!i
II
.f
; i
H E.
JK.
K.A.
L.
Lo.
M.
ME.
MI.
O.
P.
P A .
P L .
P.P.
R.
S.
SC.
S CH .
S Y P .
S T .
T .
T .H .
T R .
V.
VEr.
Hendrik van Heteren , Veoedfchap in V Graavenhaage.
Chrißimn Juncker , Das Güldene und Silberne Ehren-gedachtnifz D .
Marthini Lutheri, te Franekfurt und Leipzig, lé io . in 8^“.
N . . . . K a lf te Zaardam.
Kornelis van Alkemade , Munten der Graaven van Holland, te D e lft
1700. in fol,
Joannis Jacobi Luckii Sylloge Numismatum , Argentina 1610. in fot.
Willem Lormier in ’s Graavenhaage. •
Frans van Mieris te Leyde.
Jacobi a Mellen Sylloge Nammorum ex argento uncialium ; Lubeca
1698. ¿2/4.°.
Daniel de Milaan Vifconti, Heer van Niveld enz. te Utrecht.
Oligeri Jacohei Mufeum Regum Dania , Hafnia. i6 f f . in fol.
Chrißoffel Tlantyn, Munt- en Fenningboek, te Antwerfe 1777. in 8“.
Joannis Fa latiifaßi Ducales Venetortm Ducum, Venet. 16^6. in 4“.
Wilhem van de Flaat te Rotterdam.
F h ilifp i Taruta Sicilia Numismatica , ed. Leyda.
Johan van R u i l, in zyn leeven Fleithezorger in 's Graavenhaage.
OBavii de Strada Genealogia Außri,e Ducum tSc. Francof. 1719. in fol.
Andries Schoemaker te Amßerdam.
M'. Balthazar Schot, Oudfchefen, Raad cn Ontfanger te Amßerdam.
M\ Cornells Afcanius van Syfrßeyn, Raad cn Freßdent Schefrn te
Haarlem.
M\ Joh. B. Steenbergen, Burgermeefler te Kämpen en Gemagtigde wegens
O v e ry fe l, ter vergaderinge der Hoog Mögende Heeren de
Staaten Generaal der vereenigde Nederlanden.
Wilhelm Ernfl Tentzeln, Saxonia Numismata, oder Medaillen KabL
net der V^rßen van Sakfin, Dresda , 705". II vol. in 4'“.
‘Dirk ter Hoeven , Metaalproever in 's Graavenhaage.
2 )''. Cornells Trioen te Leyde.
Herman V i s , Agent van den Hertog Hdlßein Floen, in 's Graaven-
Cefare Antonio
in fol.
'a . Monete del Regno dì Napoli, ÌnRoma\yi6.
T E R
T E R U I T G A V E
VAN DE
H I S T O R I E
DER
NEDERLANDSCHE VORSTEN,
D O O R D E N H E E R E
f r a n s v a n M I E R I S .
E vleizucht, zieh gewooti te voegen naer ’t gebrek
Dat in den Landvorft heerfcht, laet op een’ fcheeven nek
Om Alexanders wil het hoofd ter zyde hangen,
En heeft hem de ydle waen der trotsheid zo bevangen,
Dat hy veel hooger fchat een bafterd van Jupyn
Dan uit een’ .zuivren echt eens konings zoon te zyn i
Z y ftelt hem in den rang van Hammons aterlitigen,
Om door die hooffche ftreek in zyne gnnft te dringen:
Terwyl Kall'ifthenes moet fterven op ’t gebod
Des Heerfchers, dien hy niet wil vieren als een God.
Dus mag ’er niemand fchier , zo lang de Vorften leeven
Van hunnen handel ons oprechte kundfchap geeven;
Want deelt men in de gunft , de pen, gemeenlyk veil
Voor zulk een’ grooten loon, boekt geen de minfte feil.
Ja fchoon men van het hof geen voordeel heeft te hoopen,
Wie waegt ’er roekeloos in zyne dood te loopen,
En vreeft de beigzucht niet der onbepaelde magt.
Die op het minfte woord haere eer beledigd acht,
En zieh geen ruft vergunt, tenzyze ’t leed kan wreeken,
Ten affchrik van elkeen , die vry zou durven fpreeken,
Hoewelze meer dan eens het oog gefloten houdt,
Wanneer zieh tegen recht een lafteraer verftout,
Door fnoode logentael haers vyands eer te rooven!
Doch mag men ’t grootfte deel der fchryvren niet gelooven,
Waer zal ’t leesgierig o o g , dat naer de waerheid zoekt,
Haer door een trouwe pen eenvoudig zien gebockt?
Hier dient ons met verftand, het vaifch van’t waer te fchiften,
En uit den redenftryd van fchriften tegen fchriften
T e ontdekken, wie het meeft met oordeel was begaefd,
Wie beft de zaekcn wift, en allerminft verftaefd
Aen vlei- o f lafterzucht, bewyzen voor en tegen
Met een’ befcheiden geeft dürft op het naeuwfte weegen;
Hier dient ons datmen nooit voor echte proeven neemt,
’t Geen in den eerften fchyn , wel naer de waerheid zweemt,
• » *« *• Maer