lyo4 teren tot ’s Vorften hulp verfcheenen
hron“ was, en dat de Edelen en Leenmannen
viaand.
fo l zp j.
verfo.
uit Brabant, Vlaandre, Henegouwe,
Artois en andere deelen van Nederland
opgezeten en ten ftryde vaardig waren,
toen bragt hy al dien hoop binnen
’s Hertogenbos; en fchoon de Gelderfen
het beftand reeds gefchonden hadden
, wyl de Utrechtfche Kerkvoogd
de eendragt, daar hy Befchermheer
van gemaakt was, niet hadt können bewaaren
; nogtans deedt de Aardshertog
, toen het Heit gereed lag om van
dien,kant Gelderland te beftooken, Karel
van Egmond den Oorlog verklaaren
; en aan de andere zyde de Zui-
(OGout- derzee (i) met eene menigte van fche-
^... pen, ZO O uit Edam , Monnikendam ,
Enkhuize, Hoom als Amfterdam behoeven
Chron.
fol.söy. zetten,, opdat er geene ,l eevensm•id!-
delen noch oorlogsgereedfchappen derwaart
gevoerd mogten worden. Dewyl
de Zomer meeft verloopen was,
en de Vorft dierhalven niet raadzaam
vondt de wapenen zelf te voeren,zoo ftelde
hy het Oppergebied zyns Heirs aan
drie Legerhoofden , naamenlyk , den
Heer van Vergy, Kornelis van Bergen
Heer van Zevenbergen, en Floris van
Yslelftein. Deezen trokken met hunne
benden de Maas over, en Wonnen ftor-
(,1 S lic h -menderhand ( z ) de ftooten Hemert,
Gii'’’ Terfeel, en Middelaar, maar het guu-
fol™/' winter faizoen dreef hen weder terugge
dachten te verdryven, kwam Floris van lfö|
Egmond Heer van Ysfelftein, toen te
Workom leggende,met de zynen, de be-
zettelingenter goederuurete hulpe ¡zulks
de Gelderfen, zoo ras zy dit gewaar wierden,
en naar hunne befchanzingen. Aan
eenen anderen oord deedt de Hertog van
Kleef het Graaffchap Zutfeen, daar hy
’t oog opgeworpen hadt, en te gelyk
den Hertog van Gelder magtig dugten,
zulks dees zonder toeven met een goed
getal füiters en voetknegten naar Does-
burg rukte , en dus het dreigende gevaar
deedt verftuiven.
HierentulTchen waren eenige burgers
en knegten door het land van Vianen getrokken
om de Dordrechtfche Waart af
(3) Gont- te loopen ¡doch wanneer zy (3) hetBlok-
cS” huis, dat men op den dyk ter befchermin-
foTs*«;"' Landftreeken begonnen hadt te
ftigten, meenden te overweldigen, en de
bezetting door den rook van drie wagens
met hooi, die zy in den brand ftaaken.
de vliigt koozen, werpende om beter
tekonnen loopen, vermidsdekley van
den geduurigen regen doorweekt en den
dyk niet gangbaar was, hunne fchoenen
van de voeten, welken daarnaa meer dan
tweeduizend in den modder gevonden
wierden.
Eenige dagen laater ondernaamen vyfhonderd
Gelderfen diergelyken aanflag in
de Vryheid van Heusde, en wierden met
geen mindere dapperheid van den zelfden
Veldoverften verjaagd, gevangen of in
,’t water, daarze verzoopen, gedreeven.
Eenigen (+ ) ontkwaamen ’t binnen het MStt
SC.l ot ÜP oed. ero..ij e,d. at fre d, ert,om zyne goe- "C“e'U“ IcII.
de gelegenheid tot het plaagen van den
Hollandfchen bodem, verfterkt en met
magt van volk gevuld wierdt. Van geen
minder gevolg was hun aanflag te water,
dienze,omtrent dien zelven tyd,met verfcheidene
fchepen, bemand met zevenhonderd
gewapende zoo Krygsknegten als
Poorteren vanHarderwyk,op de Noord-
hollandfche kuften ondernaamen; wandt
omtrent Monnikendam, datze meenden
te verraflen, gekoomen zynde, wierdenze
van de Waterlanderen ontdekt, welken
op ’t geluid der onraadklokken in
’t geweer en by drommen naar den oever
ftooven, daarze in de gereedfte Ichuiten!
ftapten , en van eenige Hollandfche Uit-
leggeren onderfteund, (5) de Gelderfen (¡) c»i.
op ’t lyf vielen; bitter en bloedig was het ¿fi
{OStruvi
S criptor.
G erm .
R er.
Tom.U'
ioi.945-
& ieq.
ders,nu en dan van verfche manfchap gefterkt,
fol. 5631
kreegen eindelyk hunne vyanden
aan ’t deinzen,en honderdenveertig mannen
gevangen , des de Gelderfen begunftigd
van den wind , naar hunne haveri
keerden.
Omtrent deeze dagen bragt de ervaare
Krygsman, Rudolf van Anhalt, X^ftien-
honderd mannen zoo te paard als te voet,
naar Gelderland, met welken hy zonder
draalen voor Bommel trok, en zich aldaar
begroef, plonderende en verwoeftende
de rondom gelegene Landenle,fntedle-
(i) Chartres
de
Brab,te
Vilvoorde
iode ze-
vende
bovenkas-
fegetek.
Dmim. Ö'Ooeryßlende
de Tieler - en Bommelerwaaft onder
brandfchattingen ; alles doende uit
den naam van Keizer Maximiliaan , die
hem gezonden, en moogelyk talryker manfchap
zoude verfchaft hebben, indien hy
de wapenen niet in den Palts gevoerd
hadt; ter oorzaake dat Joris de Ryke,
Hertog van Beijere , ftervende zynen
Schoonzoon (i) Robert, Zoon vah Philips
Keurvorft van de Palts, tegen ’s Ryks
Wetten en gewoonte,tot Erfgenaam zyner
Landen gemaakt hadt; en dewyl
’s Keizers Zw'ager Albert,Hertog vanBei-
jere, hierin grootlyks benaadeeld was, eil
de Keurvorft van den Palts uit Vaderlyke
genegenheid zynen Zoon niet alleen met
geweld onderfteunde, maar zelf naar geene
bemiddeling wilde luifteren, zoo
heeft de Keizer de Stenden des Ryks te
wapen geroepen , en zich met verfchei-
dcneVorften,uit zugt voor zyn verwandfchap
en ter befcherminge der oude
rechten, tegen hem verbonden, den Oorlog
verklaard, en in ’s Ryks acht gedäan:
zelf heeft de Keizer, zoo ik meene, hern
van de Keurvorftlyke waardigheid vervallen
verklaard ; wandt men vindt onder
de Brabantfche brieven een verzegeld
fchrift, getekend den negentienden vän
Oegftmaand ( z ) deezes jaars, door het
welke de Roomfchkoning .Maximiliaan
den Paltsgraaf ontzeidt en verfteekt van
de verkiezinge des Keizers, en die waardigheid
geeft aan zynen Zoon Philips,
hier Koning van Kaftilie genaamd, voor
hem en voor des zelfs Erfgenaamen Graaven
van Tirol. W anneer dees kryg omtrent
een jaar tot onherhaalbaare fchaade
van den Paltsgraaf gevoerd , ch hy van
zyne Bondgenooten verlaaten wäs,is eindelyk,
door tuffchenfpraak van Frederik
Keutvorft van Sakfch.de Vreede te Keulen
gemaakt, en dns door den zelven de
nieuwe tytel des Aardshertogen weder
verdweenen.
Geduurende de ohtftuimigheden vaii
den Gelderfen Oorlog zag men verfcheidene
Grooten , tot veel verdriets voor
den Landsheer, ten grave gaan; wandt
Antoni de Groote Baftaard van Borgonje
, een beileepe Staats - en Krygsman,
wierdt, den vyfden van (3) Bloeimaand,
in den ouderdom vah drieentagtig jaaren
van deeze waereld weggenoomen, en te
Tourneham by S'. Önler begraaven: Insgelyks
liet Engelbert Graaf van Naffou
en Heer van (4) Breda, een zuil van het
Ooftenrykfche gezag in de Nederlanden
, by gebrek van Naakoomelingen ,
zyne naalaatenfchap aan zynen eenigen
Broeder Jan , agter. Tot geen mindere
droefheid was Phililrert de Tweede
Hertog van Savoije , verhit van de jagt
koomende, door het drinken eener koele
teuge, den negenden van Herfftmaand
( y) te Pohtdeine geftorven , juift in de
zelve kamer daar hy gebooren was. Dewyl
hy geene kinderen agterliet, volgde
zyn Broeder Karel, die de Derde genaamd
wordt, in de heerfchappye dier
Landen. Hoewel de naagelaate Weduwe,
Margarita van Ooftenryk, in deezen bitteren
flag een manlyke ftandvaftigheid en
zeldzaam geduld betoonde, echter was
zy niet ongevoelig in ’t verlies van haaren
fchoonen Egtgenoot, die haar doör den
dood in de Lente zyns leevens, wandt hy
bereikte nog geen vyfentwintig jaaren
, weder ontrukt wierdt. Ter gedachteniffe
van het fmertlyke verlies
dier Vorftinne vind ik deezen penning
gemaakt.
(3) Loc rii
Belg, pagi
sn.
(«G eiieé-
logia Co-
mit Na«a
foviseaj.
Orlers
fol. i 8i
(5) HiS.
Sabaudof;
Duc L .
vander
Burchii
pag-iS?»
Het halve lighaam der Hertoglyke Weduwe is prächtig verfierd, met haaren naam be-
Xx XX i die-
1f
.I "■ I 'l ii-igijir
äf -