1
ii*I-
'
:
“ -re
J ■ ■
1
f1
,
■■1
H E D E N D A A G S C H E
ren, en de vergaderde in orde te
ichaaren. J a het is op den zelfden
voet dat door my de Hiftori der
Nederlandfche penningen, federt
den befaamden afftand van Keyzer
Karel den V , aan Koning
Philips den II zynen Zoon, tot
den aatft te Uytrecht geflooten
vreede, onder Gods genaadigen
byftand is befchreeven, en den
Vaderlanderen in vier ftukken door
de drukperfe eyndelyk mede gedeeld.
Uyt dit bygebragte zal de Leezer
genoegzaam afmeeten, dat het
gebruyk van zulke liefhebbers is
a f te keuren; welken naar’t voorbeeld
der Romeynfche penningen,
ook iederen penning in eene uyt-
gehoide rondte, om niet te ver-
fchuyven, in bequaame orde leggen.
Want daar de hedendaag-
iclie penningen geenszins van ee-
nerhande grootte zyn en men dagelyks
nieuwe penningen vau ver-
fchillende grootte ontdekt, Welken
tuflchen de voorigen moeten
worden ingelaft, zoo is men genoodzaakt
, om voor de nieuw
ontdekten plaats te maaken, de
voorigen te verfchuyven; wier onderfcheyde
grootte dan met de
onderfcheydene rondten zelden of
nooit können overeen komen of
palfen; niet tegenftaande men
thans booren heeft uytgevonden
om die fteeds naar vereyfch te
können vergrooten, doch geenszins
eenig middel overig om de
reeds te groot gemaakte rondten
weder te ver kleynen. Dierhalven
acht ik het beft gladde penning-
laden te hebben, rondom welken
cen rand, ter hoogte van den dik-
ften penning, gemaakt is ; op dat
zy gemaklyk zouden können in- i
en uytfchuyven, en de daar opgelegde
penningen door die bewee-
ging daar niet afvallen. Des-
; gelyks dienen de laden ja de ge-
1 heele penningkas van binnen ,
: van lindeboomen- en geen eeken-
; hout te zyn, mids dit laatfte fteeds
' eene zuure loog bevat, 't gene de
I daarin bewaard wordende penningen
geheel zwart maakt o f ten
minfte zeer ros doet uyrflaan: eyndelyk
zoo dient men de laden zoo
op den bodem als rondom in den
rand met groen, zwart, o f diergelyk
Liken van binnen te bekleeden
, zoo om dat die kleuren aan
T oog niet aanftootelyk zyn , en
de penningen te krachtiger niet
alleen doen voorkomen, maar door
de zagtheyd van T aangepreeze
laken der zelver uytpuylende hoog-
felen voor alle quetfing en affly-
ting behoeden.
Eer ik van deeze fchikking af-
gaa, vinde ik my nog verpligt het
gebruyk van zoodaanige liefhebbers
a f te keuren, welken de Gedenk
en Legpenningen midsgaders
ook de Noodmunten van den
anderen fcheyden, en die in drie
onderfcheyde vergaderingen, naar.
hunnen driederhanden aardt, afzonderlyk
plaatfen. Want op die
wyze doet men de Hiftori cn perfoonlyke
voorwerpen, tegen alle
goede rede, aan de penningen ten
dienft ftaan. Het welk even zoo
belachgelyk is, als o f iemand, by
voorbeeld, de Hiftori des Bybels
in prentverbeelfelen hebbende afgebeeld,
doch waarvan eenigen,
om te meer het oog te vleyen, rond,
de anderen weer vier- o f achtkantig
waaren, alle de ronde a f beeldfelen
by den anderen voegde , desgelyks
de acht- en vierkantigen en die in
deeze orde, zonder acht te geeven
op het vervolg der hiftori de
Bybeliche printverbeeldfelen, liet
by den anderen binden. Ieder
ziet wel hoe ongerymd deeze zaak
is, en nogthans vindt men alte-
P E N N I N G K U N D E . I l l Deel: X V I Hoofdfi. i8 j
mets l ie f liebbers der penningen, en
onder die z e lf eenigen geenszins
v an de g e rin g ften , welken de metaale
printverbeeldfelen hunnes
V a d e rlan d s, verftaa de penningen
, op deeze zoo zeer wanftalli-
g e wyze vermeenen in goede orde
gefchaard te hebben ; onaangezien
z y de gefchiedeniflen, waarop
de penningen e y g en lyk gemaakt
z y n , uyt het oog ve rlie -
z e n , aan de grootte en ’t onderfcheyd
der buytenfchorfe z ich ver-
gaapende den draad der h ifto rie ,
die de z ie l der penningen i s , te
jam m e rlyk a fb r e e k e n , en z i c h ,
als die goudfchynende T o r r e n ,
flechts vergenoegen van met de
toegevoegde fch a tten des blinden
geluks te pronken.
Z E S T I E N D E H O O F D S T U K .
Van het behandelen der penningen.
Die met vrugt de penningen
wil behandelen, want het is
hierom dat zy voornaamelyk vergaderd
worden , dient de L a tynfche
taale te bezitten o f ten
minfte iemand van kennis te hebben,
welke hem de Om- en Opfchriften,
die ’er tog meeftentyd
in die taale daarop gefteld zyn,
naar vereyfch vertaalt; welke bekome
vertaaling hy dan, tot eene
onderfteuning zyns geheugens,
dient te boek te ftellen. Voorts,
gelyk die gene geen goed vooripraak
kan zyn, die in Romeynfche
rechten, als waaruyt de hedendaagfche
zyn getrokken, niet
ervaaren is ; zoo zal ook niemand
zeer, ver in de kennifle der hedendaagfche
penningen können vorderen,
.byaldien hy niet eenigszins
in die der Ouden ,' waarvan
de onzen hunnen oorfpronk hebben,
onderrecht zy. Dus dient
hy te weeten, hoe de oude Romeynen
de Hoop, deLiefde, de
Overwinning en duyzend andere
diergelyke ontzigtbaare eygenfchappen
op hunne penningen hebben
uytgedrukt en op eene zinnebeeidige
wyze verbeeld. Desgelyk:
wat zy door eenen eekenkrans, wat
zy door eene muurkroon, wat zy
door eenen fruythoorn, flangeftaf,
opgerecht krygsteken, fcheepsroer,
famengevlogte handen, en veelvuldige
andere zinnebeeldlyke verbeeldfelen
bebben willen te kennen
geeven. Om van deeze en
andere zaaken eenige voorafgaande
kennis te erlangen, is zeer
dienftig de Roomfche Moogendheyd
van Jochera Oudaan, o f ook
de in ’t Franfch befchreeve inley-
(*) Oude penningkunde
van den Jefuit Jobert te leezen,
welke in het jaar zeventienhon-
derdachtentwintig door den Heer
Johan Alençon , ontfanger van
’s lands verpondingen te Leyde,
voor de zulken, welken de Franfche
taal onkundig zyn, in de
(i) Nederduytfche is overgezet en
voorts nog met verfcheydene zeer
weetenswaardige byvoegfelen vermeerderd.
Desgelyks hetweldoor-
wrogte werkje (3) van den Heer
Karel Patin, en dar van (4) Hottomannus,
van W. (5) Snel, van
J. (6) Scaliger en verfcheydene anderen
, welken over die ftoffe gefchreeven
hebben. Hoewel het
C c c c ook
CO Jobert
fcience
des Medaill.
in
I I . à Pari»
1715*
(2) Jobert
kennis def
oude en
hedend.
Gedenkp.’
inS.Leyd.
17 18 .
(3) Hift.
Numifm.
Amft.
1683.
(T De re
Numma- ria.ijSj.
(5) Dere
Numm.
AntT.1613
(6) De re
Numm.
A ntr.i6 i£
■5 k
r f ■ i ;
'3
:|
:jii .
ii
I