, i l i i «
“ I > U I
In i
: iii
(I
' I P
i . i
„ 148s
J r i . ¡ s j t t s h u n n i a d e s c o r v i n u s k o n i n g v a n h u n g a r i e e n ■
VA N B OH EME . Z TN S L E E V E N S T Y D 4?.
Boven dc voorfchreeve kloekmoedigheid van deezen Held zoo bezat hy alle loflyke
hoedaanigheden , die eenen grooten V o r il dienftig zyn können 1 hy bemmde geweld.g
de vvctenfchappcn en goede konften , en deedt niet allecn de Ichoonfte fch.lde.yen
, ,P p „ . nit Ita lie, maar ook de belle boeken ( t ) van alle oorden der waereld , en .nzcnderhe.d
her.' de fchi'andcrftc vcrftanden derwaart koomen. Waardoor men van hem aangetekend vindt,
v,“",'- dat hy alle Koningen van zynen tyd overtrof , zulks men niet te onrecht d.t Hclden-
Btodit. dicht op de rugzyde zyns pennings gefteld heeft s
^1.730. •
C A E S A R E M A G N A M I H I V I C T O T H R A C V M q u e T Y R A N N I S ,
M A I O R A P P O L L I N E A G L O R I A P A R T A T V B A E S T .
A N N O M C C C C L X X X V I .
G R O O T E N R O E M H E B I K DOOR HET O V E R W I N N E N F AN
D E N K E I Z E R E N D E D f V I N G L A N D E N -FAN T R A C I E N ,
M A A R NOG G R O O T E R E E R D O O R D E G E L E E R D H
E I D , V E R K R E E G E N . I N ’ T J A A R
MC C C C L X X X V I .
Onder dit opfchrift vindt ■men het fprcekcnde wapenfchild ( 2 ) van Corvinus , T gene
iä t “ ' " ; te faamen gefteld is 'uit ecncn zilveren g.'ond belaaden met eene zwarte kraal , die eenen
duBlafon jcn diamamring in de fnebbe , en , als bclchcrmftcr des Roomfchen Godsd.cnft ,
1 kruis in de klaauwen .houdt.
De'oorlogen en verdeeldheden, ivel-
ke de Hungarifche Koning , tot zooveel
naadeels der Ki'iflenen , in Duitsland
verwekte , bewoogen den Paus
en den Staat van Venetie , om de
(3) Attio. (3 ) gelden , die den grootmoedigen
"' Corvinus tot onderftand van den
Turkfchen kryg verleend waren ,
thans in te trekken ; wyl zy in ’t
algemeen de Duitfche Vorften daardoor
bekoorden , maar in ’t byzon- j
der ruimere lugt verfchaften aan den
benaauwden Keizer Frederik. 'Welke
, de zaaken zyns Ryks ’t beft-
doenlyk befteld hebbende , begaf
zieh met zynen Z o on, en eene geweldige
meenigte van Vorften en
Edellieden , op d'en weg naar A k en ,
alwaar zy , pp den vierden van
Grasmaand , ftaatlyk binnen reeden,
doende van de poorte tot aan de Kerk
ni de’ Rè
d e ir Un-
garia da
C. Spontone
fol. 66.
door alle ftraaten , onder het faamgefchoolde
Volk , van drie bedienden
geld (4 ) 'werpen. Aleer men
den 'vereifchten toeftel tot de Koninglyke
krooning , zoo in ’t verfieren
der Mariekerke , als het regelen der
voornaamfte Perfoonazicn , bcfchikt
hadt , zoo was de tyd reeds tot op
den negenden der zelfde maand verloopen
, wanneer al vroeg in den
morgenftond , aan het H o f van den
Roomfchkoning , de beftemde dag
en t’ evens de vreugd des Volks in
dcezervoege wierdt aangevangen : men
hadt eenen geheelen Os gebraaden >
in welken een Varken , vervolgens
in dat weder kleiner gedierte gevuld
was , en aan de Gemeente voor-
gezet ; en om haar den dorft met
fmaaklyke teugen te Icffcn , zoo '«'as
het wapen van den Roomfchkoning
een
(4)
nat.Maxiy
roiliani
Rcg.
Rom.
apud M.
.Frefic*
rum.
fcript.
Ger. rer,
Tom. infoi.
31-
& Ìeq-
|i) Coto-
■rjllt.
ÍMaxim,
V. S. füL
1.31. Srieq.
een zwarte Arend , uit wiens boril
de Rynfche «'yn vlocide , voor zyn
.Hof gefteld ; aan des zelfs regter
zyde zag men ccnen gouden Lecuvv ,
draagende de b.mier van Brabant; ter
fti'nkcr zyde eenen zwartcn Lee'uw,
met het wapen van Vlaandre , «'clken
diergelyke «'ynen uitwierpcn.
Ter«'yl het Gemeen zyn voordeel
zogt , hadden de Geeftlyke Keurvorften
zieh alvrocg ter Kerke begceven,
alwaar zy Maximiliaan , die van de
Waereldlyke - Keurvorften met hof-
lyken fleep en prächtige optooifelen
derwaart geleid wierdt , in huniie
Pricfterlyke gewaadcn geheel plechtiglyk
ontfingen , en liem naar den
Koninglyken zetel , niet verre van ’t
hooge altaar , bragten. In ’t korte
de Kerkdienften naar den gemeenen
regel , in het voorilellen van verfcheidene
vraagpmiten , met de beloften
^ dcs Konings geftaafd zynde ,
hebben zy hem met de geheiligde
olie gezalfd , en het ( i ) zwaard
van Karel- den Grooten , tot verdee-
diging der Kerke , insgelyks cok den
ring , den fchepter en den Ryks-
appcl , met de d-aartoe ingeftelde
zegeningen cn gebeden , ter hand
gefteld ; vervolgens de goude kroon
van Karel den Grooten op ’s Vorften
hoofd gezet zynde , deedt men hem
tot aan het altaar naderen, en den
gewoonen eed afleggen ; wyders
bragt men den Roomfchkoning van
daar tot op den fteenen zetel van Karel
den Grooten ; dus gezeten heeft hy
veele Grooten , onder het gefchal der
trompetten , met het zwaard van Karel
den Grooten tot den Ridderiyken
Stand verheven ; onder welken
Karel van Gelder en Willem van
Egmond , als de voornaamfte der
Nederlanderen, genoemd worden ; ter
gunfte van Karel van Croy , die ’er
ook tegenwoordig was , maakte hy
het Graaffchap Chymay tot een
Prinsdom, Naauwlyks waren alle
deeze omftandigheden , als mede de
mis , ' de offerhanden en het voor- '
ftellen van den Perfoon des Konings
aan het volk , voltrokken , of de
Capittelaaren der Akenfche Kerke
hebben den Roomfchkoning tot me-
delid onder de Kanonniken ontfangen,
en , toen hunne rechten by hem
bezwooren waren , ook plaats in ’t
Choor verleend.
Zoodra dit alles in de Kerke en
tegenwoordigheid des Keizerj verrigt
«'as , heeft de ganfche ftoet
den tred naar ’t Stadhuis , daar het
middagmaal .bereid «'as , genoomen ,
werwaart Maximiliaan van de Keurvorften
gcleid wierdt ; de Aardsbis-
fchop van Trier ging voorheen , gevolgd
van Erneft Hertog van Sakfen
, draagende het bloote z«'aard
voor den Koning , aan zyne reg-
terzyde was de Paltsgraaf Philips met
den gouden appel , aan de flinker
droeg men den fchepter , in de
plaats van den 'Vorft van Branden-
burg , die overleden was ; hierop
volgde Maximiliaan , met de kroone
en andere Koninglyke optooifelen bekleed
, aan zyne rcgterhand zag
men den Aardsbiflchop van Keulen,
aan de andere die van Mens ; en dewyl
’er een overgroot getal in deezen
optogt volgde , die van vooren en
agteren van trommelen en trompetten
verzeld waren , zoo ontbrak het
niet aan den toevloed der aldaar verzaamelde
Volkeren , wier gejuig
en vreugd bet Vermeerderde door
het grabbelen van ’t verllrooide.
goud en zilver g e ld , dat onder den
dikken drom , tot geheugenis van
dit bedryf , längs de ftraat ge«'orpen
wierdt. Eene zelfde be«'eegreden
meen ilc de oorzaak geweeft te zyn ,
datmen deeze drie penningen , zoo
ter gedachtenifle dier krooninge als-
tot lof van Maximiliaan en zynen
Vader Keizer Frederik
fchyn gebragt heeft.
Z z
te voor-
I. Op