,< ff;
Romeynen. En welke hoogver-! dachtenis van dat Keyzer K a tcl,
heve voorbeelden der ouden men i den laft van her tot dus lang ge-
ook altemets, hoewel zeer zelde, ^ torfte ryksbeftier moeden zynde,
op de laatere penningen niet on- dien op de fchouderen van zynen
aardtig vindt naargevolgd : gelyk Zoon Philips den 11, door het
onder anderen op deezen, zeer I afftaan van alle zyne ryken, om
zinryken cn wel uytgedachten voorthaan zyn leeven in groo-
penning, welke in ’t midde der Aer ruft door te bengen , gelegd
zeftiende eeuwe gemaakt is ter ge- 1 heeft.
Op de voorzyde ziet men des
nieuwen Konings borftbeeld,’tgene
te wenfchen waar dat, om reden
die wy hier voor reeds gemeld hebben,
niet in ’t harnas en met het
gezigt naar de verbeelding der
rugzyde gekeerd waar. Het randfchrift
is dusdaanig:
P H I L I P P U S , D e i G r a t i a E T
C A R o l i V A U G u s t i P A T r i s
B E N I G N I T a t e ,
H I S P A N I A R U M R E X , I f f f . '
P H I L I P S , DOOR GODS
G E N A D E E N DE M I L D A A D I G -
HETD VAN K E T Z E R K A R E L
D E N V Z T N E N V A D E R ,
KON IN G VAN S P A N J E , ifj-f.
De tegenzyde is , naar ’t voorbeeld
der hiervoor bygebragte
Romeynfche penningen geheel
zinneheeldig: Want het verbeeldt
den nieuwen Koning in Je gedaante
van Herkules; welke, volgens
het verdichtfei der ouden, den
ftarrenhemel, om den vermoeiden
Atlas te vervangen, eene wyl op
zyne fchouderen torfte, en waarora
tot randfchrift ftaat:
U T Q U IE S C A T A T L A S .
O P D A T A T L A S RÜSTE .
Van den zelven aardt is ook de
hier naavolgende penning, welke
door den vermaarden ftempelfnyder
Richter ter eere van Frederik
den III Koning vanPruyfle gemaakt
is , wegens dat die Vorft, ten onderftand
der gemeene bondgenooten,
enom het kroonrecht van
den Huyze van Ooftenryk op de
opengevalle erveniffe des Spaanfchen
ryks te helpen handhaaven,
tegen den Franfchen Koning twee
legers, te weeten: het een in den
Elzas, en het ander in Nederland
by ’t openen van den eerften veld-
togt in ’ t veld bragt.
De
De voorzyde voert des Konings
gelaulierd kopftuk, omzoomd door
dit randfchrift:
F R ID E R I C U S R E X B O R U S S i ® ,
E L e c t o r B R A N D e n b u r g i c u s .
F R E D E R I K KO N IN G V A N
P R U T S S B ,
K E U R V O R S T V AN B R A N D E N BURG.
De oorlogsgod Mars op eene
‘ zeer bevallige wyze op de tegenzyde
verbeeld, houdt, tot teken
van den eenen en anderen gegeeven
onderftand, zoo in de eene als
andere hand een Romeynfch le-
gerteken, onder dit randfchrift;
M A R S O P I F E R .
M A R S D E H Ü L P B R E N G E R .
En dewyl deeze zin daarin gebreklyk
is, dat men niet weet
waarin deeze hulpbrenging beftaan
heeft, zoo leeft men voorts, naar
’ t voorbeeld der penningkundige
Romeynen, nog tot meerder ophelderinge
dit op den voorgrond
geftelde opf"c hhrrift:
B E L L O GALLICO P R O F L IG A N DO
D UO E X E R C i t u s DE-
D U C T I , M D C C I I .
TPVEE L E G E R S TOT D EM P I N G
V A N D E N F R A N S C H E N KRTG
A A N G E V O E R D , 1701.
De deftigheyd van deeze zinnebeeldlyke
ruggeftukken beftaat in
de aardtige zinrykheyd der uytgekooze
zinnebeeiden. En dewyl volgens
’ t gevoelen van den Hecr (i)
Pafcal zeer zelde iemand, bequaam '
om iet nieuws uyt te vinden, gevonden
wordt, zoo is het geen wonder
dat men ook zelde en niet dan
met veele moeite een volmaakt
zinnebeeidig ruggeftuk kan ontwerpen.
Doch het gene uyt zy-
I nen aardt in den beginne moeylyk
fchynt, wordt door den arbeyd ,
de konft, en het opvolgen van de
goede grondregelen der ons voorgegaan
zynde penningkundige
Romeynen verligt. Want wat
verkoopen de Goden niet al aan
den arbeydzaamen ? Dierhalven
dient een goed penningmaaker, wil
hy den beoogden lo f door’t ontwerpen
van zinryke penningen behaalen
, de kennifle der oude ge-
fchiedenilfen te bezitten, om de
zinryke verdichtfelen van Ovidius
en andere Hoofddichteren aan de
uytgekooze voorwerpen toepaife-
lyk te können maaken; en de deftige
voorbeelden der Ouden, getoetft
aan de goede rede, door de
fteeds toegelaate verfmeeding,
volgens de reeds aangeweezene
grondregelen, in het ontwerpen
der vereyfchte zinnebeeiden, aar4-
tiglyk naar te volgen.
Het weezenlykfte van alle de
zinnebeeldlyke ruggeftukken is,
L l l z dat
Ui,
llil
:|1
■4;