i -
’ 474 Landvoogd Herman zieh , op het gerügt
(I) B>:-
landi
Chron.
Duc,Brab.
van dien aantogt, binnen, wierp,
en alles tot tegenw'eer fchikte, wat
eenigzins, nevens eene bezetting van
agtienhonderd mannen , helpen mogt.
Daartegen voerde de Borgonjer het
fchoonlle leger, dat hem ooit volgc
wandt buiten eigene benden zoo was
het verfterkt van een aanzienlyk deel
Engelfen, Italiaanen en Luikfen , en
’t ileepte eene onbegryplyke vragt van
krygstuig ( i ) en gelchut derwaart.
De Hertog fplitfte de meenigte in
p.8. U7°' vyf hoopen , waarmede de Stad in
zooveele deelen , van alle zyden om-
graavcn cn ingeftooten, vervolgens geduurig
beftormd en geweldig befcha-
digd wierdt.
Doch in het dryven van veelerhande
rampen , die den verderflyken oorlog
eigen zyn , weärftonden de Stedelingen
met onverwagte dapperheid het
ophoopen van allerleye elenden, onder
het voorzigtig ( z ) beleid van hunnen
Befchermheer: wiens minnelyk gedrag
hem den weg baande , längs welken hy
naar de volkoome heerfchappy dong.
Zulks Hertog Karel de zaaken nu
laftiger vondt, dan hy (3 ) voorheen
waande , omdat ’er al eenigen der
zynen kleefden , en de Keuifche Stedelingen
, magtig bevreeft zynde voor
de Borgonfche Krygsknegten , thans
ieder maand honderdduizend goudgul-
dens opbragten , en zieh reeds met
v-erfcheidene Duitfche Steden verbonden
, wel vyftienduizend mannen in
’t veld hadden , die van de overzyde
des Ryns met hun gefchut het Borgonfche
leger geduurig befchaadigden,
en den aanvoer der leevensmiddelen
geweldig verhinderden. Hierenboven
hadt men Keizer Frederik te hulpe geroepen
, welke tot behoudenis der
Ryks verbondenen eene algemeene heir-
vaard in Duitsland verkondigde , cn
zelf den Koning van Vrankryk zooverre
wift te beweegen , dat de zelve
cerlang aan hem beloofde, als de Keizerlyke
benden in aantogt zouden zyn,
(1) Die
Cronica
der H.
Stat van
Coellen
fol. 313.
(3) Memoir.
de
Comincs
Lev. IV,
C h ip . 11
(4) Corps twintigduizend mannen (4 ) tot onder-
pifdu ftand te zenden. Doch de traagheid
des Keieers in ’t verzaamelen der ’ 474
Volkeren , daar zooveele byzondere MmT"
Vorften , Heerhn en Steden hulp toe ^
verfchaften , deedt wcl zeven maanden “ -499.
verloopen , aleer men naderde.
Het marrcn der Duitfen bragt de 147?
Belegerden , lom de fchaarsheid van ■
den mondkoft , in de uitterfte bea
naauwdheid ; wyl men bereids binnen
de wallen omtrent driehonderdenvyftig
paerden gegecten ( 5 ) hadt, en nogtans (?) Die
zieh ftoutlyk verweerde zonder eini- dc'°”a
ge hoope van toevoer , zoo naauw c™i™
was alle aangang van de Beleggers foi-sq.
bezet , die onderwylen nog geweldig
verfterkt waren. Wandt de Hertog
van Borgonje , hadt , op het gerügt
van den Duitfchen aantogt , alle zyne
Nederlandfche Edelen , Leenmannen
en. Steden , zonder eenige. uit-
zondciinge, te hulpe (6 ) geroepen. («1 Co«.
Zulks ’er niet alleen een groot ge- chro“
tal van Edellieden van alöm ver- [¿ " " f
zaamelde, maar zelfs uit de Steden '
der vereenigde Geweften , inzonderheid
uit Holland en Zeeland ,
zooveele Burgers onder byzondere
Banieren zieh op weg bcgaven, en
aldaar op ’s Vorften bevel verfcheenen
, dat zy hem dus in ftaat ftelden
om den aanval der Keizerfen te können
verduuren.
Als deezen onder het geleiden van
de Vorften des Ryks , zoo Geeftlyken
als W aereldlyken, met een heir ,
dat omtrent tot zeftigduizend koppen
vergroot was , genaakten , zoo hebben
zy den veldilag minder dan het
verdryven der Borgonfen gezogt. Dierhalven
wierdt het lighaam van hun
leger aan de overzyde des Ryns , in
’t gezicht der Stad Nuis , nebrgeflaag
e n , en den Koning van Vrankryk
toen aangemaand , om zyne beloften
geftand te doen, van de gemelde
twintig duizend mannen derwaart te
( 7 ) fchikken , o f zy wilden , by (7) mc-
mangel van dezelve , met den Bor- S h t
gonjer in verdrag treeden. Maar de
Koning. hieldt de zaaken, met goede
woorden, fleurendc j om d a ih y , vreezende
de overkoomft der Engelfen ,
voor
voor dien tyd vreede zogt met
den Borgonfchen Hertog , wiens
Dochter Maria hy met ■ zyiien oiid-
ftcn Zoon Karel in den egt meende
te verbinden , deswege een ontwerp
mitakte , by het welke de Koning honderdduizend
I f , ) Corps
Ipiplomat.
par du
_ Mont.
¡T om . III.
Ipart. I.
| fo l .49L
goude Schilden jaarlyks
aan Maria beloofde ( i ) uit tc kceren
, byaldien zy den gemelden Karel
mogt overleevcn. Doch dit huuwelyk
wierdt met eenige andere, die
men uit Staatkunde voorfloeg , nooit
voltrokken ; nogtans voedde Hertog
Karel , daar ’t te ftaade kwam öm
zieh Vrienden te maaken , ieder met
goede hoope.
■ Uit gelyke beweegredenen dacht hy
zieh federt , door Bondgenootfchap-
pen met verfcheidene V orlten , te verfterken
, zulks de Hertog op dien
vöEt met Galeaz Sfoitia Hertog van
Milanen , die op zynen Vader Fran-
cifcus in de heerfchappye dier Landftreeke
gevolgd was , zieh op het
naauwfte vereenigde.
Schoon Galeaz weleer, in den oorlog
van het gemeene welzyn , met
raad en- daad den Koning Lodewyk
onderfteunde , en dees de behoudenis ’ 4 7 ?
zyns Ryks veel aan den Milanecs ver-
plicht bleef , dierhalven in de beweegingen
van dien fchranderen Italiaan
geen gering deel nam , nogtans wierdt
het verbond ( z ) onverhinderd voltrok- ( ;) Corp.
ken , en by het zelve , de onderlinge
verweering en befcherming voor de »“ '-„j
wederzydfche Staaten cn Landen on- Part.i.
verbi'eekelyk en ccuwigduurende vaft-
gefteld , zoo voor hen als voor hunne
Kinderen o f Opvolgeren ; en daar nog
bygevoegd , dat de een des anders vyanden
onder geenen fchyn , hoe die
ook mogt genaamd worden . eenigen
onderftand o f gunft bewyzen ,
maar - elkander zoo met volle als met
geld onderfchraagen zoude, insgelyks
de een den anderen in alle verbonden en
handelingen, van welken naam en met
wien , voortaan te zullen begrypen.
Des wy by deeze gelegenheid niet ongerymd
achten , het weezen van Hertog
Galeaz , die zooveel deels nam
in de belangen des Borgonjers, hier in
te laffen, zoo als het op des zelfs penning
, nevens dat zyns Vaders, verbeeld
ftaat.
| 1 ; Corps
iplomat.
ir du
lont.
Tom. II.
i T’ari. I.
13Ö.
Naa dat K c iw r Karel dc Groote het Koningryk van Lombardye , daar Milanen dc
voornaamfte Stad van i s , overwonnen hadt , bleef hec zelve verknogt aan de takken van
dien Stam / t o t , naa ’ c verfterven der ze lv en , dc Duitfche Keizers de eigendom daar
van meefter wierden, cn uit die beginfelen z i e h , in ’ t vervolg der tyden , t’elkcns als
Koningen van Lombardye te Milanen met eene yzere Kroone deeden huldigen. D o ch
toen dit vermoogen aan ’t waggelen raakte , zyn de Inboorlingen meefter gebleeven, tot
dac het Geflacht van Vifconti , lang mec dat der Turriani om het Oppergezag geftrceden
hebbende , eindelyk de overhand behieldt. U it hec zelve heefc Mattheus Vifconti eenen
vaftcrcn grondflag voor dat Huis gelegd 5 dewyl hy van Keizer Hendrik den Zevenden
in de heerfchappye der Stad niet alleen beveftigd , maar ze lf tot Keizerlyke Stedehouder
van Lombardye aangefteld wierdt. Ja , zyns Zoons Kleinzoon Jan Galeaz wift op hec
laatfte der veertiende e e uw e , voor zeker g e ld , den Hertoglyken tytel van Milanen, van
Keizer Wenceslaus , magtig (3) tc worden. Als nu van des zelfs twee Zoonen niet
dan eene natuurlyke D o ch te r , Bianca Maria , die aan den bovenftaanden Francifcus Sfortia
getrouwd w a s , agterblcc f, zoo ontftond 'er geen geringe ftribbeiing om de bezitting,
H h z die
i!
' i t - u
El, I S i
sii? 4 "«^
l i i l
i i k ’ |i|
iinl