i kB Sjf.3 ;t " hv:!l
'1
> 4 7 3 '
fchied.fol.
269.
( 0 T e -
, fchcnma-
cheri An-
nal.Cliui®
cn z.Ad-
dic. Diplomat.
fol.
1 } 2.
( i ) Smc-
tius,
Chron.
van Nim-
magcn
pag. 113.
1 18 ' H I S T O
Lands als Voogd beliierd hadt, 100-
daanigen fchiik in het hart dreef, dat
hy naar Keulen vlugttc, en zyn eige
Graaffchap in deezen togt ten prooi
liet aan de Borgonfen , die het met
weinig tegenftands veroverden. Waarop
veele Gelderfche' Steden , voor
het groot vermoogen der wapenen
bekommerd , den zelven trant volgden
; andei-en nogtans wilden liever
het uitterfte verderf, dan de Borgonfche
heerfchappy draagen. Het hoofd
van die' mindere afhangende ledemaa-
ten , was de Stad 'Nimmegen , naar
welke zieh verfcheidene kleinere Steden
fchikten. Des de Hertog de
voorbereidfels , om de gemelde Stad
te dwingen , omzigtig beftelde , en ,
om zieh van te meerder voorfpoed
in het beleggen te verzekeren , floot
hy vooraf een beding ( i ) met Gerard
, Hertog van Gulik , die een
oud recht op Gelderland , van Keizer
Sigismund weleer bekragtigd ,
meende te bezitten, dat de zelve Ge-
'rard zynen eifch op dat Hertogdom
voor tagtigduizend Rynsgul_dens zoude
. overgeeven , en van den Keizer
doen goed keuren , ’t gene op die
voorwaarde aangenoomen, en op den
twintigften van Weidemaand getekend
wierdt.
Dus van dien kant gedekt zynde ,
floeg de Borgonjer, met eene talryke
meenigte van Krygsknegten, in ’t begin
van Hooimaand , het beleg voor
Nimmegen, alwaar Reuiier van Broek-
huize, een ervaare krygsman, ' het bevel
van binnen voerde. We lk e , om
de Stedelingen en bezoldigden het
hart bet te doen ( i ) r y z e n , den
Zoon van den gevangen Hertog
A d o lf , Karel genaamd , nog geen
zeven jaaren o ud, een hamas, naar
maate van des zelfs teder lighaam,
aantoog , met een ftaalen boog in de
vuift en eenen pylkooker op de
fchouder , dus gewapend te paerd
zettede , en hem alom längs wallen
en fti-aaten geleidde , voegende by
dit kinderfpel den ernft van manhaf-
tige rede , die eenen iegelyk kloeke
tegenweer en onverfchrokken moed
R I D E R
inboezemde. ’t Gene in den aanvang
gewenfchte gevolgen gaf ; maar het
doorllaande geweld der Belegeraaren,
dreef ■ eerlang de Belegei'den , om
middelen tot verloffing te zoeken ,
door tulTchenfpraak des Hertogen van
(3 ) Kleef , welke de Stad aan
de overzyde van de Waal befloo-
ten hieldt , en nogtans deezen- laft
gewillig ondernam , ook dermaate
voltrok , . dat ’er de Vreede längs
dien weg geveftigd wierdt. Op deeze
voorflaagen alleenlyk , dat de Hertog
van Borgonje de StedeHngen in genade
zoude aanneemen ; mids zy de
tagtigdui'zend Rynsguldens , den Hertog
voor den afftand beloofd , zouden
betaalen. Onder deeze beloften
is de Borgonjer in ’t laafte van Hooimaand
aldaar ontfangen , en vervolgens,
met ongemeene (4 ) vreugde ,
in de overige Steden van Gelderknd
tot Hertog , en in die van Zutfeen
tot Graaf gehuldigd zynde , ftelde
hy over de zelve Geweften tot zynen
Landvoogd Willem van Egmond.
En dewyl het Leenen van
het Duitfche Ryk waren , zoo is
de Borgonfche Heitog , naar den inhoud
van den afkqop meebragt, van
Keizer Frederik in de bezittinge dier
Landen verfterkt en bekrachtigd geworden.
Het goed geluk, met welk de Borgonjer
de Gelderfche zaaken ten einde
bragt , moedigde hem aan , om
zyne reis naar Duitsland voort te zetten
, naadat alvoorens de Kinderen
van Adolf van Gelder, Karel en Philippa
, naar Gend by de Hertogin
van Borgonje verzonden waren ; en
dewyl de Herfft naakende was , floeg
de Hertog , met een magtig gevolg
van verfcheidene Nederlandfche Bif-
fchoppen , en de aanzienlykften des
Adels ftrak's op weg naar Trier ,
alwaar Keizer Frederik , meenende
hulp tot den Tukfchcu kryg te
( ? ) erlangen , hem befcheiden
hadt.
Deeze faamekoomft , die een verwarden
naafleep baärde , wierdt
vriendlyk aangevangen ; des de Bor-
gon-
NEDERLANDSCHE VORSTEN. II. Boek 119
> 4 73
,(3) Go«. Focvin
Chron.
van Holt
Í1473
(4) Bar.
hndi
Chron.
Dac.Brjb;
pas. 113.
(5) R«-
Mctno-
rab. a Ftf
derico 11.
nfquc ad
Carol. Annex.
Chro«.
li Aniial
gonjer belaaden met de zelve gedachten
, met welke zyn "Vader voorheen
al bezwangerd ging , den Kcizei-
aan boord klampte , om de vereenigde
Landen zyner heerfchappye , door
het herftellen van den ouden tytel, tve-
derom tot een nieuw Koningryk van
-Borgonje ( i ) op te regten , en
- - ,f„i t’evens hem tot Stedehouder van het
j'/icrf« Duitfche Ryk tc willen verheffen.
Aan den Keizer wierdt , op de toe-
zegging van dit voorftel te zullen
volbrengen , voor zynen Zoon Maxi-
miliaan , die omtrent vyftien jaaren
bereikte , ’s Hertogen Dochter Maria
ten egt beloofd. En opdat deeze
verbintenis beftendig mogt blyven ,
deedt de Hertog van Borgonje van
dien tydt af zyne Dochter de zelve
fchriftlyk ( z ) erkennen , en die ne-
comms ccncn Diamant aan Maximiliaan
L overhandigen. Schoon de Keizer ern-
ftig verzogt , dat de plechtigheden
des huuwelyks terftond mogten vooittog
van Borgonje , welke voor den 14^3
Keizer gcknicld , (4 ) cn zyne vin-
gers op het kruis van ’s Keizers
zwaard leggende , dus aan het Room- m s s ? fol.
fche R y k , en den Opperheerfcher van
het zelve, getrouwigheid zwoer ; nice
alleen voor de aangevaarde Geweften,
maar ook voor alle Landen die hy
van her gemelde Ryk (y) te leen bezat. (jlMcijeri
ZuUts de Keizer , naa ’t onfangen riandt.
van den eed , den Hertog met de
heerfchappye der aangewonnene Staaten
bekleedde, en gaf hem voorts de Ba-
niereii daaraf in de hand , midsgaders
fchriftlyke verzekering (6 ) van (6) Char-
dien handel.
gaan echter wierdt het voltrekken
tres de
Brab. te
den in dö
verwekte de zevende
ninge te gemoet zag .
Koning van 'Vrankryk , om den Bor- fe°£t”ek.."
van de trouwe by den Hertog zoo
lang verfchooven , tot hem , en het
Stedehouderfchap , en de Koninglyke
tytel waren opgedraagen.
Middelerwylen dat Kroon, Schep-
T.Bi- ter , Kleederen en andere ( 3 ) fieraa-
icüverius den , midsgaders de Bedienden tot die
verheffing befteld Wierden , en dat
in Holl, er reeds eenigen ty d , door prächtige
Ridderfpelen en meer dan Vorftlyke
maaltyden gefpild was , zoo wierdt ’er
eindelyk, wegens het wettige bezit van
Gelderland , nadere verzekeiing geeifcht
, en daartoe op de markt een
verheve tooneel opgeregt , daar de
Hertog van Borgonje met deftigen
ftoet ,. den zesden van Slagtmaand
voor den Keizer verfcheen; insgelyks
v^aren de Afgezanten der Hertogen
van Gulik en Berge tegenwoordig ,
en gelaftigd van humie Meefteren,
om uit den naam der zelven afftand te
doen van alle zoodaanige aanfpraake ,
als zy op het Hertogdom van Gelder
o f het Graaffchap van Zutfeen
mogten hebben ; deswege gaven zy
toen al het recht over aan den Hergonjer
te kwellen , zooveel agterdochts
in den Keizer , dat dees, om
niets verder te befluiten , heimelyk
naar Keulen vertrok , ' zonder vaarwel
te zeggen aan den Hertog , welke
zieh dus in zyn verlangen en de daartoe
gemaakte voorbereidfelen misleid,
en het Borgonfche Koningryk in ydclcn
damp en rook verdwynen zag. Dierhalven
verbleef hy niet langer te T r ie r ;
maar is , naa een weinig vertoevens
in Lotteringe • [om den nieuwen
Hertog Renatus den (7 ) Tweeden, (7) Mci]«-
die dit jaar op Niklaas gevolgd wa s,
geluk te wenfchen, en zieh zyner 359-
vriendiykheid te verzekeren] wedergekeerd
naar de Nederlanden. Aldaar
heeft hy uit zonderlingen yver voor
de Gerechtigheid , en ’t gemak zyner
Onderzaaten, den hoogen Raad , dien
zyn Vader Philips inftelde om hem
her- en derwaart te volgen, en de
twiftenden uit de gerechtshoven van
Vrankryk te houden , thans uit Staat-
kundige inzigten eenigzins veranderd,
en onder den tytel van (8 ) Parle-(s) Uut-
ment , omtrent het middcn van Win-
termaand , te Mechele onbeweeglyk iirib.
geveftigd. Deswege zyn ’er ' alom S'?49.&
uitmuntende mannen in geleerdheid
en deugd tot Raadslieden aangefteld,
op dat de Landzaaten in ’t algemeen
zieh gewillig aldaar verantwoorden,
G g 2 en