T44X plechtigfte ( i ) ontfangen, e n , in ecni-
(TTmT* ge dagen zyns verblyfs , met ongc-
* meene pracht onthaald wierdt.
Marche Ondcvwylcn handelde de Keizer
Marche
pag-17
met den Hertog van Borgonje over
de opvolging in Henegouwe , Holland,
Zeeland en Vriefland, en beweerde
, dat \'rouwc Jacoba die onwettig
bezeeten hadt , dat de zelve
Landen, naa het fterven der manlyke
linie , aan het .'Keizerryk vervalldn
waren. Insgelyks was ’cr verfchil
over Brabant, dat het zelve niet behoorlyk
van den Keizer verheven was:'
Als ’er verfcheidene dagen in ’t betwiften
dier zaaken gefleeten waren,
is de Keizer,inoircs dc opgeho_o »p. t met (x ) geo.
deia Ichenken, van den Hertog van Dor-
gonje, in goede eendragt gefcheiden en
vertrokken.
Hier voegen meeil al de Neder-
landfche Hiftorifchryvers b y , dat Keizer
Frederik in deeze byeenkoomft
al het recht , ’t gene hy vanwe-
gen het Keizerryk op Brabant , Henegouwe
, Holland , Zeeland , en
Vriesland mogt'hebben, overgaf en af-
ftondc aan Philips Hertog van Borgonje.
Doch op wat grondflag dit
verhaal gebouwd is , valt my duifter
te raaden , dewyl ’èr in de voorrechts-
brievcn van Brabant, wel van deeze
tr« S ” ' ^ ^ onderhandelinge , maar niet van
Brab. te die ' aanmerkelyke overdragt gerept
lenTidc wordt. Ook leeren de laatere tyden,
KLacidzee rdlyer. , , K,cizer Frcdcrìk dien eifch heeft
he Brie- bchouden, en uit onvermoogen dien
iukge.'^ niet verder vervolgde tegen de groot-
ÈnddeR Borgonfchen Hertogen.
7 Oflobr.. Dees eenige maanden in Borgonje
ionder’''*' geblcevGH zyndc , wierdt tot Rechter,
Conciufie. ovcr een Ridderlyk Steekfpel
, van zyne Hovelingen alom uit-
1443 geroepen , en met ongemeenen toeftel
’ te Dion aangerecht 3 doch voor dat
het zelve zyn aanvang nam , verfcheen
aldaar een Afgezant van den Griek-
fchen Keizer ( 4 ) 'Jan Paleologus , die
o. de la den Hertog van Borgonje ernftig om
“ " * 1 . hulp verzogt tegen den Turk , welke
tot het bevegten van Conftantinopole
een magtig heir te veld bragt, en
dewyl de Duitfche Keizer , noch geene
andere Vorften, eenige neiging daartoe
betoonde, zoo was de Borgonjer
zyne laafte tocvlugt. D ees , fchoon
een Vorftlyk gemoed hem tot groote
onderneemingen porde, wierdt echter
verhinderd door een geval, ’t gene
hem voordeeliger toefchccn ; wyl Elizabet,
Hertogin van Lukfemburg,hem dat
pas met decze klagten ( ; ) aan boord
klampte , dat haare Onderdaanen niet
langer wilden gehoorzaamen, noch gewoone
rente noch inkoomfte betaalen
, en haar geheel verilooten hadden.
Z y badt den Hertog dierhalven
om byftand , welke bewoogen do or’t
ongeval zyner Moeije, wandt zy liadt
twee Oomen van den Borgonjer , zoo
zyner Moeder als ’s Vaders zyde ten
huuwelyk gehadt , heeft , vooraf de
weerfpannige Landzaaten vrugtloos tot
gehoorzaamheid vermaand (6) hebbende.,
ftraks de vaardigfte benden byeen
getrokken en de Lulcfemburgers;
[die van 'Willem Hertog van Sakfen,
wiens Vrouw Klyndochter was van
Kcizer Sigismund, uit dien hoofde als
naaften Erfgenaam, Duitfche krygsknegten
in hadden,] tot i n ’t hart des
Lands aangetaft , naa verfcheidene
ontmoctingcn de Stad Lukfemburg by
verrafling overweldigd, en vervolgens
ook het Kafteel gewonnen. Zulks op die
wyze dat Geweft voor ’t grootfte
deel wederom onderdaanig wierdt aan
de (7 ) Hertoginne, die het op zekere
voorwaarden en tienduizend guldens
jaarlyks te gcnieten den Borgonjer
te beheerfchen gaf , welke aldaar
zynen oudften baftaard Zoon Kornelis
tot Landvoogd aanftelde.
Zoodaanige voorfpoed verzelde den
Hertog in zyne onderneemingen : de
Franfen en Engelfen daarentegen ,
afgemat en uitgeput door den lang-
duurigen oor log, hielden even haitnek-
kig hunne begeerte ftaande ; des Paus
Eugenius, onaangezien de onruft in de
Kerk nog duurde, al zyn vermoogen
bcfteedde , om de ftrydende Koningen
te bevreedigen, cn bragt het zoo verre,
dat ’er thans eene byeenkoomft te
Tours
*443 1444
a:re?lec
Chron.
Vol, ir.
fol. 200.
& fcq.
Tours beleid w ie rdt; cn ( i ) aldaar, van
alle zyden aanzienlyke Gezanten vergaderd
(i)a iron.
. vm Holl
I deXX lX .
1 Divifie
Cap. 10.
(<5) Hid;
Luxem-
burgenlis
a ] . Ber-
telio pag.
66,
(7) Me--
rooircs dc
O. de la
Marche
PJg-134-
& 23J.
1444
(3I Mei-
jeri An-
nal, Fland.
fol. 300.
zynde, is ’er geen algemeene vreede
, zoo men verlangd h a d t , maar de
ftilftand van wapenen , tuftchen dc
twee kroonen en haare verbondenen
ter wederzyde , op den twintigften
van Bloeimaand voor een jaar vaft gefteld
en getekend. W e lk e , door ’t
geduurige verlangen , niet alleen aan
V rankryk, maar ook aan des zelfs verbondenen,
verfcheidene jaaren ru ft , en
een nieuw leeven verfchafte.
Het genoegen, ’t gene de Hertog
van Borgonje uit dit beftand genoot,
wierdt ftraks ontruft , door den gevaarlyken
twift der Hoekfen en Ka-
.. beljauwfen, om de zwaare ( x j fchat-
ting tot voldoening van de beede des
" Landsheeren , daar de Ingezetenen
mede gedrukt wierden, nieuwlyks in
Holland opgcreezen. En dewyl de
Hoekfen , begunftigd van Willem van
Lalein , die federt het vertrek van
Hugo van Lannoy , het Stadthouder-
fchap vier jaaren bekleed hadt , in de
meefte Steden aan het roer der regeeringe
zaten , zoo heeft dit den
Kabeljauwfen des te laftiger gevallen,
om dat hen demerkelyke dieiiften
nog vers in ’t geheugen zaten, die zy
den Borgonjer weleer tegen Vrouwe
Jacoba gedaan hadden. Hierdoor
geraakte de .partyfchap aan ’t zieden ,
en eerlang tot zoodanige bittere ver-
volging , dat de Hertog van Borgonje
gedwongen wierdt, om zyne Gemaalin
, wyl hy zelf verhinderd was ,
met een aanzienlyk gevolg, i n ’t begin
van Slagtmaand derwaart (3 ) te zenden.
Deeze met de grootfte Staatsbeampten
in ’s Graavenhaage beraamd hebbende ,
hoe de beroerte beft te fmooten, begaf
zieh hier op , met Frank van Borfelen
, den Stadhouder Lalein en anderen
, naar Haarlem , daar’t geweldig
hoi ging, vermids de Kabeljauwfen
, gefterkt met die uit Amfterdam
verdreeven waren , de Hoekfen in
hunne huizen bezet hielden ; des de
Stadhouder , bezeffende dat het hem
I , Deel.
zoude gelden, dc reis liet ftcekcn. '4 4 4
Maar die van Haarlem bewuft van
den (4 ) optogt, meenden, zoo ras W“ ™;;
deeze meenigte binnen was , dat hy de xxix.
zieh onder den ftoet der Hofjufferen cipl'Ti.'
verfteeken hadt, dierhalven viel men’er
op aan , c.n men ontzag zieh niet 'de
eerbaarheid te fchenden , met de Jufferen,
ja zelf de Vorftinne ,vry fchandelyk
onder de kleederen tetaften, en te gelyk
den fchrik op ’t lyf te jaagen:
doch hem niet vindende verzogt
men, beft doenlyk, de Hertoginne
vergeeving van het misbedryf. Als op
den volgenden dag , zynde den agt-.
tten van Slagtmaand , de Hoekfen met
geweld uit Haarlem raakte , en de
Vorftin aan deezen, die de wyk naar
Amfterdam namen, bevoolen hadt, die
Stad wel te bewaaren , zoo heeft zy
onmiddelyk de reis naar Brabant weder
aangenoomen, en haaren Gemaal
omftandig verflag gedaan van ’t gene
’er in Holland omging.
De Hdrtog heeft hier op zonder
draalen de Edelen en Steden, om zieh
te koomen verantwoorden , beroepen,
en , naa dat ieders voorflagen getoeft
waren, Willem van Lalem van het
Stadhouderfchap af- cn Gooswyn de
Wilde een Vlaaming in het zelve aan- 1447
gefteld; doch , mids dc tytel haatlyk
wierdt , deedt men deezen den naam
van Dreßdent van Holland , Zeeland
en Vriesland draagen , gelyk hy op
dien voet , omtrent het laatfte van
Lentemaand , in ’t veertienhonderd-
vyfenveertigfte jaar , in ’s Graaven-
haage ontfangen wierdt. E n , opdat
de eendragt beklyven mogt , deedt
de Hertog met openbaare ( ; ) brie-
ven in de gemelde Geweften ftreng- haGoll-
lyk verbieden , voortaan geen byzon-
zondere kleeding, mutien noch eenige p»g.i;3-
wapens , tot kentcken o f verweering
van ieders partye, te draagen.
A l deeze voorzorg ftuitte echter
de ■ hevigheid niet , met welke de
Hoekfen en Kabeljauwfen , in ’t begin
van Hooimaand , te Leyde in de
wapens vaakten. Zulks de (6 ) Dreß- m R.
dent hier van verwittigd , met ver- bu.'m.''
Q fchei- 'SO- h i !