1 , 1 1 Op de rugzyde draagt de roofiugtige en looze Vos een Lam, dat hy in den bek houdt
I— naar zyn neft , en dewyl zoodaanige buit hem even als Konmg Ferdinand hgt en lieflyk
valt, zoo vmdt men ook de zelfde geweide fpreuk Mer rondom gevoegd;
IVG VM MEVM SV A V E E S T . E T ONVS MEVM LE VE .
M I N J U K J S L I E F L I K , E N M I N L A S T I S L I G T .
( ï) Daniel
Hill, dc
Trance '
T o m . iv .
(2) Marian*
Hift.
s r
pag. 80s.
Koning Lodewyk hadt naauwlyks de
klagten van den verdreeven Koning,
Jan van A lb re t, gehoord , o f getroffen
( I ) door innerlyk mededoogen
deedt, om hem te herftellen , zyne
benden verfterken , en die onder het
Opperbevel van François Graaf van Angoulême
, verzeld van Koning Jan,
naar Navarre optrekken. Deezen, eenige
Veftingen veroverd hebbende, beflooten
de Stad Pampelona ; geduurende
dit beleg haddenze geheel vyandlyk
twee Vrouwe Kloofters beroofd,
en, zonder aanmerkinge der plaatfen en
eerbied der zaaken , hunne Kerkfchen-
dery zooverre gedreeven , dat zeker
Duitfch Hoofdman een geweid vat,
Ciborie geheeten , aangreep , de by
hen geheiligde Hoftie uit het zelve op
het altaar wierp, en den buit wegdroeg;
niettegenftaande eene Nonne hem de
fchriklyke ftraffen , dig hy te wagten
hadt, voorftelde , als hebbende den
Heilig der Heiligen, ja zynen Heer zelf
(2 ) metonreine handen durven aantas-
ten. De roofzugtige Krygsman , meenende
geene eerbied fchuldig te zyn
aan ’t gene door menfchen handen gemaakt
was, antwoorde lachgende , dit
is de God der Spanjaarden , maar de
God der D u itfen niet. Toen de Franfen
de Stad eenigen tyd geweldig befchooten
en tot hun naadeel beftormd
hadden , zynze door de aankoomende
magt der Spaanfche Edellieden van
daar en weder naar Vrankryk gedreeven
, alwaar de wapenrufting der Engelfen
niec minder bekommering baarde
dan de verwydering des Keizers :
die uit verfcheidene inzigten , onder
welken eige voordeel het voornaamfte
was , zich dagelyks meer in
de belangen van den Paus en van den
Koning van Arragon wikkelde ; maar
toen ’t op de verdeeiing van den buit
aankw'am , en hieruit geweldige tweedragt
rees , is emdelyk de Bisfchop
van Gurk met den Kardinaal van Sion,
die het Hoofd der Zwitferen was, overeen
gekoomen in de verheffinge van
Maximiliaan Sfortia tot de heerfchappy
van des zelfs geftorven Vader Lodew
y k , Hertog van Milanen; ’t gene,
op ’t aandryven des Keizers, doorgang
vondt, wyl dees, onder wiens vleugelen
Maximiliaan Sfortia gefchoolcn
hadt, hem nooit ongeneegen was: dierhalven
ging de Bisfchop van (3) Gurk, (jjUtio
de Gezant van Koning Ferdinand en LomSit.
eenige Milaneezcn den nieuwen Hertog
te Infprug geluk wenfchen met zyne tiieq.
verheffinge , hem verzoekende daar
te verblyven tot hy orde van den Kcizer
kre eg , cn tot de zaken nader geregeld
waren.
Met al deeze veranderinge dacht
Keizer Maximiliaan te ligter zyn oogwit
te bereiken, e n , dus vrienden gemaakt
hebbende , door den eenen of
den anderen weg den Pauslyken Zetel
te beklimmen , het welke hy zyne
Dochter, de Landvoogdesfe der Nederlanden,
door eenen aanmerkelyken brief,
dien hy den agtienden van Herfftmaand
getekend ( 4 ) h ad t, deedt weeten ;
beheizende voornaamenlyk , dat hy loobXII.
niet geneegen was weder te trouwen,
maar beflooten hadt van nooit meer
eene naakte Vrouw te handelen; wandt
hy zoude den volgenden dag den Bisfchop
van Gurk naar Rome zenden
om den Paus te beweegen, dat hy hem
Keizer tot eenen Medehelper ( , ) wil- (>)
de aanneemen , opdat hy naa des’ “ “''
zelfs dood verzekerd mogt zyn van hec
Pausfchap te zullen hebben , Priefter
re worden en daarnaa cen Heilig te
weezen, en dat zyne Dochter naa
zyn
i f :
fol!
(0 L*
Hift.d’ I-
tslia diFr.
Guicciard
pag.
305.
(i)DuPin
Biblioth.
Ecclefiaft.
Tom.
Xlll.-pag.
18.
(3) La
Hi(I.d'Italia
di Fr.
Guic.
tiard.pag.
30Ö.
zyn overlyden gedwongen zoude zyn
van hem aan te bidden, daar hy zeer
hovaardig op zoude weezen. Ook gaf
hy te verftaan van eene poft te ver-
zenden naar den Koning v.an Arragon,
en dien te zullen bidden van hem in
zynen voorflag te willen onderfteunen,
zich van des zelfs gunft verzekerd houdende
, wyl hy het Keizerryk op hunnen
gemeenen Kleinzoon (Karel) dan
konde overdraagen ; en dewyl dees
hem reeds, zoowel als de Edelen en
het volk van Rome , beloofd hadt
«enen Paus naar zynen zin te zullen
geeven , zoo poogde hy de Kardinaalen
te winnen , niet twyfelende o f hy
zoude, door hunne partyfchap en de
uitdeeling van twee o f driehonderdduizend
Dukaaten, dit w'erk ten einde
brengen ; de Landvoogdes zoude zulks
nog eenigen tyd geheim houden, wyl
het door anderen fpoedig genoeg aan
den dag zoude koomen enz, de ondertekening
was, door de hand van uwen
Vader den aanftaanden Paus.
Uit deeze oorzaake is de Bisfchop
van Gurk op reis gezonden , welke
te Rome , door bevel ( i ) van den
Paus , met uitgezogte eere en Vorftlyke
plechtigheden ontfangen wierdt,
en aldaar in de derde zittinge der Lateraanfche
Kerkvergaderinge uit den
naam des Keizers, alles, wat in de byeenkoomfte
van Tours ( i ) o f op de
vergadering van Pifa gedaan was, vernietigde
, wederriep , en die van La-
teraan goedkeurde , beloovende geene
Onderzaten o f vyanden der (3 ) Kerke
hulp te verfchaffen. Eenige dagen laater
vernietigde de Paus de oude Vryheid
der Kerke van Vrankryk , het
welke hy reeds in den ban gedaan
hadt, en dagvaarde alle haare begun-
ftig e is , genen uitgezonderd, binnen
zeftig dagen derwaart, om zich over
hun gedrag te verantwoorden. Insgelyks
zogt hy met geen minderen yver
de Venetiaanen met den, Keizer te vereenigen
; hoewel de Kerkvoogd vcler-
leije wyzen uitdacht , en al zyne bekwaamheid
befteedde, echter waren zyne
gebeden noch bedreigingen niet r y i i
magtig om de Venetiaanen ter voldoe- -
ninge van ’s Keizers begeerte te beweegen
; des de Paus, geheel verbitterd
, zich van hen afzonderde , en den
Keizer verzekerde van hem zoolang met
Waereldlyke en Geeftlyke (4 ) wape- («i i .
nen tegen de Venetiaanen te zullen hel-
pen, tot hy alles , wat den zelven by
’t verbond van Kamerik toegeleid wa s , /o«.
zoude verkregen hebben. Hier vondt
de Kerkvoogd zyne rekening b y ; wandt
in zeker lid van decze verbintenisfe was
begreepen, dat Parma , Placenzc cn
Reggio aan den heiligen Zetel zouden
verblyven, onverminderd het recht des
Keizerryks.
Het zelve dus bekrachtigd en te Rome
openlyk afgekondigd zynde , vertrok
de Bisfchop van G u rk , wyl zyne
tegenwoordigheid noodig zoude zyn
om Maximiliaan Sfortia , die reeds in
Italie gekoomen was , in het Hertogdom
van Milanen tc veftigen ; wandt
de Zwitfers begeerden in het openbaar
en pleehtlyk beweezen te hebben, dat
zy de Franfen verdreeven en Sfortia aan
zyn Land geholpen hadden ; fchoon
dit waar was , echter zoude ’t den Keizer
niet gemond hebben , dierhalven
wift de Bisfchop het werk zoo te befteeken
, dat de Zwitfers hiervan af-
zagen ; en hebbende Sfortia te Cremona
gevonden geleide hy den zel-
n , in ’t gezelfcliap van den Napelfchen
Onderkoning enden Kardinaal van
Sion, naar Milanen , daar Hertog Maximiliaan
Sfortia , den negenentwintigften
van ( f ) Wintermaand , , binnen tradt. isiLetmi
Op het inkoomen der poorte wierdt LoSaii.
hera door den Kardinaal van Sion,
uit den naam van alle Zwitferen, met
het overgeeven der (6 ) ileurelen hec (ö) l>
gebied van ’cHertogdom Milanen, on- Sfidf?
der de toeiuichging der verheugde Ge-
1 T T , ciatd P32. meente , opgedraagen. Hoewel zyne joö.vcnl
regeering wankelbaar en onbeilendig
geweeil i s , zoo vindt men echter, ter
zyner gedachteniiTe en der verkreege
heerfchappye, deezen penning gemaakt.
f l e t
te' ,li t/t
iK!
■1 fo
i ' .