I?;
¡■'lilt'*: ,IT-
''I
ni; D'
. 'T T
^^-.1 :Jn
ai I
!ll>'»dk';i!jit;i
Hit.
I- ,
A B C
r@-; :
A B C
Voor eerft leg ik wederom, volgens
de meermaals aangetoonde
wyze, de voorgeftelde geldfom
door legpenningen ¡ welken, om
de reden zoo aanftonds gemeld,
of geftipt, of enkel- of dubbelgefchaduwd
in de bovenftaande tafel
zyn afgebeeld. Nog maak
ik deeze drie ondergeftelde tafels
A , B en C om daarop ieders te
beurt vallende penningen te leggen
^ _______________ N k . G i iU e J i s N L - G u i J e a s •5, lU O O O :
■ ^ ^ /
« U f e . . . C . G a / J e a s i w l l l i l k < t n n ■ ■_____ C . G i í U a i i S
C . G e J J e n s H l P
— -----------Í 4 0 : ----------- 'X - .G e e /J e a s X . G u U e n s
i H ’ —
-----------------------
G - u liU iiA
w
S c e a f e t t i t S c u y y e r s
- I V -------------------- ' ^ - ^ 1 1 ^
- i M X ’
3 : 3 ^ J l - { I - . 3 : S - ■>
Dit verricht hebbende neem ik de drie penningen van de eerfte
tagerechte
derde deel. Hierop afdaalende
geef ik aan A , B en C ie-
dcr eenen penning van de ftreep
der eukele guldens, en ieder drie
van de ftreep der ftuyvers, en eyndelyk
aan ieder v y f van de ftreep
der penningen. \Vaatnaa ik bevind
dat aan A, B en C ieder voor baar
geheele derde deel 1 14 1 guldens,
3 ftuyvers, cn y penningen is te
beurt gevallen, als blykt zoo uyt
ieders hier voor verbeelde tafel als
uyt ieders aldaar achtergeftelde en
opgetrokkene lyfferletteren.
Op den zelfden voet gefchieden
alle andere vcrdeelingen. Zulks
deeze rekenwys,naa zich een weynig
daarin geoeffend te hebben,
zeer gemaklyk was om te verftaan
, en daarom eerlang tot alle
’s Lands Schat- en Rekenkameren
is doorgedrongen en in gebruyk
geraakt, ’t gene dan ook aanleyding
tot de voorfchreeve uytdeeling
der Leg- of Rekenpenningen
gegeeven heeft.
tafel, leggende op de ftreep M , op,
en leg ’er eenen dubbelgefchaduwden
van op de ftreep M v.an de tafel
A , des gelyks eenen enkelgefcha-
duwden op die van de tafel B ,
even als op die van de tafel C den
laatften geftipten. Voorts verdeel
ik op de zelfde wys de drie penningen,
die op de ftreep der honderden
leggen, onder de drie tafels
A , B , C : maar dewyl ’er dan
een, die op de eerfte tafel ongefchaduwd
verbeeld is , overfcliiet ¡ welk
overfcliot nocb A , noch B , noch
C in ’t geheel kan hebben, zoo
breek ik dat honderdtal in tien
tienen, en waar voor ik op de
ftreep X tien legpenningen leg,
die op de eerfte tafel het zy geftipt,
het zy enkel- het zy dub-
be gefchaduwd, doch allen onder
eene geftipte haak verbeeld zyn.
Zulks daar nu met de twee voorigen
twaalf penningen gevonden
worden; - van welken ik aan A , B
en C ieder vier geef, zynde ipders
D E R T I E N D E H O O F D S T U K .
V A N D E
Oude en hedendaagfche Syfferletteren.
BElialvcn de keytjes, graankor-
rels, fchulpen. Leg- en Rekenpenningen
om ’er mede te Syfferen
, zoo zyn by de onderfcheydene
oude volken, ook onderfcheydene
letter- en getalmcr-
ken in gebruyk geweeft, om de
;etallen in gefchrift uyt te druk-
cen.
En wat de Egiptenaaren aanbelangt
zie in de volgende tafel
hunne telmerken, om hunne getallen
in gefchrift uyt te drukken,
verbeeld.
T t De
i
i