Metroxylon — Mlchella. 280 2290 - 2295.
Hila, Z. Cer.; Le pial , Alf. Sap.; Alaugaii, Kei;
Aleri ja, Atjeh; Aleri jeu, Gajo; Afeuri ja, Atjch;
Ndana, N. Guiu. Sekar; Ndawo, N. Guiu. Sekar;
Oera, Daj. Kat.; Pie, Kisar; P ie one, Kisav; Poetak,
Rotiu.; Pohon sagoe, Vulg. Alah; Rahia, Aroc;
Ramhi ja, Alah; Ra o ctau, Lamp.; Remhi jeu, Gajo;
Remhoe loeug («), .Jav.; Resoela, Jav.; Ripial ,
Alf. N. Laoet; Roemhi j a §§), Alakas., Alal.; Roembi
j a be rdoe r i («), Alal.; Roemhi jo, Alinangk.;
R 0 e in i j a, Atjeh; Roem p i j a, Boeg.; R o n t a n, Ijamp.;
Rotnia, Sermata; Sagoe, Vulg. AIaL; Sagoe hadoer
i («), AIaL Aleu.: Sakoe, Nias; Sika («), Alf.
N. 0. Halm.; Socmpaug («), Alf. Alin.; Soepang («),
Alf. Min. Tousaw.; Tano, Alf. N.O.Halm.; Tawasen,
Alf. Aliu.; T e w a s en, Alf. Alin.; T r e m h o e 1 o e u, Jav.
— Boom, de sagoe-palm. Sagopalm, e., palmier sagon,
fr. Gebr.: Dc stam wordt gespleten voor vloeren eu
wanden van woningen gehezigd; dc bladcn wegens
hunuc duurzaamheid veel tot dakhedekking gebruikt;
de z. g. Buitenzorgsche matten vervaardigt men van
de gespleten hladnerven, die (meer oostelijk) ook dienen
tot omwanding vau huizen, vervaardigiug van doozen,
enz. ook gehrand en fijn gemaakt hier eu daar wel
als bloedstelpend middel ; van de vezels der hladscheeden
draait men wel touw ; de vruchten worden
geconfijt. Op sommige eilaudeugroepen bewesten Sumatra
en vooral in het oosten van den Archipel vormt
het meel het hoofdvoedsel der bevolking, terwijl het
elders meer dient tot bereiding van versnaperingen. Om
dit meel, juister zetmeel, te verkrijgen wordt in de AIo-
lukken de boom geveld, in stukken van ongeveer een
vadem lengte gekapt en deze door midden gekloofd ; dan
klopt of disselt men het merg er uit, dat met water
hoven een zeef wordt gekneed, waarhij dc vezels achter-
blijven en het inet zetmeel beladen water in eeu daartoe
bestemden bak stroomt, waarin het bezinkt. De ge-
uoenide soorten leveren aldaar de grootste hoeveelheid
meel, dat als zeer wit en aangenaam vauemaak boven dat
van andere soorten verkozen wordt. Op de Alentawei-
eilanden laat men het uit deu stam gehaalde merg
24 uren in een grooten hak staan, waarna het met de
voeten wordt gekneed, tot het een dikke pap vormt
en meu door een opening de hovendrijvende ourein-
heden laat wegvloeien; na goed gedroogd te zijn ver-
pakt men het meel iu cylindcrvonnige vau palmbladen
vervaardigde balen. In Noordoost-Suinatra, waar roembija
bemban Ae grootste hoeveelheid meel oplevert, geschiedt
het losmakeu der vezels inet een rasp. Het te raspen
stuk wordt te dien einde vastgekleind en twee personen
hrengen de ras]) evenals een zaag in bewcging. Door
de fijnere verdeeling der vezels krijgt inen aldus hij
de wassching meer meel. Hier dient de bereiding hoofdzakelijk
voor den uitvoer naar Singapore. Op Sumatra’s
Westkust is sagoe een voeder van paarden en pluim-
vee; men werpt ze dan cen stuk van den gesjileteu
stam toe, waaruit ze zelf het merg kunneu halen. Van
iemand, die het aflegt of een zaak verliest, zegt men
in het Soendaasch: „Ngembang kiraj”, di.: „Als de
kiraj-bloem” , daar deze achterover is gebogen. Droge
bladen van Aletroxylon, op bijzondere wijze saam-
gevlochten en aan eenigen vruchtboom vastgebonden,
dienen in de Alolukken wel als matakaoe, of een middel
om hem, die de vruchten steelt, ziekte of een ander
onheil aan te brengen.
§) Vele der opgegeven namen gelden voor beide
soorten; die, waarbij a is gevoegd meer bijzonder
voor de eerste.
® Voor Noordoost-Sumatra worden vermeld : oem-
bija bemban, ongedoornde soort, roembija doeri, met
lange, en roembija sangka, met korte doornen.
2290. M. s y lv e s tre Mart.* Lapi a ihoel , Alf.
Amb., Har.; Lapi a ihoer , Alf. Amh., Har.; Lepi a
ihocr. Alf. Z. Cer.; Lepi a r ihoer , Alf. Z. Cer.;
Sagoe ihocr , Alal. Amh. — Boom. Gebr.: Het van
dezen hoom verkregen inccl is roodachtig.
2291. M e zo n eu rum g ra n d e Miq. §) (—
A c ro c a rp u s g ra n d is Miq.* Nat. fam. der
L eg um in o sa e . Aladang par iek, Alinaugk.;
Par i ëk, Alinangk. — Boom. Gebr.: Het hout dient
vooral tot stijlen van woningen.
§) Ook Acrocarpus fraxiuifolius "Wight.*
2292. M. sum a tra n um W . e t A.* Ak aida
r a h beloet , AIaL; Akar k e l i t j i ri mba, AIaL —
Klimmende heester.
2298. M e z z e ttia um b e lla ta Becc.* Nat.
fam. der A n o n a c e a e . Kenanga p ant e i (zie
154), Alai. W. Born. — Boom.
2294. M ic h e lia c e le b ic a K oord.* Nat. fam.
der M ag n o lia c e a e . A doöe, Alf. Alin. Bant.;
Bas i j au, Alf. Aliu. Tousaw.; Alawasi jan, Alf.
Alin. T. L.; Tj emp a k a oet an aloes, Alai. Alen.;
Tj empaka oetan, AIaL Alen.; AV a si j an, Alf. Alin.
Variëteiten in Alf. Alin. T. L.: AV a si ja n r enda i of
AV. r int ek; AV. sela. — Boom. Gebr.: Vau alle
tinimerhoutsoorten is dit bout in de Alinahasa het
meest gezocht, daar het jaren laug goed kau blijven,
ook al is het aan weer en wind blootgesteld. In figuur-
lijke uitdrukkingen of gezegden worden de hoofden
in die streek dikwerf met den wasijan-boom vergeleken.
A^an dit hout is het Rnmphius-gedenkteeken in het
Koloniaal Aluseum te Haarlem vervaardigd.
2295. M .C b am p a c aL .* Boenga edja, Alakas.;
Boenga mat jela, Boeg.; Datoe adjoewe, Boeg.;
D j e ra p a, Atjeh; D j e u in p a, Atjeh; H e p a k a, Sawoe;
Hoepaman, Alf. Z. Cer.; Kembhaug koneng,
Aladoer.; Kepaka, Sawoe; Lot j ar i , O. Jav.; P a koero,
Alf. Amh.; Papokocr , Alf. Har., Z. Cer.;
Pe t j a r i , 0. Jav.; P e t j a r i koening, 0. Jav.; Po
boenga mat j el a, Boeg.; Poko boenga edja,
Makas.; Sampaka Alf.AIin., Z. Cer.; Sampakang,
Saugi; Tj ampaga, Alakas.; l ’jampago, Minangk.;
Tj ampaka, Alf. Alin., Balin., Aladoer., Soend.;
Tj ampaka barak, Baliu.; Tj amp ak a ghading,
Aladoer. P.S.; Tj amp a k a koening, Balin.; Tj ampaka
koneng, Aladocr., Socnd.; Tj amp ak a warangan,
Balin.; Tj amp ak a mera, Aladocr.; Tja-
paka, Alf. Halm., Teru.; Tj empaka Jav., AIaL;
Tj emp ak a koening, Jav.; T j ein p ak a m er ah,
Alal.; Tj enr ana , Boeg.; Tj ep aga, Boeg.; Tj ep aka,
Jav.; Tjompaka , Aladoer.; Tj omp a k a ghading,
Aladoer.P. S.; Tj omp a k a m era, Aladoer. Varieteiten
in Alakas.: Tj ampaga baj awo; T. tanroe. In
Boeg.: Tj epaga lapang; T. t anroe ; T. telo (de
oranjegele). — Boom, de tjampaka-booin. Gebr.: De
hloemen ziju wegens den aangenamen geur alom zeer
gezocht; daarmede wordt een welriekende haarolie
bereid. Van het hout vervaardigt men wel hetboven-
einde van krisscheeden. In de Alinahasa stampt men
de zaden fijn en smeert die op de horsten om het
zoogen te verhinderen, daar ze zeer bitter zijn. In
Zuid-Celehes hijt men hij het tandenschnren vaak op
een stukje tjampaga-hout, dat er tusschen gestoken is.
Van iemand, die algemeen hemind is, zegt de Javaan :
Katon tjepaka sawakoel, d. i.: „Er uitziende als eeu
mandje tjepaka-hloemen” ; en van iemand, wiens hart
als het ware door droefheid is verscheurd: Tjepaka
ginoehah d. i.: „Als kleingescheurde tjepaka”. In het
Alakasaarsch wordt met de uitdrukking : „Alanralena
tjampagaja (Boeg.: Alahoengana tjeuranae) d.i.: „Het
hloeien van tjampaka”, hedoeld de tijd voor het he-
ploegen der rijstveldeu. Naar de kleur der hloemen
duidt men „geelachtig rood” in het Maleisch als
biring tjempaka aan.
Mlchella — Mimucops. 281 2296 - 2314.
2296. M. C h am p a c a L.* var. B in n en d ijk ii
B o e ri, Tj amp ak a warna, Socnd. — Boom.
2297. M. lo n g ifo lia B l. (=M . C h am p a c a
L.*). Boenga edja kebo, Alakas.; B o e u ga edj a
mapoete, Boeg.; Dj eumpa gadong, Atjeh; P a tene,
Alakas.; P e t j a r i poet ih, O. Jav.; Po
boenga mapoete, Boeg.; Poko hoeuga edja
keho, Alakas.; Tj amp ak a hodas, Soend.; Tj ampaka
ghadi ng pote, Aladoer. P. S.; Tj amp a k a
poet ih, Balin.; Tj amp ak a pote, Aladoer.; Tj empaka
poet ih, Jav., AIaL; Tj omp a k a ghadi ng
pote, Aladoer. P. S.; Tj omp a k a pote, Aladocr.
— Hooge boom. Gebr.: Daar de bloemen om deu geur
zeer gezocht zijn, wordt deze hoom door inlanders
gekweekt.
2298. M. m o n ta n a Bl.* Banggoe l a ë (zie
3557), Bimau.; Boengl a i kajoe, AIaL; Kadjoe
kemhhang, Aladoer.; Kajoe djae, Jav.; Kajoe
t rawas, Jav.; Kemhhang, Aladoer.; Kemhhang
djhaï , Aladoer.; Ki djahe, Soend.; Aladang tjani-
p^go§), Alinangk.; Alaugl i , Balin., Jav.; Alangl id
hodas, Soend.; Aledang t j ampaka , Alal. PaL;
Tj emp a k a djae, Jav. — Varieteiten iu Aladoer.:
Kemhhang ma r s i ki ; K. moendhoeng; K.
t j ampaka . — Hooge boom. Gebr.: "Wegens de
deugdelijke eigenschappen wordt het hout hoog geschat
voor hruggen en huisbouw en ook voor meubels. De
zadeu zijn eeu inlandsch geneesmiddel. De iìjngewreven
bloemknoppen hebben een sterken gembergeur, waaraan
de meeste inl. namen zijn ontleend. De bast wordt
op uitvreteude zweren gelegd.
§) Ook Talauma rubra Aliq.* (zie 3298).
2299.M.yelutinaBl.(—M.TsiampacaL.*).
Baros (zie 2179), Jav.; Kadj eng sekar , Jav.
Kr.; Kajoe kembang (zie 3451), Jav.; Kem-
bhang mangi eh, Aladoer.; AI an g l eh, Aladoer.;
Alangl i , Balin., Jav.; Alangl id (zie 2179), Soend.;
Rahoej oet, Balin.; Remh oej oet, Jav.; Tj ainp aka
boeloe, Soend. — Woudreus. Gebr.: Het hout is
wegens duurzaamheid, sterkte en gemakkelijke hewerking
geschikt voor huisbouw, en wegens de fraaie
vlammen ook gezocht voor meuhels.
2300. Microdesmis caseariaefolia
Planch.* Nat. fam. der Euphorbiaceae.
Kenide i badak, Alal. — Boomheestcr.
2301. M ic rom e lum m o lle Turcz.* Nat.
fam. der B u ta c e a e . Kajoe w o w o wo s, Alf. Aliu.
T. L.; M'"owowos, Alf. Alin. T. L. — Boom.
2302. M, p u b e s c e n s Bl.* Ti ma h - t i m a h
het iua, AIaL; Ti t imah het ina, AIaL; Tj e r ek
poet ih, AIaL — Boom.
2303. M. p u b e s c e n s Bl.* var. d e n tic u l
a t a K. e tV . Ki mangkok, Socnd.; Alam augko
kau, Soeud. — Boom.
2304. MicroporaCurtisüHook.f.*Nat.fain.
der L a u r a c e a e . Aledang si la, AIaL; Aledang
tandoek, AIaL; Ai odang tandoek, Bat. — Boom.
2305. Microstylis congesta Beichb.* Nat.
fam. der Orchidaceae. Sigoendoel , AIaL
2306. M ik an ia sc a n d e n s W illd .* Nat. fam.
der C om p o sita e . Aka r oel am t ikoes, AIaL;
Ar euj bodas, Soend.; Areuj t joepoe toekeur ,
Soend.; Kiwoet , Alf. Alin. Tonsaw.; Koel i l i , Alf.
Alin. Bent.; Koenet law et, Alf. Alin. T. P.; Koene
t l awe t r int ek, Alf. Alin. T. L.; Lawet , Alf.
Ahn. T. P.; Lawe t r int ek, Alf. Alin. T. L.; Oelam
t ikoes, AIaL — Klimplant. Gebr.: Als sierplant.
2307. M ille ttia a tro p u rp ú r e a Benth.* Nat.
fam. der L eg um in o s a e . Toel ang daïng. Alai. —
Boom.
2308. M. d a s y p h y lla B o e ri. Alata boehoe,
Jav. — Klimmende heester. Gebr.: De zaden worden
gekookt of geroosterd gegeten ; rauw zouden ze schade-
lijk zijn.
2309. M. e ria n th aB e n th .* A k a r koewajah,
Aial. — Klimmende heester.
2310. M. s e ric e a W . e t A.* Aka r manggoel
, AIaL PaL; Aka r toeha, AIaL; Apow, Alf.
Alin. T. L., T. S.; Asa, xVlf. Har.; Binda loe kat jang,
Lamp.; Bori , Alf. N. 0. Halm., AIaL Alen.,
Teru.; Gadel§), Jav.; I lan, Kei; I tocöe, Kei;
Kamoeroet , Alf. Amh.; Kaposi , Alf. Z. Cer.;
Kap osine, Alf. Cer.; Kawaoe, Soend.; Alale, Alf.
Z. Cer.; Ranta, Alf. Alin. Bant.; R awe- rawe, Alf.
N. 0. Halm.; Soeha, Alf. Al in. Bent.; Soejat , Alf. Aliu.
Tonsaw.; Soerat , Alf. Alin.T. B.,T. P.; S o e w a, Alf.AIin.
Bent.; Toeha gadel §), Jav.; T oc wa laleur , Soend.;
Toewa pepe, Alakas. — Klimmende heester. Gebr.:
De wortel dient tot het bedwelmen van visschen en
haugt meu hem wel om den hals van kinderen, die
last vau wormen hehhen.
§) Deze en sommige andere der opgegeven namen
worden ook aan Derris-soorten gegeven (zie 1061).
Inboorlingen maken hiertusschen blijkbaar geen scherp
onderscheid (zie 3343).
2311. M illin g to n ia h o rte n s is L.f.* Nat.
fam. der B ig n o n ia c e a e . Hahomhoe, Bai; Kembang
poe t ih (zie 2938), Jav. — Boom. Gebr.:
Hier en daar in tuinen gekweekt.
2812. Mimosa a s p e r a ta L.* Nai fam. der
L eg um in o s a e . Areuj ga roe t gede, Soend. —
Kleine klimmende heester.
2313. M. p u d ic a L.* Boeutoe si l i t , Jav.;
Daoen kaget -kaget , Aial. Aleu.; Daoen koet j
ing, Alal. Batav.; Daoen takedjo, Alal. AIoL;
Daoen t i dor - t idor , Vulg.AlaL; Djoekoek a nt j
ing, Lamp.; Djoekoe t ho rang, Soend.; Doekoet
kekompoën, Alf. Alin. T. S.; Gehgeran, Soend.;
Godong koet j ing, Jav.; Gogiolo, Alf. N. O.
Hahn.; Koet j ingan, Jav.; Pa d a n g getap, Balin.;
P is koe t j i n g §), Jav.; Po e t r i maloe, AIaL; Reh ah
hangoen, Vulg. AIaL; Rebha does- todoeseun,
Aladoer. S.; Rehha lo-malowan, Aladoer B., P.;
Roempoe t kemaloean, AIaL; Roempoe t takedjo,
AIaL Amb.; Semaloe, AIaL; Siherpoet ,
Bai; Sikadjoeik, Alinaugk.; S i k e r p o e i Bai;
Si rap, AIaL Bengk.; Ti n d o - t i u d o (zie 3358), Boeg.,
Alakas. — „Kruidje-roer-mc-niet”. Sensitive plant, e.,
Siunpflanze, d. Gebr.: Er wordt beweerd, dat aan-
planting van dezen de verspreiding van alang-alaug,
den grootsten vijand van den landbouwer, iu afdoende
mate zou tegengaan. Alle deelen gelden naar naïve
signatuurleer voor geneeskrachtig. In Zuid-Celebes o. a.,
bezigt men de blaadjes als slaapmiddel bij kinderen,
die niet slapen kunnen.
§) Dit is eigenlijk een naam, door kinderen aau
dit kvuidje gegeven.
2314. Mim u so p s E le n g i L.* Nat. fam. der
S a p o ta c e a e . Angkat an, Bahn.; Boenga tand-
joeug, AIaL; Boengo tandjoeëng, Alinangk.;
Kepoela, Atjeh; Pe k o l a t jange, Atjeh; Tandjhoeng,
Aiadoer.; Tandjoe, Biman.; Tandjoeëng,
Alinangk.; Tandjoeng, Baliu., Jav., AIaL, Soend.;
Tandjong, Boeg., Alakas.; Wi ladja, Bahn. —
Boom. Gebr.: Veel in tuinen. De vruchten ziju eet