ter wederzyde verkoozen
, over te laaten : ’t gene eindelyk
van de Gendtenaaren half gedwongen
is toegeftemd.
Onder het beraamen der heil-
zaamlle middelen tot fliffmg dier
ontilelteniffen , bleeven de, Staaten
der Nederlanden te Gend vergaderd ,
en flooten aldaar , naa rype over-
weegingen , op den eerften van
Bloeimaand , een naauw' verbond (x )
van onderlinge befcherminge en ver-
weeringe , met inzigt om de ruil
des Lands en t’ evens den verdrukten
koophandel te ' herftellen. Deswege
zouden zy met gemeen goedvinden
den Vreede van ' het jaar
tweeentagtig van waarde houden', en
zulks in Vrankryk doen weeten.
Het beftier van Maandrc w'ijden
zy aan de moederlyke bloedvei"H'an-
ten van den jongen Philips laatcn ;
de andere Geweften zouden den
Roomfchkoning , als Vader en Voogd
van hunnen natuurlyken Heer , nevens
hunne eige Landsftaaten gehoorzaamen
; mids Maximiliaan , opdat
de Landman voortaan ongelloord zynen
akker wederom mogt bebouwen,
zyne Krygsknegten , waar die gevonden
wierden , deedt vertrekken ,
en geene verandering in de Beampten
, tegen de oude voorrechten ftrydende
, zoude maaken : wandt men
was van meeninge elkanderen op alle
W'yzen hier in tot het uitterfte te befchermen.
° Voorts om de. verwarring
der geldftukken , van de byzondere
Landfchappen op verfcheide waarde
geftaagen , te beteren , «'as men van
zin geworden , eene nieuwe munt
te doen flaan , die in alle Geweften ’
gangbaar zoude zyn , en niet dan
met algemeen ovcrleg zoude veranderd
worden. Hierenboven zoude
niemand den Vreede noch den oorlog
afzonderlyk moogen aangaan , en alle
de Nederlanden , zelfs die hunne Gemagtigden
niet derwaart gezonden
hadden , zoo het hen behaagde ,
echter in dit verbond begreepen zyn.
Het welke de Koning van Vrankryk,
de Biffchop van Utrecht , Jan Hertog
van K le e f, Antoni van Borgonje
en andere Bloedverwanten van de
Moederlyke zyde des Vorften ook
tekenen en zegelen zouden.
■ Deeze goede voorzorg ftremde nogtans
de geduurige uitloopen niet van
’s Roomfchkonings Krygsknegten , welken
, tot merkelyke fchaade der Landlieden
, grooten roof wegdroegen ; ja
zelfs tot voor de poorten van Brugge
dorften verfchynen , en den Stedc- ■
lingen ’s Roomfchkonings ( 3 ) ontilaa- g »
ging afvorderen. Onaange'zien zoodga- chm
nive vyandlvkheden , voeren de Bc- ™
middelaars der verfchillen even yverig f.u»
voort , zulks zy , het geding eerlang
ten einde gebragt hebbende , de byzondere
punten van het verdrag in t
openbaar den Volken wilden bekend
maaken. T o t dat einde wierdt ’crop
de markt te Brugge een verheve
ftejlaadje , rondom met tapyten en
zyde lakcnen behängen, gefteld, en
op den zeftienden van Bloeimaand
geleidden de Geeftlyken , als in eenen
« a pcfpares
CJiron.
Viaand.
MSS.
(lì Corps
Diplomat,
par du
Mont.
Tom. nl.
part. II.
plechtigen ommegang , met de gewoone
Lofzangen en brandende toort-
fen , den Roomfchkoning derwaart.
Zoodra Maximiliaan op de voorfchreeve
hoogte_ ftondt , bczwoer hy heilig
en’ ( I ) dierbaar alle dc leden
van dit verdrag dcs Vreedes ongefchonde
te zullen oisierhouden , wcl
voornaamenlyk hierin beftaande ; dat
hy Roomfchkoning ftraks in vryheid
gefteld zoude worden , mids de Heer
van Valkenftein nevens den Graaf van
Hanou te Brugge , en Philips van
Kleef te G en d, voor hem tot Gyze-
laars ( x ) zouden blyven , en op hun
geloof en hunne eer zweeren uit de
voornoemde Steden niet te zullen
vertrekken, voor dit verbond in alle
zyne deelen volbragt was : en opdat
de Vlaamingen daaraf bet mogten
verzekerd zyn , ftelde hy Philips van
Kleef tot zynen B o rg , en deedt dien
fchriftlyk belooven eir met eeden ftaa-
ven , byaldien hy Roomichkoning
in gebreken bleef van deezen handel
te volbrengen , dat als dan de
gemelde Philips van de gehoorzaamheid
, die hy hem fchuldig was ,
onflaagen zoude zyn , en met alle des
zelfs kracht de Vlaamingen vermoogen
te helpen.
Ondertuflchen zouden de Nederlandfche
Staaten , die te Gend vergaderd
waren , aldaar verblyven , tot dat
den garfche handel , ’t voorgaande
verbond der Landfchappen en alle
punten deeze ftof betreffende , zoo
van den Franfchen Koning als anders ,
verzekerd zouden zyn.
De Roomfchkoning beloofde zyne
krygsknegten en bezettingen, binnen
de vier naaftkoomende dagen , uit
Vlaandre , en binnen nog eens zooveel
tyds buiten de andere Geweften ,
zonder de minfte vyandlykheden , te
doen vertrekken : van gelyke zouden
de Vlaamingen hun oorlogsvolk af-
danken. De Staaten der Nederlanden
Waren van meeninge den Roomfchkoning
, om het vertrek zyner krygsbenden
te verhaaften , met vyfen-
twintigduizend- ponden , ieder tot
I. Deel.
ÎO I
veertig Vlaamfche Grooten, binnen de
eerfte maand te befchenken ; doch "
zoo dit van Maximiliaan niet volbragt
wierdt , dan zoude het zelfde geld
aangewend worden om ander volk te
huuren , dat de eerftgemelden met
geweld verdryven zoude. Dc Kailee-
len en Sterktens van Vlaandre , welken
met Ooftenrykeren bezet waren,
moeftcn ten voordeele van den wettigen
Graaf Philips overgeleverd Worden
, en aan die van Brugge niet
alleen , maar zelf zonder eenige uit-
zonderinge , alle vyandlykheden ver-
geeven en vergeeten blyven : nogtans
zoo iemand zieh , geduurende zvn
beu'ind , met eenige penningen uit
’s Landlleeren inkoomften verrykt , of
eens anders bezitting aangeftaagen hadt,
die zoude aanfpreekelyk blyven, en voor
het Gerecht zieh moeten verantwoor-
den. 'Verder onfloeg zieh de Roomfchkoning
van de begeerde Voogdye van
Vlaandre, en ftondt toe, dat het zelve
Land van nu voortaan in alle deelen , tot
aan de meerdcrjaarigheid zyns Zoons,
door Heeren van des zelfs Maagfchap,
nevens de drie Staaten van dat Ge-
weil zoude beftierd worden; voor welken
afftand de Vlaamingen hem jaarlyks
duizend Pondengrooten betaalen
zouden , onder beding van nooit
meer te mögen eifchen , noch den
tytel noch h e t , wapen huns Lands te
voeren. Wyders erkende Maximiliaan
den Vreede van het jaar tweeentagtig
, met den Koning van Vrankryk
aangegaan , volflaagen goed en van
waarde ; hy beloofde den zelven
ongefchonden te onderhouden ; voorts
zynen Zoon aan de Bellierderen des
Lands over te geeven, en den Vlaamingen
hunne oude voorrechten en vryheden
onverminderd te laaten gebruiken.
Ter verzekeringe van dit alles on-
derwierp zieh, de Roomfchkoning aan
de Kerklyke ftraffen , ja zOo hy hiertegen
mogt doen , als dan ontfloeg
hy eenen iegelyk der Nederlandfche
Overigheden en Landzaaten , niet alleen
van den eed , en van de aan
hem ingewilligde hulpe, wedde of
E e e andere
ir i l " l
i!l)l
j;' ■ 'i'l
H i ;(
^ :i::