I K
1Ö8 H E D E N D A A G S C H E
tuygcnis van zekeren geleerden
(i';Bj<rws. Ichryver, den Vader, Zoon ( i )
jl'ifsrora. cn Heyligen Geeft of de komft
■ van den Mesfias, door gelyke Icttcrrekening
meenen :e können
aantoonen; Wantliet woordt, door
eene kleyne buyging in Barfihith
wordende veranderd, betekcnt,/T-
zctl den Zoon geeven. Daarenboven
brengen de tellettcren van dat
woord, midsgaders die, welken in
de naamen van des zelfs letteren
worden gevonden, te zamen, als
men ’er geene kleyner, dan die
honderd teilen, neemt, het getal
vau vierduyzend uyt, welke
tydftip, naar de gemeene rekening
het jaar is , waarin de beloofde
Zoon in het vleefch is verfchee-
MH.de
Groot
WaAth.
ran den
Chriftel.
Godsd.
Ideel
No. r6.
( 3) Scalig.
over’c jaar
1 117. van
Eu/eb.
G. VoiT.
Letterk.
I boek
kap.X.&c.
Gelyk nu de Grieken bekennen
dat zy hunne letteren van elders
hebben gekreegen, en dat die ook
by hen geene (2) andere orde, naamen,
en oude geftalte, dan die
der Syrieren en Hebreeuwen hadden,
en die gevolgelyk een (3) en
de zelfde waaren, zoo i s ’t geen
wonder dat ook de Grieken, naar
’t voorbeeld dier eerfte uytvinde-
ren, ook alle hunne letteren van
het A , B , C voor teltekens in
deezer voege gebruykt hebben:
I 2 ; 4 r s 7 8 5 7 ff y' 7 r' r 7
10 20 30 40 fo 60 70 80 90
i * ' a ' (a' / i f 0' It' g '
JOO 200 300 400 fOO .600 700 800 poo
¿ <r' t ' V f f X 4' f f 3'
Van de Grieken is alle geleerd-
GÌoot"*' beyd tot alle de overige (4) vol-
Waaih.
van den
Chriftel.
Godsi.
I dec!
No. 16.
ken, en gevolgelyk ook tot de
Romeynen afgedaald, over zulks,
gelyk uyt dien hoofde de Romeynfche
letters met die der Grieken
vcelc overeenkomft hebben, zoo
behoeft niemand zich te verwonderen
dat zy, om hunne getallen
uyt te drukken, n a a ’t voorbeeld
der eerfte voorgangcren,
ook de letteren van hun A B C
daartoe gebruykt hebben.
Dus deedt I cen, de V vyf, de
X tien, de L vyftig, en de C
honderd. De rede nu dat de Romeynen
deeze letteren, om de gemelde
getallen uyt te drukken, gebruykt
hebben, was om dat z y ,
als gemeld is , in den beginne op
hunne vingeren telden; en dat zy
met den duym of eene der drie
volgende vingeren op te fteeken,
die de gedaante van een I hebben,
daardoor de vier eerfte enkele getallen
verbeeldden: even gelyk z y ,
met de pink van de voorige vin-
gers te fjialken, het getal v y f te
kennen gaven; en daarvoor eene
V , die de gedaante van twee van-
eengefpalkte vingers heeft, g e bruykten.
Waar van de X ook
haare herkomfte heeft, welke,
wyl zy tweemaal het getal van de
V bevat, door twee te zamen ge-
koppelde X , die eene X zyn,
verbeeld wordt. Naderhand heeft
men de C omgekeerd en met een
I aldus 13 by de andere gevoegd,
’t gene vyfhonderd betekent.
Voor ’t welk men de D zelve, als
uyt eene I en omgekeerde 3 beftaande
heeft genomen. By deeze
telletters heeft voorts nog eene I
tuffchen twee CIO aldus gefteld ,
welke dan als twee zamengekop-
pelde QD zynde, even als de M,
voor’t getal van duyzend gebruykt
zyn.D
it is ’t minft, ieder letter v.an
het A B C is in ’ t fchryven voor
zoo veele onderfcheydene getal-
letters aangenomen. Dus betekende
de A vyfhonderd, de B
driehonderd, de C honderd de E
tweehonderdvyftig, de F veertig,
dc G vierhonderd, de H tweehom
derd, de J medcklinker honderd,
de I klinkletter een, de K honderd
(cJGlolTar, mediasse
iiifiin*
Latin.
r ^ E N N I N G K U N D E . I I D u i : X l l Hoofdß.
(Icrdvyftig, de L vyftig, de M
duyzend, de N negentig, de O elf,
de P vierhonderd, de c£vyfhonderd,
deR ta ch tig, d e S zeven,
de T honderdzestig, de V v y f , de
X tien, dc Y lionderdvyftig en
eyndelyk de Z tweeduyzend. Om
deeze getallen gemaklyker tc können
onthouden heeft (i) ons de
Hecr du Cange de zelven in de
volgende Latynfche dichtregels
achtergelaaten.
Poßdei A mmeros guingentos ordine reäo:
(fl B trecentum per Je retinere videtur.
non plus quam centum C littera fertur habere,
littera D , velut A , quingentos fignificabit.
E quoque ducentos (fl quinquaginta tencbit.
fexta, quater denos gerii F , qua difiat ab
G quadringenos demonfirative tenebit.
H quoque ducentos {fl quinquaginta tenebit.
J retinet centum, vocalibus una teneiur.
K quoque Centenos (fl quinquaginta tenebit.
quinquies L denos numero defignat babendas.
M caput efi numeri, quern fcimus mille tenere.
N nonaginta capii, qua fic caput ejfe videtur.
mtdenos facit.O cognofias fic numerando.
P fimilem cum G numerum monfiratur habere.
^ velut A cum D quingentos vuU retinere,
oüagmta dabit tibi R , fit quis earn numerabit.
S vero feptenos numeratos fignificabit.
T quoque Centenos (fl fexaginta tenebit.
heeft V getal van A N , die tien van honderd
fnydt.
de 0 deed een en tien voorheenen in het teilen,
men voor vierhonderd plagt de letter Pte fiellen.
vyfhonderd doet de ^ : daar d’R maar tachtig is.
die d'S voor ziven menu, die telt voorvmar niet
mis.
ontmoet u t , veil haar voor honderdzeßig leezen.
flelt d'V ah,d veer vyf , laat d'X «VI tienlal
vjeezen.
letter T doet honderdvyftig in ’! getal.
daar men de Z voer tweeduyzend teilen zal.
Doch aangaande deeze Romeynfche
telletteren ftaat nog aan
te merken dar zoo daar boven
een dusdaanig-. teken gefteld is,
zy dan tot zoo veele duyzenden
opkhmmen, als zy te voore duyzenden
, honderden, tienen o f enkelde
getallen betekenden. Dus
doed eene dusdaanige a vyfhon-
derddiipend, ß driehonderdduy-
zend; c liondcrdduyzend; D vyf-
honderdduyzend;E tweehonderd-
vyftigduyzend; F veertigduyzend;
G vierhonderdduyzend ■ h twee-
honderdduyzend; f eenduyzend ,-
K bonder dvyftigduyzend; L vyftig-
duyzendjM duyzend maal duyzend-
N negentigduyzend jOelfduyzend-
IJ — J . J t — !-l
V quo^e^peßumdans non plus quam quinqué re- p vierhonderdduyzend ,• Qvyfhonhy
dundans.
duplex X folilo decern jam more putatur.
argolicus centum quinquaginta facitque charaUer.
ultima 7r, canons finem, bis milk tenebit.
Het welke in ’t Nederduytfch
aldus luydt.
Vyfhonderd deed de A in H Syfferen te Romen.
voor driemaal honderd wordt de letter B genomen.
de C doed honderd, en de D vyfmaal zoo veeL.
van duyzend is de E het rechte vierdedeel.
F telde veertig. Daar vierhonderd G kan haalen.
tweehonderd kan men door de letter F l bepaalen.
de J is als de C ■, want ieder honderd telt.
maar is 't een klinker, dan wordt zy voor een ge-
teld.
de K doed honderd en nog vyftig daarenboven.
d’ L doed maar vyftig, dat 's de K in drien te kloo-
ven.
voor duyzend fielt men in het teilen A M altyd.
J — J V 7 aU.V3Uderdduyzend;
R tachtigduyzend; S
zeventigduyzend;T honderdzeftig-
duyzendjV vyfduyzend; X tien-
duyzend ; Y honderdvyftigduy-
zend; en z tweemaal duyzend
maal duyzend.
Belangende nu de telletteren der
alleroudfte Noordfche volken, die
hebben, federt dar het gebruyk
der lerteren by hen is bekend en
in gebruyk geraakt, zich mede van
verfcheydene letters van hun
A B C , naar ’t voorbeeld der Romeynen,
bedient. Dus hebben,
by voorbeeld; de Runifche volken
hunne getallen ook door de
letteren van hun A B C , op deeze
wyze uytgedrukt.
f i t
■ f- ■
! Í * .