aa H E D E N D A A G S C H E
4;i ■
Het tot bewys ftrekkende geldftuk
is deeze As, welke maar drie
onlen zwaar is, en op de eene zyde
het hoofd van Janus, en op de
andere zyde, naar de oude gewoonte,
den fteven van een fchip voert.
In het jaar vierhonderduegentig,
R«io“ " ' de bouwing van Rome, de
Romeynen (t) ten onderftand der
Mamertinen tegen Hiero Koning
van Syracufa zynde opgetrokken,
laakten daardoor met die van Carthago
, mids zy met dien Koning
in verbond traden, in eenen zeer
zwaaren oorlog,waarin de laatften
veele overwinningen op zee, de eerften
in tegendeel vee e anderen te
temp.Iib.
IV . pag.
j 8 6 .
( i ) Florus
lib.II.cap.
land bevochten, doch de Romeynfche
fchatkift zoodaanig door den
laft van dien kryg eyndelyk uytgeput
wierdt, dat men goedvondt,
volgens de getuygenis der oude (3) (;)Pimius
fchryvers, voor de derdemaal, te
weeten
De As op 2 onfen,
De Semis op i ons,
De Triens op J drachm. j i jgreyn,
De Quadrans op 4 drachmen,
DeSextansop lydrachmajizgreyn,
Ende Stipsuncialis op i drachma,24gieyn,
te verminderen, en van welke ver- (4) mom)
- faucon
minderde geldftukken n og (4) dee- I’antiq.
zen in de penningkaflen d
hebberen worden gevonden. io8j
Het eerfte is eene A s , het twee- hebbende op dc tegenzyde een Hede
een Yfwis, het derde een Trtens, truffigfch opfchrift, ’t gene de Vader
1 lii
) 'I
(i) Florus
lib. II. cap.
(2) Polyb.
III. fol.
Jßp.
d c rM o lin e tv o o r iA iED E le e ft,doch
hier niet wel kan ondericheyden
worden , het vierde is een ^ adrans ,
en het vyfde eyndelyk een Sextans,
g elyk uyt ieders bygeftelde gewigts-
tekenen is a f t e neemen, eu wier
verbeeldingen, als hier voore meeft
g em e ld , des onnoodig zyn alhier
op nieuws te befchryven.
Vierentwintig jaar naa het eyn-
digen van den voorgaanden oorlog,
wierdt (i) die tuifchen de Romeynen
en die van Carthago, met
meer vinnigheyd dan voorheen uyt
eukele regeerzugt, naa de ftad
Saguntus in Spanje door Hannibal
veroverd was, hervat; welke met
een leger van negentigduyzend (i)
man te voet , en twaalfduyzend
ruytets in Italie rukte, en den Romeynen
by Kannas in ’ tja a rv yf-
honderdachtendertig zoo groote ne-
derlaag toebragt , dat men dien
vreyenftaat op den boord van zynen
ondergang gebragt zag. In dit
uyterfte en als Fabius Maximus tot
( * ) Hoogkrygsgezaghebber was
aangefteld, vondt men zieh te Rome
nogmaals gepraamd, het reeds zoo
merklykverminderdegeld nogmerk-
lykerte {3) verminderen. Zulks nu
DcA s u y t I ons,
De Semis uyt 4 drachm.,
De Triens uyt 2 drachm., 48greyn,
De Quadrans uyt 2 drachm.,
De Sextans uyt i drachme, 24 greyn
En de Ons zelve uyt 42 greynen (4) beftondt.
(3) Plinius
lib. xxxus.
cap. 3,
I’antiq.
Enhet is volgens deeze ingevoer-
ke vermindering dat de volgende J“ ’/ “*-
kopere geldftukken gemaakt zyn.
Niemand vcrwondere zieh van ! onder deeze geldftukk en, w e lk en ,
F v o l-
•I
, I “
i l l
"I