(OSlich-
tenhorft
Geid.
Gelchied.
fol. 279.
(2) Slich-
tenhorft
Geld.
Gefchied.
foL 280.
f3)Chron.
van
Vlajndr.
MSS. fol.
474.
1479
hun ganfche Graaffchap , aan Hcn-
drik van Swartienburg, Biffchop van
Munftcr , voor zeftigduizend Rynfche
( I ) goudguldens, verpand ; onder beding
van hec te verdeedigen , cn hec
zelve, naa dc atloiling dier fomme, aan
den wettigen Erfgenaam te ’ zullen in-
ruimen. Hangende deeze verfchillen
trade de Aardshertog Maximiliaan, om
den opftand der Gelderfen van naby
te ftuitcn , in verbond met den Hertog
van Kleef , cn gaf hem de magt
om op zynen naam volk te werven,
beloovende den Ruiteren zes en den
Voetknegten drie goudguldens ter
maand te geeven. Als eindelyk de
Legers te velde raakten , cn de Gelderfen
in ’t wilde her- en derwaart
dwaalden , floegen de Borgonfen
een fcherp beleg ( z ) voor* de Stad
Graave , welke door den aandrang
van buiten , den onluft en ’c gebrek
van binnen , eerlang gedwongen
wierdt , zieh op zekere voorwaai-de
over te geeven. Dcs de vyanden uit
wederwraake in Brabant en Kleefs-
land ongemeene verwoeftingen ver-
fpreiden , en met rooven en branden,
in die Landftreeken , hec jaar flee-
ten.
Doch aleer het zelve ten einde
liep , zoo waren de Afgevaardigden
van Brabant , Vlaandre , Holland
en Zeeland in Herfftmaand te
Gend by den Aardshertog (3 ) vergaderd
, in welke bycenkoomfte de
Gezant van Keizer Frederik verzekerde
, dat zyn Heer met de Duitfche
Vorften bevreedigd , en den Koning
van Vrankryk den Oorlog aangezegd
was: en dewyl de Stenden van Duitsland
den Keizer hulp beloofden , zoo
verzogt hy van de vier gemelde Landen
tienduizend mannen van'wapenen,
aldaar woonende , om altyd gereed
te z y n , tegen de aankoomft der Franfen
, op te trekken: maar o f zy hem
beloofd wierden blykt zoo zeker niet,
dan wel dat de Gelaftigden der zelfde
vier Landfchappen, omtrent het midden
van Lentemaand des naaftkoomenden
jaars, wederom te Antwerpe in
gefprek (4 ) kwamen , om middelen
te beraamen , die tot hcil der Tnge-
zetenen, cn inzonderheid tot verweering
der grenzen , tcgen de onver-
mydelyke aan\'-allen des Franfchen Konings
, mogten ftrekken.
Nademaal de fchatkift der Vlaamingen
, geduurende deeze ftribbclin-
gcn , grootlyks veragterd, was , cn
die van G en d , tot herftelling hunner
geldmiddelen, hierentuflchen de bieren
merkelyk bezwaard hadden , zoo on-
ftondc daaruit een byfter oproer , dat
de Overighcden van geheel Vlaandi'e
met den wdffen ondergang fcheen te
dreigen , zoo dit niet tydig by de
Gendfche Regeerders , ten kofte van
het leeven veeler muitelingen , geftild
ware. De Vlaamingen, van dit inwendige
kwaad verloft zynde , ftelden federt
fcherpere wage in ’t bewaaken
der ( y ) kuften, en bezorgdcn den
Landlicden van genoegzaame wapenen,
om zieh , als de nood aan den man
kwam , te können verweeren.
Maximiliaan , die zieh federt eenigen
tyd te Gend onthieldt , vertrok
in het laatfte van Grasmaand met
zyne Gemaalinne naar Brugge , naadat
hy alvoorens van de vier gemelde
Geweften (6 ) onderftand verzogt
hadt , en heefc aldaar in een treflyk
fteekfpel , dat uit de meefte Steden
van Vlaandre derwaart beroepen was,
zieh in het ftrydperk doen (7 ) uitmunten
, en ook w^cinige dagen laater
, tot ongemeene vreugde van
dien Landaard , den Papegaai van
den fteng gefchooten. Deeze vrolykheid
wierdt door de ontilelteniffen,
w^'elke de Franfen op de Landfchei-
dinge nieuwlings verfchaften, niet weinig
verminderd ; wandt, fchoon het
beftand nog niet geeindigd was , echter
groeiden de \7andlykheden , zoo
te water als te land , dagelyks groo-
tcr , en de Aardshertog fpoeide zieh
door die beweegingen naar Ryffel,
en vervolgens naar S'. Omer , om dus
beter de laagen van Koning Lodewyk
te ontdekken, die Maximiliaan,
door alom zyne ftrikken te fpan-
ncn,
lTSìT
lixccll,
Uliron.
van
fol !U,
(1) Dit
Exceii
Chrofl.
van
Vlaandf,
fol. lU,
(ii) On;,
tres de
Brab.ie
Vilvoorde,
indi
de^(ieb^
nedckif-
fe.
(7) Die
Excell.
Chron.
Vlaandr.
foi. 113.
-jDOir-rs tie
0. de la
Mrrcl'fi
.pai. 61 y.
(2j Me.
ajoir. de
Connnes
Liv, VI.
Chap. 6.
nen , meende te verfchalken ; maar
dees , cen talryk hcir van Vlaamingen
, Duitfen en luttel Engelfen ver-
zaamcld hebbende trade zelf , naa
het uitloopen der wapeiifchoifinge ,
te velde.
Onder hcc voivocrcn van den togt
fchikte de Franfche Koning zyne
Gelaftigden ( 1 ) derwaart , om den
Aard hertog dc vciiciiging- van het
beftand aan tc bieden. Als dit
verworpen wierdt , en Maximiliaan,
zieh nader beraaden hebbende , Olivier
de la Marche naar den Koning
afvaardigde., ' om dien eene
onderlinge byeenkoomft voor te ftellen ,
zoo is de zelve met geen mindere
vcrachtinge afgeflaagen , en dc oorlog
te heviger begonnen ; w^andt
ills Maximiliaan , in ’t laatfte vnn
Hooimaand , Terroane infloot , zoo
was de belegering van korten duur
en nog minder gevolg , wyl de
Franfche benden kwamen aanfpatten
, en hy , om den vyand te
ftuitcn , de Stad verliet.
Dus op den zevenden van Oegftmaand
tor by Guinegate koomende
zag men het Franiche heir,
niec ongelyk in meenigte aan bet
Nederlandfche , naderen ; zulks de
Aardshertog de zynen in llagorde
fchikte , en door eene deftige aanfpraak
een hart onder den ricm
fbk , waarop icdcr , naa het gebud
gedaan was , even drifiig op
de vyanden aandrong ; doch de
Franfche Ruiters , die des Aards-
herrogen paerdevolk in getal verre
overtroffen , verdreeven de Nederlandfchen
met hunnen Legerhoofd
Philips, Heer van Raveftein , zonder
veel tegenftands tot voor de poor-
ten van ( i ) Arie , des Maximiliaan
zieh ftraks by het voetvolk
ftelde , en hieldt dat , onderfteund
zynde van den Hecr van Romond ,
den Graaf van Naffou en anderen ,
fchoon aan ’t wankelcn , cchtcr
met zooveel dapperheid ftaande ,
dat de vyandlyke aanvallen geduurig
afgeflaagen , en eerlang der
zclvcr gelcdcn verbrooken wierden;
te mccr wyl fommige Franfen, ver-
iuc op den butt , in de goederen
des Aardshertogen graasden , en hem
dus gelegenheid verfchaften , om met
zyne Edelen in den (3 ) hoop te
breeken , en zoodaanige verwoefting
tc verfpreijen , dat de vyand, van
cen algemeenen ichrik bevangen , de
vlugt koos , en tot Hcsdyn vervolgd
wierdt. Laatende al zynen
voorraat met het krygstuig , en
onder het zelve zesendenig Siangan
, vyf Kartouwen cn een groot
ftuk gefchuts , midsgaders veertig
tonnen buspoeder , ongemeen veel
wyns cn mondkoft , nevens omtrent
tienduizend verflaagenen cn eene meenigte
gevangenen agter.
Des te aanmerkelyker nog , wyl
men vermeide , fchoon de Franfen
dit anders (4 ) fchryven , het
zelve met zoo gering cen verlies
der Vlaamingen verrigt te zyn ,
dat ’er geen geheugen was van bly-
der overwinninge. Het kloekmoedig
beleid , dat ryper jaaren dan
die des Aardshertogen fcheen te
eiffchen , ftrekte tot geen geringe
verheffing zyns naams , wyl hy met
voorzigtigheid den zynen voor het
verderf befchut hadt , en , door
die proefftuk zyner deugden , den
roem op alle Nederlandfche ton-
gen deedt leeven : - zulks men ,
om ’t geheugen zyner ongemeene
dapperheid te bewaaren , deeze
gedenkpenningen in dit jaar tot zyne
en zyner Gemaalinne eer gemaakt
vindt.
(3)Chron.
van
Vlaandr.
MSS. fol.
(4I Daniel
Hifl. dc
France
Tom. IV.'
pag. 396.
J 0 '
Pp z I, II,