I; ì;s I
<111
m i '
i iW I
I'H
-111'
”"É
"fflj
1489 Terwyl de partyen , zoo door
fchrandere vonden als dapperc bedryven
, elkanderen zogten te overtref-
fen , en dat Holland eene onvermy-
delyke ondergang door ’t geduurige
rooven , branden en moorden , be;
fchooren fcheen , wierdt ’er een be-
ftandt getroffen , dat ftraks naa zyne
geboorte vettreeden zynde , een ge-
vaarlyker verheffing diet woedende
uitzinnigheid , baarde ; nademaal de
Rotterdammers , op den vierden van
Weidemaand , onder het aanvoeren
van. den Heer Jan van Naaldwyk,
met eene talryke vloote en genoegzaame
manfchap voorzien , de ftevens
naar de Lek zetteden. _ De Stedelingen
van Dordrecht, Gouda , Schoonhove
en Scliiedam daarvan berigt
gekreegen hebbende , dat hunne te-
genparty moogelyk om leevensmiddelen
, of om ergens een Blokhuis
op te werpen , uit was , ver-
zaameiaen fpoedig al hunne magt,
volgden en overvielen de Rotterdammers
met ongemeene ftoutheid , die
zy , naa eenen fcherpen ftryd, op de
vlugt bragten , en een merkelyk getal
van volk en fchepen afftoe-
gen , ja zelfs met driehonderdenvyftig
gevangenen leegepraalende t’ huis
keerden. Niet zoo voorfpoedig was
de aanflag des Hollandfchen Stadhouders
, die omtrent dien tyd het
Blokhuis , ’t gene te Rotterdam aan
'd e hoofden geftigt was , wakker
aantaftede ; maar , toen ’er een groot
fchip met volk kleefde , en de overigen
het hoofd ftieten , liet men
de dapperheid zaleken , en men bezorgde
federt het veilig keeren.
De bittere droetheid, die de harten
der Rotterdammeren door de
voorgaande nederlaag overftolpt hadt,
wierdt eenigzins verminderd, doordien
Reijer van Broekhuize in ftil-
(OJontate met driehonderd ( i ) ruiteren,
o o S - derwaart kwam , onp
»E.2'S' dekkende, dat Jan van Naaldwyk,
met zyne onderhoorige manfchap,
zieh naa den ongelukkigen flag op
de Lek , binnen Amersfoort geborgen
hadt , en heeft hen de reden, ^
zyner koomfte , naamenlyk de onderneeming
, die te Utrecht beflooten
was ,' en het overrompelen van Gouda
betrof , zoo fmaaklyk voorgedraagen
, dat de zelve ftraks toegeftemd
, en met kracht van volk
ten toets gebragt wierdt. Maar het
ftuk ondekt zynde , keerden de
Rotterdammers weder binnen hunne
veften®, en Broekhuize met zyn gevolg
naar Woerde , alwaar hy met
Jan van Naaldwyk en met de Heer
van Montfoort , welke zyn verblyf
doorgaans op het Slot van Woerde
hieldt , den aanflag op de Stad
Leyde fmeedden , wyl zy met bc-
hendigheid meefter van die plaatfe
zogten te worden.
Met zoodaanig een opzet bezwangerd
, en van duizend uitgeleezene
mannen gevolgd zynde , kwam dees
ontzaglyke hoop , op den dertienden
van (x ) Weidemaand , aanftiii-(i)Oi
ven , en raakte . V.AA , — -n iet verre van de'ic“liry"?'.'
Zcilepoort , door gunft van den mid- ™
dcnnagt een goed deel over veften , pig.»
graften en muuren , ale e r’t den Ste-
delingen bekend wierdt.' Deezen hadden
, toen men hen door brieven
daaraf verwigtigde , het zelve den
Sadhouder Jan van Egmond , die ’er
tegenwoordig was , geopenbaard , en
het ftuk , als verdicht, onachtfaam iu
den wind geftaagen ; zulks zy thans
het verzuim zogten te verbeteren
d o o r ’t verdubbelen van den yver en
de trouwe , met welken zy elkanderen
zoo in ’t verweeren der muii-
ren , als in '’t verdryven der aanval-
leren , dermaate onderfchoorden , dat
de Hoekfen , naa 't fneuvelen van
verfcheidene hunner fpitsbroedereii ,
gedrongen wierden de vlugt te Icie-
zen. Dus afgeflaagen rukten zy in ’»
wederkeeren met brandenden moed
voor ’t Huis te Poelgeeft , dat eertyds
Hoom (3 ) geheeten , en in het j.j w
Dorp Koudekerke gelegen was. Heer
Gerard van Poelgeeft , niettegcnilaan- ^
de de Stad Leyde hem dagelyks be- s..
zolding en alle voorraad tot verwee-
, ring
'til
(ilDt
Hollanil-
Iclie
Ciiron.
Divifie
xx-xi.
Clip. 66.
(1) Goutlioevens
Cliton, Tin
KoU, fol.
54J.
ring gegeeven hadt , ftelde , onaangezien
die verplichting , onmiddelyk
zyn huis in ’t vermoogen dier benden,
wcUeen het federt aan alle zyden verfterkten
, en die van Leyde geen geringe
fchaade' toebragten ; des de
Hollandfche Stadhouder , om het
Land van deeze plaagen te vryen,
eindelyk te raade wierdt met cen
groot getal krygsknegten , en eenige
Leydfche Poorteren , hen te verjaagen.
T o t dat einde wierdt het huis
( i ) alom belegerd , en met zwaar
gefchut zoo heftig befchooten , dat
de Bczettelingen het zelve eerlang aan
den Stadhouder in ruiradcn , die het
ten gronde toe deedt Hegten.
Middelerwylen hadt het gebrek van
eetwaaren den Rotterdammergn grooten
kommer verwekt, mids de door-
togc der Maaze geftopt , en dat het
te Land op ’t gevaar van den hals te
zoeken was. Hoe hachlyk hen de
uitt'oering ook toefcheen , echter hadt
men eenige fchuiten met voorraad op
zekere hoogte doen koomen , die
men door de Veenen meende binnen
te fleepen ; maar het gewigt van
dien aanflag over te veel fchyven loo-
peiide , wierdt des te ligter rugtbaar
, zulks de Hecr van Polheim
’s Roomfclikonings Stalmeefter , zieh
met de HoUandfche ' Steden daarop
gewapend , en reeds eenige dagen op
het uitkoomen der Rotterdammeren
gewagt j midsgaders de wegen en
wateren naauw bezet hadt , wanner
hy de talryke meenigte, die iSet de
verkreege nooddruft belemmerd was,
en de zelve vrolyk ftedewaart voerde,
by het Dorp (x ) Moort heeft overvallen.
Welke onverwagte ontmoeting
de Rotterdammers , als door dc
wanhoope aangeiiift , in de eerfte
fchok heftig afftoegen ; maar niet
beftendig zynde tegen het overwee-
gende getal der bcfpringeren , ge-
raakten zy wel haaft aan ’t waggelen ,
allengs overhoop , in het water , of
verdreeven. Bitter viel dit den Over-
woimelingen , die ’er meer dan driehonderd
verflaagenen , yeele verdron- 1. Deel.
j kenen , 'en nevens al den toevoer , i
j ook eene groote meenigte van ftrydbaare
manfchap , ja zelfs van de wak-
kerfte Krygshoofden, in ’t geweld van
den vyand lieten.
De ftryd dus ten voordeele v.an den
Koninglyken Stalmeefter afgeloopen
zynde , liet hy zieh voorftaan, dat
het kleine moeite zoude koften de
verbyfterde Stedelingen op billyke
voorwaarde tot de overgave der
Stad te brengen ; gelyk hem ' dit
oogmerk gelukte : wandt weinig tyds
was ’cr in den handel gefleeten , o f
men kwam hier in overeen , dat
Heer Frans van Brederode, de Stad
met alles dat ’er aankleefde ( 3 ) 'zou-
de overleveren , cn binnen zes da- O'vfos-,
gen , nevens die hem wilden volgen
met hun lyfsgeweer en pakgoed ,
zoude vertrekken, "Voorfs wierdt het
verdrag tot vreugde der Landzaaten
op den vierentwintigften van Weidemaand
afgekondigd , en de meefte
gevangenen ontflaagen , uitgezonderd
w e in ig e der Rotterdamfche Hoplui-
denl, die te Delft bewaard en met
den zwaarde geftraft wierden. Brederode,
het gebied met de fleutelen dier
Stad overgeleverd hebbende, vertrok ,
in gevolge van het beding , met aanzienlyken
ftoet , en een goed deel
fchepen , . w'ederom naar ■ Sluis in ’
Vlaandre , alwaar ’t nog fchriklyk
overhoop lag. Om dit bedryf wat
nader te befchouwen , zal het noodig
zyn , dat ik de Vlaamfche zaaken , '
met den aanvang van dit negenentagtigfte
jaar, weder opvatte.
Terwyl het winterweer de groote
onderneemingen des oorlogs aldaar
verhinderde , hadt de Landvoogd
Creveceur de Gemagtigden der
Staaten van Vlaandre , in ’t begin
! van Sprokkelmaand , by zieh naar
; Doornik ontbooden , en hen te verftaan
gegeeven , van nu voortaan
geen deel in de hachlykheden hunner
I aanflagen te willen neemen , ’t en zy
'men alvoorens (4 ) de twaalfduizend (4) N,
; goude kroonen , welke het Land S S ™
I van Vlaandre hem , wegens d.e kos-
J I i i ten mss! '
■:= 't