s
Schot'
fche pen-
ningen.
(i)ChroH.
de Mailros
ad ann.
1 161 .
(2) M.Sto-
k c fo l.n o .
vf. 9.to: ii-
■f?) Anna].
Wavcr-
llenf. ad
tDQ. 1291.
74 H E D E N D A A G S C H E
M A G N I S O L A T I A L U C -
T U S , 17 2 7 -
D E F E R f R O O S i I N G D E R GROp-
T E D R O E FH E T D ,
17 2 7 .
Naa de fchielyke en onverhoop-
te dood van de uyt Deenematke
t’huys ontboode Margriet om den
Schotfclien troon te beklimraen,
wier Overoudmoeije Vrouwe Ada (i)
Gemaalin van Florents den I I I
Graaf van Holland geweeft is , ont-
ftondt ’er geen kleyn gefchil wegens
de opvolging des Schotfchen ryks,
mids Florents de V Graaf van (1)
Holland, als zynde de achterkleyn-
zoon van de bovengemelde Ada,
en Johan Baliol, midsgaders Rob-
bert Brufle als van andere Schotfche
Prinleflen, uyt het Koninglyke Huys
afftammende , ieder daarop zyn
recht deed gelden , doch eyndelyk
by een plegtig (3) en door henon-
dertekend gefchrift de uytfpraake
des gefchils aan Eduard Koning van
Engeland als Leenheer van Schot-
tand verbleeven: welke dan den
voorgemelden Johan Baliol als den
naaften tot Koning verklaarde,
zulks hy ook die waardigheyd, met
(4) uytfluyting der anderen uyt
kragte der gedaane uytlpraake be-
kwam. Eerlang nogthans beklom
het aldus achtergeftelde Huys van
Brufle den Schotlchen troon, doch
’t gene eyndelyk weer door dat
van Stuard, in het jaar dertienhon-
derdzeventig en den perfoon van
Robbert Stuard, als den Zoon van
Mariora Brulfe, wierdt opgevolgd.
En het is van deezen Koning dat
Jakob de IV , welke in ’t Jaar veer-
tienhonderdachtentachtig op den
Schotfchen troon raakte, in de vyfde
voorteelinge afdaalt; wiens ge-
dachtenis men op deezen Gedenkpenning,
zynde zekerlyk een der
oudften van de Schotfche zaaken,
bewaard vindt.
De voorzyde voert zyn borftbeeld,
’t gene in ’t harnas en met
eene kroon op het hoofd verfierd,
midsgaders in den rand door deezen
tytel omzoomd is;
J A COBU S I I I I , DE I G R A T I A
R E X S CO TO R UM .
JA KO B D E I F , DOOR GODS GEN
A D E K O N IN G D E R
SCHOTTEN .
De tegenzyde verbeeldt het dubbele
hoofd van Janus op eenen op-
gerechten pylaar ; onder deeze by-
Ipreuk;
U T R UM Q U E .
B E T D E N .
Hem volgde zyn Zoon Jakob
de V , dien weder zyne Dochter
Maria, door wier huuwelyk met
François den I I Daufin van Vrankryk
die twee rykenfcheenen vereend
te zullen worden, by aldien de.on-
tydigc
tydige dood van deezen jongen
Vorft, dat niet verhinderd had.
Hoe zy eerlang daarnaa met haarer
Moeije Zoone Henrik Darley her-
trouwd, federt gevangen naar Engeland
gevoerd, en eyndelyk aldaar
op laft van de Koningin Elizabet
in ’ t jaar vyftienhonderdze-
venentachtig onthbofd is, getuygen
de hiftorifchriften van dien tyd, en
wordt dierhalven alleen dees penning
alhier aangehecht, welke in
den aanvang haarer langduurige ge-
vangeniffe gemunt is.
Haar gekroond borftbeeld is .op
de voorzyde door deeze ipreuk omzoomd
:
POSU I D E U M A D J U T O R IU M
MEÜM. i f/i .
I K H E B GOD TOT M T N E HUL P
E G E S T E L D . if72.
- Op de tegenzyde ziet men de ge-
( 0 Hand, fchiedenis(i) van den Apoftel Pau-
hoofdiT^' wels,op’t eyland Malta voorgevallen,
xxviii. verbeeld; alwaar hem een adderllang
yf . 3-s- , , uyt de op net vuur geworpe tak-
kebofch körnende , zonder eenige
fchaade toe te brengen, in de band
(i)Kom. beet. Het randfchrift is deeze (i)
yuitv. gewyde fpreuk ;
SI DEU S NO B I S C ÜM , Q.U1S
C O N T R A NOS?
ZOO GOD M E T ON S I S , WI E
Z A L T E G E N ONS ZTN>
Zoo rampzalig als de Moeder
was, ZOO gelukkig was haar Zoon
Jakob de V I , welke uyt dat tweede
huuwelyk gebooren, niet alleen
ftraks den Schotfchen maar, naa
het overlyden van Koningin Elizabet,
niet tegenftaande die zyner
Moedere dood op de voorgemelde
wyze verhaaft had, ook denEngel-
fchen troon in het derde jaar der
zeventiende eeuwe beklom. Invoege
hy aldus de eerfte Koning van
Grootbrittanje was, en welken tytel
men daarom op deezen penning,
naa de vereeniging dier twee
ryken t’ zyner eere gemaakt, met
recht gefteld vindt.
Want rondom zyne geharnafte beeldenis,gefierd met eenen getoorn-
T 2 den
l-ll