5:;
I
ill ‘
1435' hangen, en dikwylen deedt krimpen
■ ' van vcrfaagdheid , op ’t onvertyagtile
Chron.
V o i II.
fol. 11:
& 124.
Tcrfo.
veranderd in eene kalmte zyns R y k s ,
ontftaan uit het overwigt der Borgonfche
grootheid ;. en waarom de
Hertog zelf van de Franfen geftreeld
zynde , federt den naam van Philips
den goeden verwoif.
Dit nogtans ontftak de gramfchap
der Engelfen 200 hevig, dat , onaangezien
dc Borgonjer zieh als Mid-
143« delaar tuftchen hen en den Franfchen
•------- - Koning aanboodt, zy echter in verwoedheid
tegen hem uitfpatteden ,
eerlang eenige zyner onderzaaten, hoe
ontfchuldig aan ’t bedryf van hunnen
Landsheer , nevens der zelver goede-
(I) Mon. ren ( i ) aandoegen , fommigen met
den dood ftraften , anderen tot op-
rder ftookten, ja den Vorft zelven den
oorlog verklaarden. Dierhalven ver-'
zogt de aangegreepe Hertog in der yl
hulp by de Vlaamingen , ' dieze in
lyf en goed beloofden; insgelyks by
de Hollanders en andere Nederlandfche
Volken.
Ondertuffchen dat deezen verzaa-
melden , wierdt Parys deels door
Franfche , deels door Borgonfche-
knechten, den Engelfen ontweldigd.
Welken van hunne zyde Weftvlaan-
dre in de ftreeke van Bourboufg en
Kaffel afliepen, en de omher gelegene
Landen zoolang beroofden rot dat
de Borgonjer die uitloopen , door den
optogt zyns legers , ’t gene omtrent
dertigduizend koppen fterk was ,
ftremde. Met het zelve meende
hy den Engelfen de Stad Kales te
ontwringen , en floeg ’er tot dat
einde, op den elfden van Hooimaand
(ijctaon. bet beleg ( i ) aan de Landzyde voor,
vinnd terwyl de Hollanders en Zeeüwen
Mss.foi. met hunne vloot , daar Jan van
Hoorn het bevel over voerde , niet
alleen den zeekant beflooten hielden
, maar zelfs eenige Schepen
gcballaft met zand in de haaven ,
om het uitloopen te beletten , deeden
zinken. Doch- als de Beleger-
deii in zekeren uitval , tot in de werken
der Vlaamingen doordrongen ,
¿00 dat ’er omtrent honderdentwin-
lig van de zelven bleeven, en zy hier
uit waanden (3 ) niet genoeg van den
Adel en de overige benden bygefpron-
gen te zyn , zoo hebben eerft de Brug-
gelingen en vervolgens ook de andere
Vlaamfche volken , onaangezien des
Vorften groote beloften , het vcld
verlaaten , cn dit wel te meerder,
dewyl de vereende zcemagt zieh niet
beftendig achtende, om de menigte der
aankoomende vyandlyke Schepcn te
können weerftaan , bereids ook ver-
vaarcn was. Zulks de Borgonjer hierdoor
gedrongen wierdt insgelyks af te
trekken ; vermids de Vlaamingen het
grootfte getal zyns heirs uitmaakten,
en dat hierenboven de Koning van
Engeländ e'en geweldigen hoop V o lk s ,
tot ontzet by een getrokken , onder
het geleiden des Hertogen van Glocefter
derwaardt zon d t; aan welken ,
door ’s Konings bezegelden (4 ) brief,
het Graaffchap van Vlaandre reeds ge-
fchonlten was.
Invoege deeze gedaane gifte hem des
te greetiger naar der zelver aanzienlyke
bezittinge deedt omtaften, tot dat
einde in Weftvlaandre alles te yuur
en zwaard ( y ) vcrwoeften , en daar
uit eenen fchat van koopmanfchappen
wegfleepen. Het gene de Borgonjer
te heviger op die van Brugge
verbitterde , mids die daarenboven,
de reeds zoozeer ontfteeke gramfchap
des Landsheeren, nog door
zwaare muiteryen aanbliezen ; dan
eindelyk zyn zy o f overtuigd van ’t
begaane misdryf, o f van de vreeze
bekroopen geworden, door een plechtig
gezantfchap , gepaard met eige ne-
drigheid , en de voorfpraak der
Geeftlyken en Waereldlyken' eerlang
de begeerde verzoening, en des ook
volle kwytfchelding van 't voorige beftaan,
magtig geworden.
Naauwlyks was dees handel verricht
, o f men trad tot dien van Renatus
van Anjou •, Tytellconing van
Sicilie , die voor vyf jaaren , in den
twift om Lotteringe , des Borgonjers
gevangen , doch tegenwoordig
weer
1435
tjJChron,
de F l in l
per P.D.
Oiidc-
gerft. pag.
JÎ9- &
Meijcri
Annal.
Fland.
fol. iS j .
verfo.
(4) R.
Thoyras
Hift.
d’ Anglett.
T om . IV.
pag. 89.
(j)Chron.
van
Vlamd.
MSS. fo!.
ipo.
1436 weer ontflaagen wierdt, door het af-
' ftaan van het hem toebehoorende
{ .) Mel- Land van ( i ) Kaffel, en het geeven
i'a 'i F tad . van eene magtige fomme gelds aan
fol. is«. Hertog van Borgonje. Welke
thans het onderhoorige Vryen van de
Stad Bfugge willende afzonderen ,
en tot een vierde lid van Vlaandre
aanftellen, daardoor de muitzieke gce-
ften op nieuws ontroerde. En hoewel
de Utrechtfen geen deel in deeze
onruft hadden , echter was hun gebied
niet minder verwart in haperingen
van . tweefpalt der Kerklyken ;
wandt naa dat Paus Eugenius de
Vierde , de verkiezing van Rudolf
van Diepholt door zyne uitfpraake gewettigd
, en dus Zweder van Kuilenburg
, die de Biffchoplyken zetel
te Dordrecht plantte 3 op die wyze
van zyn gezag ontblood hadt , zoo
trok dees het geding voor de Bazel-
fche Kerkvergaaringe ; doch als hy
ftaande die handel ftierf , verkoo-
len de Kanoniken van zynen aanhang
, eenen Walraven van Meurs
tot zynen opvolger , die ’er ook van
f Paus Felix den Vyfden , welke van
; de gemelde vergaaringe tegen Eugeni-
US gefteld was 1 ingeveftigd wierdt ,
, i gevolglyk den Biffchoplyken ftaf te
3 Dordrecht , te gelyk met den haat
I tegen Diepholt , opvattede : en dus
niet min den Landzaaten , dän den >43^
Utrechtfchen myterdraager zoo byftere
ontftelteniffen verfchafte , dat de vyf
Kapittels , Edelen en Gemeente van
Utrecht ( 2) , om deezen Land- lyf P)
en ziel verdervcnden twift te ftuiten, ven van 4
zieh tegenwoordig onderling verbon-.
den hunnen Biffchop eendragdyk zoo g;
lang te befchermen ; tot ’er op eene Utrecht,
wettige wyze by den Paus van Rome
in voorzien wierdt, Dit nogtans
heeft Walraven niet belet van federt
nog vyf (3 ) jaaren , en dus tot aan (3) Be-
zynen doodt to e , den Hollanders als S S ! “
hun Kerkhoofd , in het Geeftlyke te
berechten, pag- gt-i-
Onder het bülderen van zoo veele
ontftuimigheden , die hier als elders
opborrelden , wierdt Vrouwe Jacoba
[welke naa den afftand en de overdragt
haarer heerfchappye ' en Landen ;
met den Heer Frank van Borfelen,
haare dagen buiten alle ftaatsgewoel,
mceft op het huis te Teilingen , ver-
fleeten hadt ] op den agtften van
Wynmaand ( 4 ) , in het zesendertigfte (P f“®-
jaar naa de veertienhonderd ; en het Append,
vyfendertigfte haars Ouderdoms beieikt
hebbende , zonder eenige geboorte naa foi. 139;
te laaten , uit het leeven gerukt en
by haaren Grootvader , Graaf Albert,
in de Hofkapel van ’s Graavenhaage
begraaven.
N 2 H I S T O -
H
Ik
¡■'S
■"t*