M'
f i l
\ m
. H l i
I5'07
a r -
Volgens belluit van ’s Lands Staaten
’ wierdt de xorg over de opvoeding van
' den Prins Karel aan Willem van Croy
Heer van Chevres , en algemeen Stedehouder,
(t)Barlan-
di Chron.
Duc.Brab.
pag. 174.
(1) Haræi
Annal,
lirab.
T om .I .
io l. j io .
(3)Groot-
piaccaatb.
IV . deel
fol. 10.
(4) Groot.
placcaatb.
IV . deel
fol. p.
bevoolen, en, om den Prins
in geleerdheid , van taalen en Gods-
dienil op te kweeken, is Adriaan Flo-
riszoon van Utrecht, die naamaals Paus
wierdt, en thans Leeraar en Kancelier
der Hoogefchole van Loven wa s, tot
zynen Meefter verkoozen; welken beiden
( i ) door hunne wysheid en op-
rechtheid boven anderen uitblonken.
Margarita, ziende de verwagting van
het ontworpe huuwelyk met Hendrik
den Zevenden , door des zelfs ziekte ,
alengs meer verloopen, nam vaardig
het roer der Nederlandfche regeeringe
in handen, en wierdt den agtentwin-
tigften van Bloeimaand (x ) tot Landvoogdes
van - Brabant gehuldigd, De
Staaten van Holland begaven zich met
diergelyk een inzigt in groot getal naar
Dordrecht, alwaar hen den zeventienden
van Weidemaand, in tegenwoordigheid
van Willem Hertog van Gulik en
Berge, Jan Graaf van Egmond Stadhouder
van Holland, Jan Heer van
Bergen , Sigismund Plouch Deken der
Vrouwekerke te Antwerpen, Jan le Sau-
vaige Voorzitter van Vlaandre, en
anderen van ’s Vorften Raaden, door
den Hertog van Gulik en Sigismund
Plouch, Gelaftigden uit den naam van
Keizer (3 ) Maximiliaan , gezwooren
wierdt van de handveften, vryheden
en voorrechten onverminderd te zullen
bewaaren , en den wettig gebooren
Landsheer, en des zelfs Broeder en
Zufteren een oprecht Beftierder te zullen
z y n , tot Karel den vereifchten ouderdom
zoude bereikt hebben. Zoodra
dit verrigt, en de brieven, door
welken de Vorftin Margarita tot de
Voogdy des Prinfen en des Lands van
den Keizer gerechtigd was, by de Staaten
van Holland en Weftvriesland naar
Goederen, met eeden aan Margarita , i;c y
als Gemagtigde ter regeeringe , plech- ' '
tiglyk beloofd. Dewyl ik hier de gewoone
den eifch bevonden waren , hebben
deezen ten zelven dage weder (4 ) van
hunne zyde gehoorzaamheid, onderftand
en trouwe in ’t befchermen van
’s Landshecren Perfoon , Landen en
orde der huldinge , en niet de
fchikking van ’s Lands openbaare ftukken
gevolgd heb, zal ik kortlyk de beweegreden
ontvouwen , van oudsher
gevonden te hebben, dat de Staaten den
Graaf nooit gehoorzaamheid of manfchap
beloofden, dan naa hy alvoorens
de vryheden bezwooren hadr.
Dennaaftvolgenden dag dier huldinge
poogden de Staaten van Holland by de
Landvoogdes te verkrygen, dat niemand,
geduurende de minderjaarigheid
des Prinfen, eenige ampten ( f ) zoude
bedienen dan die ’er gebooren was : fv.defi'
doch dit en andere voorftellen fchikte
Margarita naar de oude wyze of hieldt
die in bedenkinge, en deedt zich ook
in de overige Geweften huldigen ; dus
in Henegouwe en zelfs in ( ä ) Artois,
fchoon Lodewyk, Koning van Vrank-
r y k , die van Atrecht (7 ) vermaande
van den Keizer niet als Landvoogd te « o y
erkennen , beloovende in geval zy hier xii.
omtrent befchroomd waren , hen te
onderfteunen. Wyders in Vlaandre erkend,
en van daar, den zesde van Hooimaand,
te Nieuwpoort gekoomen zynde
om naar Middelburg over te fteeken,
trokken de Staaten ( 8 ) van Zceland , [S) Ktr-
verzeld van den Zeevoogd Philips Bas- a™,®
taard van Borgonje , Jonker Adolf van
Borgonje Heer van Bevere, en andere «orn 11.
° •' . 1 r L ûeel pag.
Heeren, met veele veriierde fchepen 370.
en fchuiten om haar af te haalen derwaart
te gemoet ; als de V-loot het Land
naderde en ieder met wimpels en gefchut
tekenen van vreugde toonde, floeg
het vuur in ’t buskruid van ’t Admiraals
fchip, zulks veel volks verfmoord ,
gefchonden of in ’t water raakte ;
ftrekkende tot veel trooft in dit jammer
, dat niemand der Grooten , van
die in roeifchuiten zaten, eenig leifel
kreeg.
De Vorftin voorts in Zeeland en
andere Landfchappen gehuldigd zynde
rukte met alien fpoed een Leger by
e en, om zich van de Gelderfen, die
eenige Kooplieden van (9 ) Antwerpe , Wfi“-
naar
t-:o7
Chron.
Due Brab.
pag 170-
(ilChar-
tres de
Brab te
Vilvoorde
in de 7.evcndebovenbfle,
zetek.
Cl»>e,Gel-
(al Tcichenma
cheri An-
nakClivite
çaz.fol.
3^3-
C3) Gout-
hoeven
Chron,
van Holl.
fol.571.
l4)Die
E«di.
Chton,
^anBub,
r -
naar de Frankfortfche markt reizende,
gevangen hadden, te wreeken; dierhalven
deedcze Venlo belegge , en wikkelde
Jan Hertog van Kleef in deezen
twift , met wien zy den laatften van
Weidemaand , uit den naam van Maxi-
milaan en Karel, een verdrag ( i ) tekende
, by het welke de Hertog beloofde
den Keizer en des zelfs Kleinzoon,
in de verfchillen, die ’er tegen Karel
van Egmond over het Hertogdom Gelder
liepen, op alle wyzen te zullen
helpen ; onder verzekering , dat hem
de bezolding van driehonderd ruiteren
en vierhonderd voetknegten betaald
zoude Worden, Uit deeze verbintenifte
is in ’t vervolg de Betuwe, en de Landftreek
tuflchen Maas en W aal, door den
Kleevenaar ( x ) afgeloopen, het huis te
Perfinge ingenoomen, en den Gelderfen
meer fchaade toegebragt.
De Vorft van Anholt, Adolf Graaf
v.in Naftbu en Floris van Yftelftein,
die het bevel over de Nederlandfche
Krygsknegten voerden , berigt zynde
van ’t gene de Gelderfen, en Franfen in
Brabant gepleegd hadden, en datze
naar Roermonde in aantogt waren,
poogden hen den weg af te fnyden en
van den roof te ontzetten : maar de
Franfen, de lugt hiervan krygende ,
meenden door Ardenne naar Vrankryk
te fluipen ; omtrent (3 ) S'. Hubert
gekoomen floegenze zich neder , om
in dien eenzaamen oord de vermoeide
leden te verfrisfen. Toenze in den wyn
en flaap verzonken lagen , wierdenze
door zeshonderd koolgraavers en hout-
hakkers van Namen , aangevoerd door
Jan Difpontyn , overvallen ; deezen
hadden de hoofden van voetknegten,
ruiteren en paerden met boomloof, om
den vyand in het woud minder zigtbaar
o f onder elkanderen meerder kenbaar
te zyn , befteeken. Den Schjld-
wagten der Franfen wierdt eerft den
ftrot gekorven , voorts die zieh te
tveer ftelden verflaagen, en eenigen op
de vlngt gedreeven , de reft viel met
al den buit (4 ) van kleinoodien, goederen
, wapenen en vyfhonderd paerden
, den Overwinnaaren ten deel,
I . De e l.
dieze ten blyk hunner dapperheid ftedewaart
bragten.
Niet zoo ongelukkig waren de Gelderfen
, fchoon den Hertog naaging,
dat de Franfche knegten by mangel
van bezoldinge van hem vertrokken
waren , nogtans hieldt hy de Hollanders
in geduurige onruft, en met zooveel
voorfpoeds den kryg loopende,
dat hy Wefop en het huis te Muide
overweldigde, zyn Leger zelf voor Amfterdam
voerde, en aldaar , in ’t laatfte
van ( S ) W eidemaand , het roode
Blokhuis , dat toert in ’t Y by de
Haarlemmerpoort op paalen ftondt ,
kloekmoedig befprong, meenende hierdoor
meefter dier Stad te worden ;
maar de Bezettelingen, die ’er op lagen
, verweerden zich zoowel , dat
de Gelderfen met groot verlies heen
ftooven , en tot in ’t hart van Holland
boorden, daarze, den agtentwintigften
van Oegftmaand, ( 6 ) het Dorp
Bodegraave in lichte vlam zetteden,
wyders voor Oudewater rukten , e n ,
hier het hoofd geftooten hebbende ,
flreefdenze naar het roofheft Poederoije
, dat Jan van Egmond , Stadhouder
van Holland, met de zynen
en eenigen van ’s Hertogenbos , dat
pas tot zyne fchaade beflooten hieldt :
omdat Hendrik van Ens, anders Zui-
dewind, Maarfchallt van Gelder, een
belleepe krygsman , die ’er in bezettinge
lag , alle hunne onderneemingen
(7 ) verydeld , veel volks verflaagen ,
en den aanval zoolang verduurd hadt,
tot de Hertog van Gelder dc Belegeraars
omtrent het midden van Herfftmaand
verjoeg. Van geen beteren Voorfpoed
was het beleg voor Venlo; wandt
toen de Stedelingen zich eenige weeken
(8 ) manlyk verweerd hadden ,
wierden de Nederlanders gedwongen,
mids de Winter aankwam , het veld
te verlaaten , en', zonder eenige merkwaardige
daaden bedreeven te hebben
, naar hunne Grenzen te keeren.
Hoe noodzaaklyk de tegenwoordigheid
des Keizers in de Nederlandfche
ontftelteniflen mogt weezcn ; nogtans
fleet by met de Stenden des Ryks by-
G g g g g na
15-07
(sl P o itanus
befchr.vart
Amfterd.
pag.jjs
(6) G óníí
hoeven
Chron.
van Holl*
fo l.5 71.
f7)SIicit-
tenhorft
Geld G«.-
fchied ■
61.315.
(8)BirIatv.
di Chron.
Duc.Brab.
pag. 171.
i :
i t ! !