i
r
■'i ii
De eene zyde voert in den rand,
rondom des Franfchen Konings,
kopftuk, deezen tytel :
L U D O V I C U S X V , R E X CHRI -
S T I A N I S S i m u s .
LO D EWY K D E X V , A L L E R -
C H R I S Y E L Y K S T E
KONING.
Voor eenen lanrierboom , aan
welken de wapenfchilden dier vyf
bovengemelde Moogendheden ge-
hecht zyn , geeven Mars en Minerva
elkandere de hand ; onder deeze
Ipreuk ;
S P E S PA C I S l E T E R N d E ■
F U N D A T A .
D E HOOP V A N E E N E N EEU-
W I G D U Ü R E N D E N V R E E D
E G E V E S r i G D .
Waar door dit nu gefchied is
geeft dit opfchrift van den voorgrond
te kennen :
P R i E V I I S C O N D I T IO N I B U S
S A N C I T I S L U T etoe P A R i -
sioKUM X X X I MAJI
M D C C X X V I I .
DOOR ' Y V A S T S T E L L E N D E R
V O O RWA A R D E N T E PAR T S
D E N 31 V A N B LOE I -
M A A N D 1727.
Spam- Romeynfche ryk door
fche pea. verfcheydene opgeworpene dwinge-
tiiniea. landen tot inftortens toe verfcheydene
jaaren inwendig was gelchokt
geworden , raakten eyndelyk des
zelfs vevafgelegene wingeweften ten
prooi der ingevallene barbaarfche
volken , en des ook in de vyfde
eeuwe geheel Spanje onder het ge-
weld der Weftgottifche Koningen ,
ftaande wier regeeringe men geene
Gedenkpenningen, maar verfcheydene
geldftukken, doch wel voornaamelyk
van Goud, in verfcheydene
tyden gemunt vindt. En van
welke gouden het den Heer le Blanc
(i) behaagd heeft, over het oude
Franfche geld fchryvende , ons
vierentwintigderhanden mede te
deelen. Op drie plaaten achter het
laatfte deel van de althans in het
Franfch vertaalde hiftori van Spanje
(1) door den Jefuit Mariana eet-
tyds in de Latynfclie taal befchree-
ven , vindt men desgelyks veertig
goude geldftukken van elfWeftgot-
tifche Koningen des Spaanfchen
ryks verbeeld, de zelven achter de
geleerde (3) redeneering, die de
Heer Mahudel over de oude Spaan-
fche penningen heeft gefchreeven
en aan den tegenwoordigen Koning
Philips den V opgedraagen, in be-
quaame orde gefchaard , en met
korte aantekeningen opgehelderd.
Mids het fnenvelen van Koning
Roderik, ’t gene in ’t jaar zeven-
honderddertien voorviel ,' nam
weer deeze Weftgottifche regeering
door den welgelukten inval der uyt
Afrika overgefchcepte Sarafenen
in Spanje een eynde , zulks men
(i) Traiti
hift. des
monn.dc
Franc,pagi
Hill.
en.d’Ef-
pagne du
P. Jean dc
Mariana,
in 4. tom;
V . i Paris
1715.
(3)Diircrt;
hift. fur les
monn.
antiq.
d’Efpagn;
parM.
Mahudel
in 4. à Paris
1725. ;
zoo blocijend geweft federt verfcheydene
eeuwen onder het flaaf-
fche juk dier ingedrongene Maho-
metaanen heeft zien verzuchten , en
wel ver van eenige gedenkpenningen
maaken , integendeel alle
konften en weetenfchappen door de
barbaarsheyd dier ingevallene Afri-
kaanen uytdooven en verbannen.
De Chriftenen, die, mids deeze be-
klaagelyke omkeering, naar de uyterfte
oorden des ryks geweeken
waaren , ftelden zieh tegen deezen
barbaarlchen hoop alom fchrap, en
ftichtten aldus in verfcheydene geweften
verfcheydene nieuwe Koningryken,
doch die alien echter eyndelyk
in ’t jaar eenduyzend in den
perfoon vanSanche den Grooten vereenigden.
Naa zyne dood, die in het vyf-
endertigfte jaar der elfde eeuwe
voorviel , kreeg zyn natuurlyke
Zoon Reminus, het Koningryk
Arragon, zyn oudfte Garfias dat
van Navarre, en zyn tweede, welke
Ferdinand genaamd was , die
van Kaftilie en Leon ; en het is
van deezen laatften dat Koning
johan, zoon van Henrik den Baft-
aard, in de elfde voorteelinge af-
daalende, in’t jaar dertienhonderd-
negenenzeventig Koning van Kaftilie
en Leon wierdt, in welke
hoedaanigheyd men zyne gedach-
tenis op eenen penning by (i) WD'.'»
Johan Jakob Chiflet bewaard p»s-2j.
vindt.
In voile wapenrufting is de bovengemelde
Koning met een fchild aan
den flinkeren arm, en eenen blooten
degen in de rechter hand op
een fierlyk overdekt paard zit-
tende verbeeld j binnen dit randfchrift:
D O M N U S J O H A N n E S , DE I
G R A T I A REX C a S T E L l AE,
L E G IO N I S .
H E E R JO H A N , DOOR GODS GE-
N A D E KO N IN G V A N K AS T I -
L I E E N L EON.
Niemand verwondere zieh van
in dit en het volgende Latynfch
randfchrift het woord d o m n u s in
de plaats van d o m i n u s gefteld te
zien, mids men in die en andere
middeleeuwen den tytel van domi-
R NUS,
f . : .
' 'ii
r I
- i
1 '
1-
i;