door Filet vermelde aanwijzingen omtrent het gebruik te worden herzien, aangezien
dit bij de inboorlingen van den archipel verbazend uiteenloopt.
Wil de vermelding van plantennamen eenig mit hebben, dan moet daarbij
vermeld worden de taal, waaraan zij ontleend zijn, daar iedereen begrijiy, dat men
in Oost-Java al heel weinig aan den Soendaaschen naam heeft; en dient er ook
eenige gelijkvormigheid te bestaan in de schrijfwijze van inlandsche woorden, in
verband met de zorg aan een goede spelling der woorden bij oiide en moderne talen
besteed. De bestaande woordenboeken kunnen te dien einde als een goede leiddraad
strekken, en de door Dr. Greshoff op den voorgrond gestelde samenwerking van
taal- en plantkundigen zal zonder twijfel tot eene gewenschte uitkomst leiden”.
Inlandsche plantennamen, door F . S. A. d e C l e r c q , in ,.T e y smannia”
D l I I I (1892), blz. 341 — 343.
R O N D S C H R I J V E N
betreffende de uitgave van dit Woordenboek
Wijlen de heer F . S. A. d e C l e r c q , in leven oud-resident van
Ternate en van Riouw, die zijn langjarige Indische loopbaan begon
als officier van gezondheid I. L., daarna inspecteur werd van het
inlandsch onderwijs, contrôleur B. B. enz., heeft nagelaten het
handschrift voor een nieuw Plantkundig Woordenboek voor Nederlandsch
Indie, aangevende alle hem bekend geworden inlandsche
namen, samengesteld bij den botanischen naam van soort, geslacht
en familie der plant, en ook zorgvuldig opsommende het nuttig
o-ebruik in de inlandsche en Furopeesche huishouding : een werk dus
als F il e t ’s Plantkundig Woordenboek, doch oneindig veel rijker van
inhoud, meer betronwbaar, en botanisch en linguistisch geheel up to date.
De overledene heeft na zijn terugkeer hier te Iande_ een groot
deel van zijn’ tijd aan de teboekstelling van dezen arbeid besteed,
en dien verricht met de pijnlijke nauwgezetheid, die hem kenmerkte.
Al voortwerkend en steeds nieuw materiaal verzamelend, zoowel
uit plantkundige als uit taalkundige geschriften, heeft hij echter zijn
handschrift een zöödanigen omvang zien aannemen, dat de uitgave
als boek moeilijk werd: circa / 3000,— is naar matige raming
daarmede gemoeid. i) Hij is dan ook niet geslaagd in de herhaalde
pogingen om deze uitgave tijdens zijn leven tot stand te brengen.
Na het overlijden van den schrijver is, overeenkomstig diens
wensch, door de weduwe het handschrift toevertrouwd aan den
ondergeteekende, directeur van het Koloniaal Museum te Haarlem.
Ook hem is het nog niet gelukt, een uitgever te vinden, die
op eigen risico dit kostbaar werk ter perse wil laten g a an ; de
beperkte geldmiddelen van het Koloniaal Museum laten niet toe
het voor rekening dier instelling uit te geven, terwijl het ook niet
gerechtigd schijnt Regeeringssteun voor deze wel wenschelijke doch
geenszins noodzakelijke uitgave te vragen.
Ondergeteekende wil echter, met voorkennis en medewerking
der Commissie van het Koloniaal Museum, eene laatste poging doen
om d e C l e r c q ’s Plantkundig Woordenboek door inteekening tot
stand te brengen als eene zelfstandige uitgave.
Het is zijne bedoeling den omvangrijken tekst zoo beknopt
mogelijk sanien te vatten in een voor ’t practisch leven geschikt
wom-denboek, uit te geven op soortgelijke wijze als „F ile t” en bij
denzelfden uitgever (]‘. H. d e B ussy, te Amsterdam).
1) Inderdaad zijn de kosten dezer uitgave nog aanzienlijk hooger gebleken.