i 'l'i ■h; ■ '
-#) I
(t)Nederl.
Hiftorip.
IV deel
fol. 337.
Binnen eene zeer fierlyke poort
o f praalboog, naar de Gottifche
bouwkunde van die tyden toege-
fteld, ziet men dien Graaf in zynen
wapenrok en harnas,naaft zyne
rechter zyde des zelfs gepluymde
heim, midsuaders in den rand
Naar maate dit ineengefmolte
vcrmooge van den Huyze van
Bourgonje aldus toenam, zoo
groeide ook de hoogmoed en met
dien te gelyk de pracht zyns hofs,
en dus is ’t van deezen zoo zeer
geduchten Prins, te meer mids
deezen zynen tytel tot omfchrift : de hiftorien getuygen dat Philips
gefteld:
W I L h e l m u s , D U X B A V A r i ® ,
C O m e s H A N o n i ««,
H O L l a n d i x E ,
Z E L a n d i a j , Z , D o m i n u s F R i s i ä .
W I L L EM , HERTOG F A N
B E I J E R E ,
G R A A F F A N H EN E GOUWE ,
H O L L A N D , Z E E L A N D
E N Z i
H E E R F A N F R I E S L A N D .
De tegenzyde heeft binnen vier
Engelen en boven eene halvemaan
de Moedermaagd, als de (i) be-
fchermheylige van ’ t Beijerfche
Huys, even als in den rand daar-
Uholm rondom deeze (2) gewyde Ipreuk
V.14. gefteld ;
G L o r i A I n e X C E L S i s D e O Z.
IN T e r R A f a x H O m I n i B üs
B O n /e V O L u n t a t i s .
G L O R I Z Y A A N GOD I N
’T A L L E RH O O G S T E ,
E N V R E E D E OP D E A A R D E
D E N M E N S C H E N ,
D I E VAN GOEDE W I L L E
ZYN.
de Goede een zonderling vermaak
; in het (3) zien der oude pennin-
[gen had, dat de hedendaagfche ciomq.)
Gedenkpenningen ook eerft recht ^ Brabl
hunnen aanvang neemen. Het
lenningmaaken aldus in Neder-
and, naar ’t voorbeeld der Romeynen
en andere oude volken,
eens zynde begonnen, is federt
ftaande de krygzugtige regeering
van zyn Zoon en opvolger Karel,
den Stouten gebynaamd, van des
zelfs Dochter en erfvolgfter Maria,
midsgaders van Maximiliaan, en
hunnen Zoon Philips den Schoonen
merkelyk toegenomen.
Dan federt in Keyzer Karel
zich zoo veele Ryken en Vorftendommen
vereenigd vonden, en
door ’t ontdekken der Weftindien
I hem der zelver fchatten jaarlyks by
i het t’huyskomen der vlooten toe-
I vloeiden, zyn ook de Nederlandfche
Gedenkpenningen, mids die
geweften ftaande zyne regeerino-
veeltyds het tooneel des oorlogs
geweeft zyn, zoodaanig in getal
toegenoomen, dat dit gclyk wy
hier
( I ) /i.Dt.-l iiI.ST
(i) hier voor reeds gemeld hebben
, den arbeydzaamen Heer
Frans van Mieris eyndelyk heeft
aangezet om, volgens den draad
dier nog overgebleevene gedenkftukken,
eene aaneengefchakelde
hiftori , federt den Vader
van Vrouwe Jakoba tot de dood van
den voorgemelden Keyzer, tcbe-
Ichryven.
Melchior Barleus, een Antwerpenaar
van geboorte, was de eerfte,
die in den beginne der liol-
gaande Staatsbeweegingen een gedeelte
der Nederlandfche Hiftoripenningen
door eenige bygeftelde
Latynfche dichtregelen heeft op-
gelielderd, en door de drukperfe
zyne landsluyden medegedeeld:
dan dit penningwerk, ftaande de
vinnigfte brand der burgerlyke
oorlogen ontworpen , fcliynt ook
door dien verteerd en uyt de werreld
geraakt te zyn, ten minfte
ik heb nooit het geluk gehad van
het zelve te moogen beichouwen.
Sedert hebben ook nog verfcheydene
andere liefhebbers der
Nederlandfche hiftoripenningen,
als de Raadsheer en Afgezant Rochus
van den Honaart, de Riddcr
Andries Jakobszoon van Wou, de
Heer Gerard Schaap afgezant der
Vereenigde Geweften in Eiigeland,
midsgaders Benkel van Zante
Raad in de Vroedfchap der ftad
Haarlem; allen beruclit niet min
door die hooge en aan hen opgedraage
bedieningen als eyge per-
foonlyke bequaamheden, toegelegd
om ieder eene Nederlandfche
penninghiftori te befchryven; doch
de ontydige dood van den eenen
of wel de huys- en ftaatsgevallen
van de anderen hebben echter te
wege gebragt dat hunne loflyke
en reeds zeerver gevorderde voorneemens
onder den arbeyd gc-
fmoord zyn, ten minfte dat tot
nogtoe niets hunner werken den
Nederlanderen door de drukperfe
is medegedeeld.
Tot dat eyndelyk een Franfche
Abt Peter Bizot de eere heeft weg-
gedraagen -van het ys het eerft te
hebben gebrooken, met de eerfte
penninghiftori (2) der Vereenigde
Nederlandfche Geweften in de
Franfche taale in het jaar zeftien-
honderdzevenentachtig te Parys
m ’t licht te geeven. In welk
werk men honderdzesenzeftig hi-
ftorifche gedenkftukken befchrceven,
en, om het zelve meer luyfters
by te zetten, die allen, het zy
gedenk- het zy legpenningen,
’t gene echter geene kleyne mis-
flag was, op eene en zelfde grootte
, even gelyk men de oude Romeynfche
penningen veeltyds be-
handeld, insgelyks verbeeld vindt.
Dan dit aldus inVrankryk uytgegeeve
penningwerk had, mids
her gebrek van veele alom nog
voor de hand zynde penningen,
geenszins de vereyfchte volko-
menheyd bereykt; waarom het
naamaals door den Amfterdam-
fchen boekdnikker Peter Mortier
zoo in de (3) Franfche, als Duytfche
(4) taale in Holland herdrukt,
en door den arbeyd van den Heer-
Joachim Oudaan in eenen ftaat
gebragt is , waarin het de gelet-
terde werreld althans komt te be-
fchouwen.
Dit aldus vermeerderde werk,
in ’t welke men driehonderdeenen-
negentig penningen meer dan in
dat van Bizot befchreeven vindt
deed met den aanvang deezer eeuwe
in my, die van te voore niet
wift dat ’er ooit eenige penningen
in Nederland gemaakt waaren, de
eerfte liefde tot de laatere penningkunde
ontfonken: dan de dagelykfche
naafpeuring van ’s lands
hiftorien , liet eezen en hcrleczcn
K k 2
(2) Hi».
MetaOiq.
tl'Holl. infoi,
à Paris
1687.
(3) Hid;
Metall.
d'Holl.
tom.lll'
inS.Amil,
1690.
(4jMedail.
Hiö.-van
Holl, in 4.'
Amft.
1690.
:
:-ll.
i 4 i
, 1
.i: )