i 1
H,
iïl
:l
!1 iMI
land en Vriesland geveftigd geworden ;
vervolgens naa haaren do od , die wei-
(Oaenij. nige jaaren laater ( i ) voorviel, ook in de
¡“.7.3"s bezitting van dat door haar agtergelaa-
uithaat tg Geweft onverhinderd getreeden :
fdirift. tot dat zyne krankzinnigheid oorzaak
vdenti' gaf aan zynen Broeder Albert om , in
™öme7 ' bet agtenvyftigfte jaar dier eeuwe , de
man. fol. vier gemelde Landftreeken te ( i ) aan-
(thwoi vaai-den, en als Voogd te blyven beilie-
Placcaat- „„„
boek der
Sn S ii welken ftaat Albert zieh niet aliM.
deci, leen door de wapenen alom gevreesd
maakte , maar de naaftgelegene Vorften
, door huuwelyksverbonden, zeer
naauw in zyne belangen wikkelde; vermids
zyne Dochter Katarina , verloofd
aan Eduard Hertog van Gelder , en
dees ontydig omgekoomen zynde ,
federt aan Willem Hertog van G u lik ,
des zelfs Opvolger in Gelderland, befteed
wierdt. Deeze verbintenis wierdt
eerlang gevolgd van een dubbel trouw-
verbond , ontworpen en faamgeklon-
ken door Johanna Hertogin van
Brabant (eerft Weduwe van Willem
den Vierden Graaf van Holland , en
vervolgens ook van Wenceslaus Hertog
van Lukfemburg) tuflchen Jan den
Oudften Zoon van Philips van Valois
Hertog van Borgonje , en Alberts
Dochter Margarita ; midsgaders Willem
zynde Graaf van Ooftervant en
Oudften Zoon van den Voogd Albert,
en Margarita Dochter van den gemel-
{3)jTtois- den Borgonjer ; wier huuwelyk (3) te
Kamerik , in ’t jaar dertienhonderd-
vyfentagtig, voltrokken, en van zoo
veele aanmerking wierdt, dat deeze
vereenlging, in ’t gevolg der tyden,
den ommetrek van al het gebied des
huizen van Beijere in de Nederlanden,
tot dat van Borgonje heeft overgebragt,
en dus te recht ten grondllag ftrekt
van het in ’t vervolg zoo groot ge-
worde vermoogen ; zynde dat het
voorwerp myner ondernome verhan-
delinge.
iarc Hift.
&Chron.
Meraor.
vol. II.
fol. zìi.
1388 W I L L E M D E V Y F D E
- G R A A F V A N H O L L A N D , in
verins het jaat (4) dertienhonderdagtentagtig,
tonop zonder egte Kinderen naa te laaten, ge~
hctOoudftorven
zynde , zoo wierdt zyn Broeder
Albert, in de regeering der toen veree-
nigde Landen van Holland , Zeeland en
een deel van Vriesland, tot wettigen
Landsheer aangenoomcn. Welke zieh
ook vervolgens in Henegouwe gehuldigd
, en door zoo magtig een gezag
verfterkt ziende, zynen jongften Zoon
Jan, noch geen agtien (f) jaaren oud,
in den zetel van het Luikfche Bisdom
wift te dringen, die door het overlyden
van Arnold van Hoorn open ftont.
Dierhalven riep men den gemelden Jan
uit het Bisdom van Kamerik , [ ’t gene
aan hem te vooren was (6) afgeftaan
door Robert van Geneve, welken de
Franfen tot Paus (7) verhieven, en die
onder den naam van Clemens den Ze venden
, te Avinjon gezeten heeft ] en
wierdt hy door zynen Vader Graaf A lbert
, verleid van eenen magtigen fleep
des Adels , in de BilTchoplyke Stad
(8) L u ik , geveftigd. En vermids dees
handel den Graaf uit het Land trok ,
ZOO hadt hy vooraf (9) Jan, Zoon van
Otto Heer van A rk e l, tot zyne Stad-
houder over Holland , Zeeland en
Vriesland aangefteld.
Staande des zelfs bewind, wierdt Aly-
de van Poelgeeft , die federt den dood
van des Graaven Alberts eerfte Vrouwe,
Margarita van Briga, hem voor Byzit
diende , nevens ’s Graaven Hofmeefter
Willem Küfer, van eenige faamgefpan-
nene Hoekfche(io) Edelen, in ’s Graa-
venhaage deerlyk vermoord. Dit bragt
den Vorft, op zyne te rugkoomft, in
de wapenen , en Holland in geweldige
verdeeldheid, mids Albert de Mede-
plichtigen niet alleen, maar ook hunnen
voorfpraak , zynen Oudften Zoon
Willem , Graaf van Ooftervant, met
geen geringe ftraffen dreigde. Welken
zy , naa luttel tegenftands, met de
vlugt in Vrankryk ontweeken ; tot dat
die twift eerft door tulTchenfpraak ver-
zoend, en eindelyk de haat ten volle af-
geleid wierdt, door het tweede huuwelyk
van Graaf A lb e r t, in ’t welke hy
zieh verbondt met Margarita Dochter
van Adolf Graaf van Kleef, en by decze
gelegenheid zynen Zoon Willem herwaart
riep , te meer om heni de
dr ift,
fchcKron,
P'S-27^
>393
I 3 9 S-
. , drift, met welke hy bezwangerd ging,
J L isL van met zynen Zwager Jan van Borgon-
(jjRccu-
eil Herald,
de Bour*
gem.de
Liege folj
(6) J. dq
Beka.
Chron.
Ultrai.
fol. iir.
(7;j.Car:
pentier
Hift. de
Cambray
Tom. I.
pag- 394s
(8)Thcod.
Bouille,
Hift. de
Liege fol.
434-
(9) 1. »
Lcidis
Chron.
lib. XXXI,’
cap. 40.
/ro.'J.Vel.
denaar,
Chron.
van Holl,
pag. 95,
^ _ jf. je tegen den Turk ( i j op te trekken,
rirt uit het hoofd te dryven, door den ont-
Sriv. worpen oorlog, met welken Albert de
; foL 104. Vriezen verder onder zyne gehoorzaam-
M heid dacht te brengen, en dus gevoeg-
(.)Ubb. lyk zyner Voorzaaten ( x ) leet tewree-
Emmi
" 3 FiicWfoi. T o t dat einde wierden de naabuu-
' I rige Vorften te hulp verzogt , onder
j f welken de Koning van Engeland eenige
mannen van wapenen, verzeld van
tweehonderd Boogfchutters, afvaardig-
de. De Koning van Vrankryk ftondt
ook Alberts verzoek, hoewel fchoor-
voetende, toe; vermids hem docht, dat
Willem Graaf van Ooftervant, zieh te
naauw met den Engelsman , door ’t
■aanvaarden van de order des Koulfe-
ulFioif l>änds ( 3 ) , verbonden hadt. Niette-
genftaande die agterdocht fart zyn ’er ech-
Chron.
TOl. l».
fol. «r.
kleiner in getal, ontfingen hunne beftoo- «39^
kers echter met geen mindere kloek-
moedigheid ; doch eenige fcherpe ont-
moetingen, die met hunne fchaade ge-
paard gingen, leerden hen niet heften^
dig te zyn, tegen de overmagt van Graaf
Albert; en dees wederom, mids de ge-
brookenheid der landen, nu ontoe-
ganglyk geworden, door den herfftre-
gen, dat zyne reeds bekoome voorfpoed
niet 200 ligt te achtervolgen waar,
zulks hunne eerftopgevatte vyandlyk-
heden daar door magtig verminder-
den. T e meer n o g , om dat de Graaf
den Vriezen beloofde, hunne oude ende
by hen in zwang zynde ( y ) voorrech- (¡) Beten
, niet te zullen verkorten : onder
dit beding dan hebben zy den Graaf ooBvriefi.
voor hunnen Landsheer erkend en hem
trouw gezwooren. Zulks Albert toen
geruftlyk het gebeente van zynen Moe-
derlyken Oom Willem den Vierden
Graaf vanHoEand, die voor ruim vyftig
(6 ) jaaren aldaar verflaagen w a s , («j j. äc
deedt opgraaven, ftraks naar Valenchyn
( 7 ) vervoeren, en zyn heir naar Hol- .
land ovej-fcheepen. Alwaar door het (“jscho-
fterven van Guy van ChaftElon Graaf
van Blois, des Graaven vermoogen niet vtied.
weinig vergroot wierdt. Mids de Ste-
den van Gouda en Schoonhove , van
weUten hy Heer geweeft wa s, by gebrek
van wettige Naakoomelingen, weter
vyfhonderd knechten, zoo uit Pikar-
die, als de andere oorden des Ryks, af-
gekoomen.
Middelerwylen ftelde Graaf Albert
al zyn vermoogen te w e r k , om zyne
onderhoorige volken tot dien veld-
to g t , en het toeftemmen der gedaane
beede te beweegen, en dewyl de Hollanders
en Zeeuwen , door geduurig
vrybuiten, den Vriezen eenen bitteren
haat droegen, maar de Henegouwers,
verder afgelegen, des ook minder voor- 1 derom tot het Graafichap (8 ) keerden, ,gj
deels uit die onderneeming te wagten
hadden , zoo heeft Graaf Albert, de
drie Staaten van dat Geweft vergaard
zynde, vooraf zyn recht en de wettig-
heid van zyne aanfpraak op de Heerlykheid
Vriefland, door oprechte Pauf-
(4) F i o i f - e n Keizerlyke ( 4 ) brieven, met
^ loode en goude zegels gefterkt, aan-
getoond , en hen daar door bewoogen
om zyne begeerte , in ’t opbrengen van
Geld en Manfchap, intewUligen.
De verzaamelplaats der krygsknegten
wierdt in Weftvriefland in en rondom
de Stad Enkhuize begreepen, van waar
dit faamengetrokke leger , tot een on-
gelooflyk getal zynde aangewaflen ,
op Vriefland overfcheepte en den
laatften van Oegftmaand in de Kuinder
aan land trat. De Vriezen ■ hoewel
I. Deel.
waar van zy eertyds door WiHem den toven.
Derden Graaf van HoUand, genoomen „n Hd.
en aan zynen jongeren Broeder , den ■*‘i-
Moederlyken Grootvader van den gemelden
( 9 ) G u y , gegeeven waren, ^iwai-
De Vriezen onderwylen zieh van geen k l f .
overheerfehend leger gedrukt , noch ' f f f '
van geene genoegzaame bezetting be- ü.
teugeld ziende , hervatteden wel haaft ( 39°
den diepgewortelden haat, door het plee-
gen van eene menigte oproerige ftukken.
Om wellten te ftremmen Graaf Albert
andermaal een geweldigen hoop voUts
op de been bragt , die onder het op-
perbevel van zynen Zoon WElem , en
eenigen der voornaamfte HoUandfche
EdeUieden, naa geringe overwinningen,
den Vriezen tot zoo verre de wer ftelden
, dat de hooge regeering huns
B Lands,
I
Î
%
I