SI
\>
(i)Nederl.
Hifiorip.
1 deel
fol. 7.
H E D E N D A A G S C H E
penfchild , omzoomd in den rand D OMIN U S M I C H I A D J U T O R .
met ’s Konings gewoonlyke zin-
D E H E E R I S M r E E N
Ijjreuk ;
H E L P E R .
N E G E N D E H O O F D S T U K .
Van het Hollandfch geld ßaande de regeering van des ijlfs
Staaten.
HOe zeer dees Vorft in den aanvang
zyner regeeringe indier-
voege door z y n e Nederlandfclie onderdaanen
geeerd, ontzien, en be-
mind was, dat men hem niet alleen
als de andere hoofe des vader lands,
maar als de lief de (i) en wellufl des
menfchlyken geßachts aanzag, zoo
veranderde die in den beginne op-
gevatte hoogachting eerlang in zoodaanigen
haat, dat men de wapenen
onderling aanfchoot, meeft alle
fteden van Holland van dien Koning
afviellen, en de Landvoogdy
des gewefts, om het tegen de in-
quificie en den tienden penning,
door Alva tot fchatting geeyfcht,
te befchermen, aan Willem Prins
van Oranje op ’s Konings naam zag
opdraagen. En hoewel’s lands zaaken,
door de overmagt derinNeerland
gekomene Spanjaarden federt
zoo naadeelige keer namen, dat
men, als t’eynde hoope zynde, op
het punt ftondt om, alle dyken
door-en huyzen in den brand ge-
ftooken hebbende, het land te verlaaten
, zoo gaf de baldaadige opftand
der Spanjaarden, op de dood
van hunnen Landvoogd Requezens
ontftaan, dooc ’t verlaaten alleringenomene
fterkten, een zoodaanig
nieuw weezen aau de reeds zoo
hoopeloos gewordene zaaken van
Holland, dat men, in ’t jaar vyf-
tienhonderdzesenzeventig, onaangezien
de regeering op ’s Konings
naam als nog verricht wierdt, be-
floot dusdaanige geldftukken, voor
de eerfte maal,op dien van’s Lands
Staaten te laaten munten. Zie hier
de afbeelding.
Voor eenen geharnaften krygs-
held ziet men op de eene zyde gefteld
het Hollandfche wapenfchild,
even als in den rand deezen nieuwen
tytel ;
m o n e t a N O v a A R O k n t e a O R -
D I N u m H O L l a n d I ìE i f y Ä .
N IE VW E Z I L V E R E M Ü N t D E R
S T A A T EN VAN HOL-
LAND. ijye.
Wat dees tytel van Staaten van
/7o//«»r/aanbelangt, die is door den
Graaflyken Landraad niet dan omtrent
het jaar 1400. aangenomen,
te
te weeten, naa die door dc Vorften '
uyt den huyze van Beijere met zeer
zonderlinge voorrechten eerft niet
alleen was begunftigd, maar federt
zelf de magt bekomen had, om
buyten ’s Vorften weeten, op eygen
gezag wegens ’s lands heyl te moo-
gen vergaderen. Könnende de
leezer zieh wel verzekerd houden,
dat hy dien tytel in geene oude ftukken
vroeger zal ontdekken.
De tegenzyde verbeeldt den Hol-
lahdfcben Leeuw, omzoomd door
deeze gewyde fpreuk:
C O N F I D E N S D o m iN O NON
M O V E T U R .
D I E OP D E N H E E R E B E-
TROUf V T , WO R D T N I E T
B E R O E R D .
Eu dewyl de ontftaane verdeeld-
Iieden, niet tegenftaande de federt
aangegaane Gentfche bevreediging,
dagelyks meerder toe- dan afnaa-
men, zag men ’s Lands Staaten by
openbaar raadsbefluyt in ’t jaarvyf-
tienhonderdeenentachtig genomen
Koning Philips, als eenen vyand
des Vaderlands ( il van de Graaf- vviyue I \ '
jiaib. fol. lyke waardigheyd van Holland ver-
vallen verklaaren, gevolglyk zynen
naam en tytelen uytfchrappen en de
aan hem voorheen beloofde gehoor-
zaamheyd afzweeren. Dus is ook
het muntrecht,waarmede deDuyt-
fche Keyzer den Graaf eertyd\be-
fchonkeu had , thans als een gevolg
van die verklaaringe aan de
Staaten gekomen, en door hen tot
nogtoe achtervolgd geworden.
T ot het neemen van dit befluyt
had de gemelde Willem, Prins
van Oranje, den Staaten nietwey-
nig door raad en daad geholpen.
Want by de hoogheyd zyner af-
komfte eene onbezweeke dapperheyd
, zelf in de zwaarfte tegenfpoe-
den, gepaard hebbende, bezat hy
( l)H .d c
Groot
eene konft van dan zelf, als hy het
meeft openhartig fcheen, zyn recht
voorneemen bedekt te houden. Hier
kwam by een beleyd (2) overeen-
komende met zyne grootmoedig-
heyd, zulks geen geluk zoo boog
’ ong,daar hy zieh niet naar fchik-
cen kon. Maar boven al verzelde
zyn gedrag alom eene aanminnig-
heyd , waardoor hy zoo groot als
kleyn wift als te betoveren en on-
gevoelig aan zyne belangen te hechten.
Invoege men hem grootere
vryheden vrywillig opofferde dan ,
om welken te behouden, men de
wapenen tegen Spanje had opge-
vat.
Dus zag men’s Lands Staaten aan
hem de Graaflyke waardigheyd van
Holland voor den tyd, dat de oorlog
zoude (3) duuren, opdraagen,
ja die zouden dit ledert nog voor
altyd gedaan hebben , zoo zyn on-
verwacht omkomen dat voorneemen
niet verhinderd had.
Uyt krachte dier bepaalde op-
dragte moeft niet alleen (4) in alle
vonniflen en gunftbrieven des Hofs,
waar in ’s Konings naam plagt gebruykt
te worden , voortaan die
van rXtUem Prins van Oranje gefteld
worden , als zynde aan hem
opgedraagen de hooge Overigheyd
van den lande van Holland, Zeeland
en Wßvrießand ; maar wierdt federt
ook aan den Prins gelaaten om
(5) ora de verbeelding van zekeren
nieuwen daler te regelen. Wiens
beeldenis dierhalven, als zynde hem
de hooge Overigheyd des lands opgedraagen
, wel daarop, doch door
een vry dubbelzinnig randfchrift
omzoomd gefteld wierdt: waar-
fchynlyk om dat de gedaane op-
dragt, zynde rugtbaar geworden,
men by de andere Landfchappen
geen kleyn (ö) achterdenken deswege
had opgevat.
Ziehier de afbeelding Van dit
K zon-
( i) H .d i
Groot
J.iart>. fol.
C3)Rcföi:
der Staat,
van Hol];
i j Maart
15 8 1. fol.
65,
(4)Reroi;
der Staat,
van HolL
27 July
1 5 8 1 .fol,
393-
CORefoL
der Staat,
van Holl.
Maart u83.foU 88,
(<5)RefoI.
der Staat,
van Holl.
6 May .583.
fol. 134;
I 4>.