.‘ t-
J486 tig vei'flondcn wierden; doch de.
“ N'eldovcrÜen der Franfen k r c e p i
ftaande den hongersnood dier Stad.
ZOO byfter ccn verfchil, dat ’er weder
Brab.
Tom. I.
fol.470.
( 0 Bar-
lanüi
Chron.
Duc.
Brab. pag
eenige leevensmiddelen binnen gebragt
wierden ; waardoor de moed der
Belegerden tot zooverre verwakkerde
, dat zy de overige ongemakken
des oorlogs nog eenen geruimen tyd
gewillig verduurden.
Het influitcn van Terroane was t
alleen niet dat de Landzaaten kwcl-
de , ¿e vyandlykheid hadt de '¿-e
ook magtig ontveiligd , cn de Vilfche-
ryen nevens den Koophanflel ongemeene
fchaade toegebragt : »boven dit
was in Brabant , door het woeden
eener zwaare ( i ) peft , een groot
getal van menfchen verflonden , zoo
Alt in dit iaar binnen Loven twiniig-
duizend , en binnen Bruflel twecea-
dcrtigduizend zielen weggerukt wierden.
Aan den anderen kant gevoclde
de Roomfchkonaig de eene fir.erte
naa de andere, door den onvermoeiden
yver van den Landvoogd Creveceur;
wandt-dees befeffende, dat de Stad
Atrecht, .die , volgens het voorgaande
verdrag, zieh onzydig moeft houden ,
thans te veel tot de Ooftenrykcrs
fcheen over te hellen , hadt op den
agtentwintigften van Grasmaand , door
de lift en het geweld , zieh ( z ) van
de zelve verzekerd. Weinige weeken
laater gelukte het ook dien Lands-
voogd eindelyk Terroane te vermeefteren
, en onlangs daarnaa ook de
Ooftenrykfche benden te verflaan ,
welken op het gerügt van den voorfpoed
der Franfche wapenen , onder
Engelbert van NalTau , Philips van
Kleef cn Karel van Gelder , uit wederwraake
Bethune meenden te over-
rompclen , en zoo ongelukkig van
de reis kwämcn , dat ’er omtrent
1487
( i ) Daniel
Hift. de
France
T om. IV .
P2g'45SHoe
(,) N. (legenhonderd ( 3 ) koppen gevcld , en
c £ " ' ’oornaamlle Kr) gshoofden,
van onder deezen Engelbert van Nafläu en
■ m s s !"*'' Karel van Gelder , gevangen bleeven.
bitter dccze gevallen den 148^
Roomfchkoning te verzweigen wa-
ren , nogtans gingen de zorglyke
onllcltemilen. der Vlaamingen deezen
verre te bovcn , wandc ’s Roomfch-
konings nieuwlyks opgeregte lyfwagt,
die omtrent uit tweeduizend Borgonfen
en Heenegouwcrcn (4 ) beÜondt , fo J
hadt hen door het plonderen , plaa- ciuo/
gen cn fchcndcn van Landen , hui-
zen en Do rpendermaa te vergramd ,
dar, toen Maximiliaan ncgenhondcrd-
duizend goude Kroonen , voor ieder
der naallkoomcnde dÜc jaaren , tot
onderftand ..des oorlogs en befcherminge
der grenzen van hen verzogt,
hem in het laatfte van Weidemaand,
by de drie Leden des Lands van
Vlaandre , op de daartoe beroepe
dagvaart van Dendermonde , uitdrukkelyk
te verftaan gegeeven wierdt, dat
zy genoeg belaft cn in hunne geld-
middelcn ten agteren waren ; dierhalven
hem met allccn die beede giad
affloegcn , maar wcl inzonderheid
euvel vonden , dat hy thans meenigte
van goude en zilvere (5 ) munten ¡^,
doen ftempelcn , en in de Landen [JN
loop gegeeven hadt , die alleen met tan '
zyne wapenen en tytelen pronkten , ’
zonder eenig teken van die des wettigen
Landshecren , zynen Zoon , te
voeren. Vermids dit geheel buiten
de kennis. van ’s Lands Staaten ver.
rigt , cn eene zaak van zoo
groot cen gevolg was , zoo dacht
hen ’t raadfaamfte voor dien tyd '
niet te beiluiten ; maar in de eerfte
vergaaringe der algemeene Staaten
het naadenkelyke ftuk voor te
draagen. Nademaal dit nu den Vlaamingen
geene der minft wezenly-
ke befchuldigingen , in den ftorm
der aanftaande beroerte, tegen den
Roomfchkoning verftrekte, zoo zal
ik twee der voornaamfte geldftuk-
kcn van dien muntflag , die zoövcel
onhcils mee fleepte , hier laaten
volgen.
I. Op
I. o p dc voorzyde van den eerften penning , die de groote goude Reiial geheeten
was , ziet men Maximiliaan , verfierd mcc den fchepter , den ryksappel , de kroon
en den Koninglyken maijtel , zittcndg op ecncn Vorftlyken troon , ter gedachteuiflc zyner
voorgaande verhcffinge. Des men ook , tot grootmaaking zyns luifterrykeii naams,
de beeldnis mcc den zoom deezer tytcl'cn omvangen en beflooten heeft j
M A X I M I L I A N V S D E I G R A t i A R O M A N O R V m R E X ^
S E m P e r A V G ü s t u s .
M A X I M I L I A A N D O O R GODS G E N A D E K O N I N G D E R
R O M E I N E N , A L T T D V E R M E E R D E R A A R .
Het wapen , dac ’er op de tegenzyde gevonden w o rd t , is belaaden met den ecnhoof-
digen Arcnd , op wiens borft het fchild van nieuw Ooftenryk cn oud Borgonje gefteld
is , zynde die alles met dc geflootc Kroone g ed ek t, ’ t gene uitdrukkelyk bewyft,
dat Maximiliaan , ze lf in dien tyd , geen de minfte Keizerlyke tekens nog tytels begeerde
te voeren. Het omfchrift bevat eene zyner gewoone fpreuken , die geene betrekking
heeft op de begeerte tot heerfchen j maar op de maatigheid zyner welluften , daar hy
grootlyks in geroemd wordt : dierhalven vindt men ’er deeze leerzaame woorden.
T E N E M E N S V R A M e t R E S P I C E E I N E M ,
M C C G C L X X X V I I .
H O U M A A T E N Z I E O P H E T E I N D E ,
MC C G C L X X X V I I .
II. Schoon de voorzyde van den tweeden , welke de groote zilvere Rc'aal genaamd
wierdt, geen letterlyke verklaaring van den Roomfchkoning draagt , nogtans ziet men
zyn halve lighaam hier in ’t harnas met den eenkoppigcn Arend op de b o r ft , uitge-
hceld } hebbende dc Koninglyke kroon op het hoofd , den ryksappel in de flinker cn
het bloote zwaard in dc rcgterhand wordende binnen die randfchrift befloocch ,
/. Teel. B b b C\fo
.