w
(•) I. D u !
M I4 ‘
Beyder beeldenisfen ziet men op
de voorzyde, nevens ieders tytel
in den rand tot opfchrift gefteld:
U L R I C A E L E O N O R A , D e i G r a t
i a R E G i n a SU E C i * .
F R I D E R I C U S , D e i G r a t i a
l a n d g r ä v i ü s h a s -
s i AE.
V L R I K A E L E O N O R A , DOOR
GODS G E N A D E K O N I N G
I N VAN ZW E E D E .
F R E D E R I K , DOOR GODS G E N A D
E L A N D G R A A F V A N
H E S S E N .
Onder de drie Noordfche kroonen
geeven op de tegenzyde Minerva en
Mars elkanderen de hand , onder
dit by geftelde randfchrift;
h i s J U N C T I S F E L I X E S T T E R NA
C O R O N A DUOBUS .
DOOR D E V E R E E N I G I N G V A N
D E E Z E TWE E ,
I S D E D R I E V O Ü D I G E K R O O N
G E LU K K IG .
T e meer, mids de wysheyd der
Koninginne met den heldenmoed
haars gemaals nu zoo naauw onderling
verknogt was ; als het op-
ichrift van den voorgrond bevcs-
tigt;
SOCIO CUM M A R T E MINE
R V A .
M I N E R V A M E T D E N KROON-
G E Z E L MA R S .
D E R D E H O O F D S T U K .
Van de Rußfihe, Pooljche, Boheemfche en Hungarifihe
Gedenkpenningen.
GElyk het zeker is , dat, naar
maate de volken verder van
dat werreldsdeel afwoonen, alwaar
de eerfte menfchen gefchaapen en
de landen gevolglyk door hen ge-
bouwd zyn, de konften en weetenfchappen
, gelyk door ons hier voor
reeds van her geld gewaagende (*)
gemeld is, ook laater grond gewonnen
en gebloeid hebben, zoo
behoeft zieh niemand te verwonderen
dat hy van de oude Rufli-
fche Vorften , wier ryk zoo verre
in ’t barre Noorde gelegen is,
geene Gedenkpenningen zoohier
zoodaar in der liefhebberen ver-
zamelkaflen ontmoet, te meer mids
zelfs hunne geldftukken, en dat
nog in den aanvang der Regeeringe
van den Czaar Peter Alexiewitz,
van zoo onbefchaafd , rtiuw en wan-
ftallig maakfel zyn, dat men met
recht
recht in twyfel zou können trekken
of men die niet veelecr en beter
gemerkte metaalbrokken, dan wel
geregelde geldftukken diende te noemen.
Invoege ik vermeen dat men
zonder vrees van wegens een ligt-
vaardig oordeel te worden befchul-
digd,wel zoumoogen vaftftellcn, dat
geen fchryver, mids der zelver weet-
gaalooze wanftalligheyd, het ver-
maak zal gehad hebben om, in
’t befchryven der Rnffifche geldftukken
, zynen tyd te verfpillen: ten
minfte ik moet bekennen dat ik nooit
fchryver over die ftoffe gezien heb.
Het is dan ftaande de regeering
van den Czaar Peter Alexiewitz, en
dat zelf nog naa hy de Vereenigde
Nederlandfche Geweften , Enge-
land en de andere daaraangrenzen-
de landfchappen doorreysd had,
dat nevens de drukkonft, fcheeps-
bouwkunde en andere weetenfchappen,
ook het maaken van gedenkpenningen
in dat anders zoo woeft
zynde ryk zynen aanvang eerft heeft
genoomen, en waartoe zyne roemruchtige
oorlogsdaaden geene kleyne
ftoffe verfchaft hebben. En
om nu niet te melden van die penningen,
welken zoo in Holland als
Duytfchland gemaakt zyn ; op zyne
gehoude zamenfpraak ( i) met K oning
Willem te Uytrecht, op zyne
verdere rcyzen door de Vereenigde
( i) Nederlanden, o f op het fluy-
ten van het dcrtigjaarig bcftand
met de Türken, (3) waar by hy
i a ’t bezit van het door hem veroverde
Azof bleef, zoo zal ik alleen
deezen penning hier inlaffen , mids
hy aan het uytdrukkelyk bevel (4)
van dien Vorft, wegens het veroveren
van Notenburg, zynde eene
ftad gelegen aan de Rivier Neba,
zyne geboorte verfchuld is , om
daarmede die genen te befchenken ;
welken door hunne dapperheyd in
het voortzetten diet belegeringe
hadden uytgemunt.
Zyn geharnaft borilbeeld, hebbende
het hoofd met lautier om-
wonden, ftaat op de voorzyde, in
(!)Num. wier rand dees (0 tytel in Ruflifche
MDcch”.' letteren en taal geleezen wordt;
fol. 104. “
C Z A R P E T E R A L E X I EW I T Z
RO S I P OW E L I T E L .
C Z A A R p e t e r A L E X I S Z O O N
O P P E R H E E R S C H E R D E R
R U S S EN .
(i)NtderL
Hiilorip.
IVdeel
f o l. iZ O .
(I'Nedcrl.
Hiftotip.
IVdeel
fol. 222.
(3! Num.
Hiftor.
MDCC
fol. 3 1.
(4) Num.
Hiñor.
MDCCir.
fol. 204.
Ill
'U
I
« f ili
Op de tegenzyde is het beleg der
voorgemelde ftad, onder dit randfchrift
, verbeeld:
B I L U N E P R I A T E L I A 90.
L I E T .
I S 90. J A A R IN D E R V Y A N D E N
H A N D E N G EWE E S T .
Eyndelyk vindt men op den voorgrond
, naa onze hedendaagfche
tydsrekening het jaar, den dagen de
X z maand :