( . ) R.
Thoyras
Hitt.d'An.
glet.Tom,
IV . pag.
50.
(1) Din-
ter Chron,
Due.
Brab. Lib,
VI. cap.
221.
Í3) Vel.
denaar
Chron.
van Holl.
pag. 126.
(4} Balen
berchr.van
Dordrecht
pag. 525.
hem dermaate den moed, dat hy eenen
ieder om onderftand tot eene nieuwe
onderneeming aanzogt , en eindelyk,
van het Parlement met vyfduizend
mark ( i ) , cn van den Koning met gelyke
fomme gefterkt zynde , ftraks
eene goede menigte krygsknegten op
de been bragt, en dus geen kleinen
fchrik den Hertog van Brabant op het
ly f jo e g , zulks die te raaden wierdt,
om de Voogdy van Holland, Zeeland
en Vriesland aan den Hertog
van Borgonje over te draagen; als zynde
, by mangel van Kinderen, de natuurlyke
Erfgenaam der Landsvrouwe
Jacoba. Dit voorneemen wierdt
dan den Steden van ( z ) Brabant ,
op de bcfchreeve Vergaaringe te Den-
dermonde voorgefteld; maar die wei-
gerden ’s Hertogen begeerte te tekenen
o f te zegelen, ’t en zy de twee
andere Staatsieden des Lands, te weeten
de Geeftlyken en E delen , alvoorens
dien handel goedkeurden.
Waarop wel eene tweede faamenkoomft
te Mechelen beroepen, doch
op diergelyke wyze geeindigd w ie rd t,
zulks de Hertog , om zyn opzet te
volbrengcn, zieh gedwongen zag den
brief dier overgifte met zyn teken en
•zegel alleen te verfterken.
Dit op den negentienden van Hooimaand
verricht , en den Hertog van
Borgonje middelerwylen kennis der
vlugt van Vrouwe Jacoba gegeeven
zynde, is d ie , om dit voorval te be-
teren, met zyne vaardigile krygsknegten
naar Holland afgekoomen, aldaar
in de meefte Steden ontfangen (3 ) en
als Ruwaard der Landen gehuldigd.
Doch die .van Dordrecht , bevreeft
zynde dat de Keizer o f Hertog van
Glocefter dit bedryf mogten wreeken,
bedongen en verkreegen vooraf op den
elfden van (4J Slagtmaand eene fchriftlyke
belofte , van dat Philips Hertog
van Borgonje hen zoude befcTier-
men tegen alle vyandlykheden , die
hier uit ontftaan mogten.
Hierentuffchen toonden de Kabel-
jauwfche Steden , die het beleg van
Schoonhove bereids verlaaten hadden',
wederom haaren yver voor den nieuwen
Landsheer, en waanden, nu ieder
onder haare baniere te veld kw am,
zieh fterk genoeg te z y n , om Vrouwe
Jacoba met haare Hoekfen op de vlugt
te dryven. Maar deezen zyn , fchoon
minder in getal, met zoodaanige man-
haftigheid, omtrent het Dorp ( y ) Alfen
genaderd en op den vyand aan-
gevallcn, dat z y , naa een ftreng gevegt
, de overwinnig op de Kabel-
jaauwfen , nevens de Banieren van
Leyden, Haarlem en Amfterdam weg-
droegen.
Eene zoo onverwagte zccge verwekte
geen gering omzien in de Kabeljauwfen,
te meer nog , zoo dra men
verflondt, dat ’er eenigen der uitgclee-
zenfte Engelfche kcurbenden van den
Hertog van Glocefter , onder het
geleiden van den Veldoverften (6 ) Sil-
vatier, met den aanvang van het jaar,
reeds in Zeeland gekoomen waren, en
door den toevloed der Hoekfen nog
dagelyks fterker in getal wierden.
Zulks de Hertog van Borgonje zieh
met omtrent vierduizend ( 7 ) g e ^
pende te Rotterdam infcheepte, eh
ih'aks met deeze menigte pp de
Zeeuwfche kuften geland zynde , den
dertienden van Louwmaand zynen
vyand , wiens getal tuftchen de twee
en drieduizend koppen beliep , by
Brouwershave flagleverde. In welk
gevegt de overwinning, hoewel niet
zonder merklyk verlies, aan den Borgonjer
, en het veld met menigte van
dooden bezaaid is gebleeven. Het
Legerhoofd der Engelfen ontfnapte’
echter het gevaar met eenige weinigen
der zynen, door behulp der fchepen
; ja Glocefter zelf wierdt federt
door zynen Broeder den Hertog van
Betfort, die den oorlog in Vrankryk
nog ftaande h ie lt, gedrongen,, geene
(8) nieuwe ondenieemingen tot
naadeel des Ryks aantevangen ; dewyl
men Icerde, wat fchaade deeze onruft
den Engelfen verfchaft hadt. Dit
deedt hem van Vrouwe Jacoba afzien ,
en weinig- tyds laater met Eleonora
Cobham rtouwen , die weleer zynen
welluft ten dienft geftaan hadt.
Hoewd deeze tegenftribbeling den
Hoek-
Snoi
•. Ba.
<r1 '
tav. foi.
.38.
14x6
(6)Chroa.
de Fland.
par Denis
Sauvage,
Continuât
f o l 331.
(7) M ob-
ñrdet
Chron.
v o l II.
f o l 28.
(8) R.
Thovras.
Hift.d'Anglet.
Tom.
IV , pag. '
5»*
(i) Meÿeji
Annal.
Fland. fol.
aóp.verfo.
(1) Vel.
denaar
Chron.
van Holl,
pag, 128.
(3) Veli-
us Chroii,
Hoorn
pag- I}.
Hoelcfen magtig trof, nogtans heeft dit
de Landsvrouwe - Jacoba niet verhin-
derd , om door de Steden Schoonhove
, Gouda, Oudewater, en een goed-
deel Stiftfen onderfteund zynde, de Stad
Haarlem in ( i ) te flui'ten. Als nu de
Kennemerlanders ook ter haarer hulpe
kwamen, en het beleg reeds vier
weeken geduurd Kadt, zoo heeft de
Hei-tdg van Borgonje eenige Vlaamingen
, me't anderen zyner voUteren, afgevaardigd
om de benaauwde Stede-
delingen te ontzetten.
Vrouwe Jacoba des bewuft , en verftaan
hebbende, hoe de zelven al tot
Leyde genaderd waren , om de Goud-
fche ftuis te bezetten, en haar dus den
weg der wederkeeringe af te fnyden ,
verliet heimelyk het vpld van voor
Haarlem, en floeg zieh met haar heir
te Alfen neder : alwaar de Kabeljauwfen,
hoewel onderfteund door de Borgonfche
knegten , onder het geleiden
van Jan van Uitkerken, wiens Vader
het bevel in Haarlem 'voerde , zoo
raauw op den laaften van Grasmaand
ontfangen wierden , d a t , naa een lang-
duurigen en bitteren ( z ) ttryd , dien
Vrouwe Jacoba zelve aandreef, de vyanden
met groot verlies op de vlugt raak-
ten , en vervolgd zynde tot voor de
poorten van Leyde , alleen van die
Stedelingen vyfentagtig verflaagenen ag-
terlieten; men maake hier uit reke-
ning van den ganfchen hoop,
Invoege de Kennemerlanders, door dit
geluk ftouter geworden, aftengs geheel
Weftvriefland afliepen, en de Steden
onder de gehoorzaamheid der Graavin-
ne (3 ) bragten , tot dat de Stad Hoorn,
'■ die de laatfte en geheel voor den Borgonjer
was, hen, zelf naa eeneongeluk-
kige ontmoeting, zoo lang weerllondt,
tot ’cr kloeke' manfchap van den Borgonjer
, verzeld zynde van eenige Stedelingen
van Amfterdam en' Haarlem
, te water binnen raakfen. Deezen
z yn , onder het bevel van den bedreeven
Krygsoverften 1’Hie Adam, zoo
Nagel , gedwongen wierden te wy- i4a<?,
ken , cn dus ongelukkig her-en der- ’
waart heen ftooven , ziende al den
rocm der voorgaande overwinningen
door de zeege hunner vyanden met
deezen flag verdwynen ; vermids de
Borgonfche Hertog van dim tyd af by
alle de Weftvrieflche Steden zonder eenige
heftig op de beleggers uitgevallen, dat
zy , naa eenen ftyfzinnigen wederftand
gcbooden te hebben, en het omkoomen
v.m hunnen Overften Leidsman Willem
tegcnftribbelinge ontfangen wierdt.
Sedert is hem de laft van dien oorlog
eenigzins vergoed geworden met de
beede (4 ) van dertigduizend Schilden,
hem door de HoUandfche en Weft- van°”'
vrieflche Steden van zynen aanhang in-
gewiUigd.
De Hertog vermoedende dat aldaar
niets meer te vrcezen w a s , verUet die
Landftreek , en verfchafte dus den
Hoekfen geleegenheid om onverwagts
in Enkhuizen te vallen, cn tot weder-
wraak der omgebragte gevangenen ,
die door den laatften veldflag in ’s vyands,
handen gevaUen waren , thans
honderd Burgers van die Stad den
ftrot te kerven.
Onder het bedryven van wederzydfche
wreedheden , verzaamelde de
Borgonjer veel volks in zyne Vaderly- 1.^27
ke Landen , cn floeg met dit leger, --------
magtig vergroot van Kabeljauwfen, een
ftreng beleg voor de toen zeer fterke
Stad ( 7 ) 'Zevenbergen , welker Ste- (?) Meijc-
delingen , op den voorgang van hun- Fiand” foi,
%en Heer Gerrit van Stryen , de par-
ty van Vrouwe Jacoba trouwlyk volgden
; doch echter den toets en 't ny-
pen van den nood niet könnende door-
ftaan , floegen de - belegerden einde- .
lyk a a n ’t muiten, Dus ging de Stad
op den zeftienden van (<S) Grasmaand (A) Chron.
tot den Borgonjer over ; naa dat die viaand.
in ’t beleggen ruim drie maanden ge-
fpild hadt. ’s Daags naa de overlevering
overleedt ook Jan Hertog van
(7 ) Brabant , naa dat de zelve in ’t t?) Dirai
voorgaande, jaar nog de algemeene fo"',
Hooge School te Loven geftigt hadt.
Wiens Broeder Philips hem in de heerfchappye
der Landen , welken Jan
van zynen Vader eertyds ontfangen
hadt , opvolgde.
Des Vrouwe Jacoba , nu van den
band des egts door den dood haars
K z Gemi