INLEIDING. IX
tv
zakelijk waren het plantkundigen, die deze inlandsche namen gedu-
rende hunne reizen opteekenden ; doch, hoezeer voor hun eigenlijke
taak berekend, ontbrak hun de noodige taalkennis ter controleering
van door inboorlingen opgegeven plantennamen. In den laatsten
tijd heeft men te dien einde de hulp van bevoegde taalbeoefenaren
ingeroepen, met het gelukkige gevolg, dat omtrent de juiste uitspraak
en spelling van tal van namen reeds zekerheid werd verkregen ; —
de hoofdfactor ter verbetering echter, bestaande in deskundige
plaatselijke contrôle der namen, bleef nog ontbreken.
Niettemin is dit feitelijk de alleen betrouwbare handelwijze, die
bij het verzamelen van inlandsche plantennamen dient gevolgd, hoe
moeilijk de uitvoering in de praktijk ook zij. Want het zijn niet de
min of meer beschaafde hoofden, dan wel in ontwikkeling boven
hunne landgenooten uitmuntende inlanders, die in deze als vraag-
baak kunnen dienen, doch nagenoeg uitsluitend de onvermoeide
betreders van het ongerepte woud, door langdurige rondzwerving
in de wildernis vanzelf vertrouwd geraakt met elk gewas, en door
oefening tot scherpe waarnemers gevormd, meteengoedgeheugen voor
letgeen zij van oudere geleiders over den aard en het voorkomen
van verschillende planten vernamen.
Dat deze echte plantenkenners niet steeds aan de geleerden
hun bijstand en voorlichting verleenden, zal wel door niemand be-
twijfeld worden ; maar evenzeer is het duidelijk, dat elke poging tot
groepeering der inlandsche plantennamen nu nog slechts als eene
voorloopige te beschouwen is, als het ware een uitgangspunt : immers
voortdurende aanvulling en verbetering zijn onmisbaar. Waar ik bij
't verzamelen somwijlen meende te mögen hopen op een tamelijk
volledig geheel, daar bewezen de lange lijsten van onbekende plantennamen,
uit allerlei werken samengebracht, spoedig genoeg, dat er
nog zeer veel te doen overblijft.
A ls beknopte toelichting over de in dit woordenboek voorko-
mende Indische talen en dialecten diene het volgende:
De reeks verkortingen, aanvangende met de letters A l f . voor
Alfoersch, zou allicht doen vermoeden, dat dit tongvallen zijn eener
zelfde taal, en toch is deze gevolgtrekking op het tegenwoordig
standpunt onzer kennis hoogst gewaagd; daar met evenveel recht
de meening kan verdedigd worden, dat alle talen van den Archipe.
één moedertaal tot grondslag hebben. Voor zoover doenlijk is bij de
aangenomen verschillen rekening gehouden met het plaatselijk g e bruik,
omdat in het Oosten van Nederlandsch Indie, misschien wel
als g evolg van westersche invloeden, algemeen de eigenlijke lands-
talen als Alfoersch bekend staan, als gesproken door bewoners der
binnenlanden, welke de strandbewoners met den vca.2sav2SiAlfoeren
betitelen. Hoezeer nu deze naam door den overgang van velen tot
het Christendom zijn oorspronkelijke beteekenis heeft verloren, daar
die gewoonlijk doelde op niet-Mohamedanen of godsdienstlooze
wilden, zoo bleef hij toch allerwege behouden ; zelfs op die plaatsen
waar, als in de Minahasa, de Oeliasers, en het zuidelijk schiereiland
van Ambon, reeds teekenen van een langzame uitsterving vallen
waar te nemen. Niettemin wachte men zieh uit de talrijke onder-
linee afwiikingen te veronderstellen, dat die talen en dialecten in
voldoende mate bekend zouden zijn. Het is al veel dat wij weten,
dät er verschil bestaat, maar hoever dit zieh uitstrekt is tot heden
slechts voor enkele streken van niet te grooten onwang nauwkeurig
onderzocht. Omschrijvingen van namen als A l f . Cer., A l f tlaLm.,
enz dienen derhalve te worden opgevat als in betrouwbaie bionnen
voor de eilanden Ceram en Halmahhra aangetroffen zonder ami-
duiding van het district of de plaats, waar zij gangbaar zijn. De-
mogelijkheid bestaat, dat zij een uitgangspunt vormen bij navraag
naar synoniemen in meerdere dialecten. . , .
Wellicht zouden voor een gelijke afscheiding in aanmerkmg
moeten komen de Aroe-, Babar-, Banda-, Banggat- Gorom-, Kei- K i-
sar- Leti-, Romang-, Sermata-, Soela-, Tenimbar-, Watoebela- en Wetar-
eilandengroepen, alle gelegen in de oostehjke wateren en ^aarvan
sommio-e aan het strand een Mohamedaansche bevolking hebben,
ware het niet dat deze in nog veel mindere mate bekend zijn; en
sluiten zieh aan het Alfoersch aan de in Bolaäng-Mongondow, de
landschappen om de Tomtm-golf, M a h an - ^ San£t-ei\anden g e sproken
talen, benevens het Ternataansch, Ttdoreesch en de veie
dialecten van het uitgestrekte eiland Nieuw-Gmnea, door velen reeds
tot een onderwerp van taalstudie uitgekozen, en in _elk g e v a nauw
verwant aan den taalstam, die zieh over de Phihppijnsche eilanden
uitbme^^- ^ i3 de taal der inheemsche bevolking van
het p-roote eiland Borneo, met afzonderhjke dialecten voor schier
elken volksstam, die zieh in het een of ander deel heeft gevestigd.
Voor Zuidoost-Borneo bezitten wij een woordenboek van wijlen den
zendeling A. H a r d e l a n d , wiens gebrekkige kennis van het Maleisch
echter herhaaldelijk tot vergissingen met de volkstaal heelt geleid;
terwiil alle andere taalkundige bijdragen binnen den kring van ons
o-ebied zieh slechts tusschen enge grenzen bewegen. Voor sommige
plantennamen is het mogelijk geweest te vermelden, tot welk dialect
zii behooren; bij de meeste echter mag men met uit het oog ver-
liezen, dat zii wellicht slechts als aanwijzingen kunnen gelden. Aan
de noord- en noordoostkust werden voor de staatjes K o e t e t Q.a f t d o e n g
plantennamen aangehaald, zonder nadere vermelding of zij aan de
landstaal ziin ontleend. i i ¥
Het Javaansch wordt gesproken in geheel Midden- en een p o o t
credeelte van Oost-Java, en bezit twee taalsoorten, Krama Qn Ngoho,
aebezigd naar gelang de toegesprokene e e n hoogeren of lageren
rang in de inlandsche maatschappij inneemt. Volgens velen mag d t
onderscheid zieh niet uitstrekken tot plaats- en plantennamen, welke
tot een beter begrip steeds onveranderd moeten bhjyen; maar de
gewone inlander meent in dit opzicht geen uitzondermg te mögen
maken en vooral de dorpsbewoner {wong desa of h ja n g doesoen)
wiizipt in dien geest vele woorden; zij zijn d o o r mij uit W a l b e e hm s
Studie over de lavaansche taalsoorten overgenomen. Men zou wei
is waar kunnen zeggen, dat zoodanige namen pour le besoin de La
cause verkramaniseerd zijn, doch, als in de binnenlanden veel tegen