Filices — Flemingia. 242 1537 - 1552.
1537. F ilic e s . Algcm. hciiam.: Badj ai , Daj.;
Fakoe, Biman.; Keketo, xVlf. N. Ü. llalm.; Lae-
lioewa, Nias; Lodong, Boeg.; ALanoek, N. Gnin.
Noemf.; Oela, Alf. Bocr.; Fahoe, Bat. Dair.; Fakes,
Aladoer.; Paki s, Balin. Kr., Jav., Sum. W. K.; Pakoe,
Alf. Alin. Balin., Boeg.; Alakas., AlaL, ¡Miuangk., Soend.;
Pangoc, Alf. ¡Min. Tonsaw.; Paoe, Bat. Aland.;
Pesa-pesa, Bonth.; Si rang, AU. Alin. — Varons.
I'crus, c., Fougères, fr.. Farne, d. Gebr.: Vele worden
gegeten als groente. Van een lijk, dat men misluindelt,
zegt do Alakasaar: „Nironto pakoe” (en de Boeginees :
„Uidjemoe pada pakoe”), d. i.: „Gekneed worden als
pakoc-grocute”. Pakis is do oplossing van het Javaansche
raadsel : „Embokna angoerc ramboet, anakoagelocngan”,
d.i.: „De moeder heeft loshangende baren, het kind
heeft hot haar opgemaakt”.
1538. F im b r is ty lis a sp e rrim a Boeck.*
Nat. fam. der C y p e ra c e a e . Roempoet hawang,
AIaL; Soeket b r amh a u g a n (zie 1543), Jav. —
Rietachtig gras.
1539. F . c om p la n a ta Link.* H a t goenoeng,
Socnd. — Kruid.
1540. F . d ip h y lla Vahl,* Aleudoug, Jav.;
Po er in, Aliuangk.; Poeroen, Alal; Roempoe t
poeroen, Alal.; Wawal i n g i j a n tal i , Soend.;
Woe r e t in taloen, xVlf. Alin. T. L. — Rietachtig
gras. Gebr.: Daar hot zeer sterk is, worden er, na
droging cn afschrappiug, matten eu zakken van ge-
vlochtcii, tot welk doel men het op sawah’s tcclt; de
matten zijn echter grof en dienen slechts als onderlaag
van iijnere pandan-mattcn. Ook gchniikt men de biezen
tot vervaardiging der figuren op pandan-mattcn, waartoe
ze worden gekookt in water met bladen van Peristrophe
tinctoria en Ficus leucantatoma voor de roode
en met Carthamus tiuctorius cn Psidium guajava voor
de zwarte kleur.
1541. F . g lo b u lo s a Kunth.* Loel angan,
Jav. Ng.; Roempoe t sandang, Alal.; Roempoe t
t joc t j a l an, Jav. Kr.; Roempoe t we t j o et j al an,
Jav. Kr.; Soeket loel angan, Jav.; Soeket we-
loel angan, Jav.; Tjoe t j a l an, Jav. Kr.; Waloc-
langau, Jav.; Wawal i n g i j a n l eut ik, Soend.;
Weloel angan, Jav.; W e t j o e t j al an, Jav. Er. —
Rietachtig gras. Gehr.: Als de vorige.
lo41a. F . globxxlosa Kunth* var. T o rre -
s ian a C la rk e . Alendoeng, Jav. — Rietachtig
gras. Gebr.: Vooral in Kedoe door de inlanders gekweekt
voor de vervaardiging van matwerk.
1542. F . m ilia c e a Vahl,* Roempoe t t ahi
kerhaoe, Alal.; Toembar an, Jav. — Rietachtig gras.
1548. F . m o n o s ta c h y a Hassk.* Baha-
wangan (zie 1394 en 2555), Soend.; Bang-hha-
hangan, Aladoer.; Bawang keladi , Vulg. Alal.;
Djoekoet b a bawangan (zie 1394 en 2555), Soend.;
Soeket h r amh a n g a n (zie 1538), Jav. — Kruid.
1544. F . p o ly tr ic h o id e s R .Br.* Roempoe t
hoeloe bahi , Vulg. Alal. — Kruid. Gebr.: Is een
geschikt veevoeder.
1545. F . r ig id a Kunth.* Djoekoe t pentol ,
Soend. — Kruid.
1546. F in s c h ia e x c e ls a Bl. Nat. fam. der
P ro te a c e a e . Al o o ë esem §), Alf. Alin.¡T.P.— Boom.
§) Ook Knema (— Alyristica*) tomentella Warb,
(zie 1962).
1547. F la c o u r tia in e rm is Roxb.* Nat. fam.
der B ix a c e a e . Ha t e tome- tome, Tern.; Lama
t j e, Alakas.; Loh e-1 ob e, Boeg., Alakas.; Lobi -
lohi , Alal.; Sa r adan kajoe, Jav.; Tome- tome,
Alf. Halm., Tern.; Tomi - tomi , Alf. Alin., Alal.
AIoL; Tomoe- tomoe, Alf. Z. Cer. Variëteiten
in AIaL AIoL: Tomi - t omi asam; T.-t. manis.
ln Alal.: Lobi - lobi asam; L .-1. mani s ; L.-l.
sepat . In Alf. Alin. Bant.: Tomi - t omi mainisi ;
T.-t. mar i s ing, ln Alf. Aliu. Bent.: Tomi -
tomi mami s ; T.-t. mal i s ing. In Alf. Alin, T. ß.,
'r. L., T. P.: Tomi - t omi esem; T.-t. tombal .
In Alakas.: Lob e-1 ob e kat j i ; L.-l. tene. In xVlf.
Alin, T. S.: T .-t. esem; T .-t. tar i i s. ln Boeg.:
Lobe- lübe ke t j i ;L. -L t j ening. — Boom. Gebr.:
De vruchten der zocte variëteit worden als ooft gegeten,
vau die der zure maakt men coniituur.
1548. F . R a in o n tc h il’Her.*Baga, Jav.; Roekam
asam, Alal.; Ro ekem sep e t, Jav.; S a r ad an,
Jav. — Boomheestcr. Gebr.: De vruchten worden gegeten
1549. F . R u k am Z. e tM .* B ak roekam,
Atjeh ; G a n d a r 0 e k a m, Alal.; G o u d a r o e k e m, Jav.;
Karoekani , Alinangk.; Kern, Balin.; Koepa l a ndak,
Soend.; Kopo l andak, Soend.; Ocgem, Sas.;
Roekam, Bat., Daj. Z. O. Born., Alal.; Roekam
manis, Alal.; Roe kein, Balin. Kr., Jav., Soend.;
R 0 e 11 g k 0 m, Atjch ; R o k e m, Aladoer. — Boom. Gebr.:
Het harde hout dient tot vervaardiging van rijststampers.
De vruchten worden veci gegeten; zij dienen voor
het maken vau gelei en als surrogaat voor „hessensa])-
saus” . In het Aladoereesch heet etter naar de kleur
der bloemen nana rokem.
1550. F la g e lla iü a in d ic a L.* Nat. fam. der
F la g e lla r ia c e a e . Aoe bine, Alakas.; li oewa r,
Sas.; Horomoina, Alf. N. O. Halm.; Noe we ne
angko, Alf. Alin. T. S.; O e r ij orna, Tern.; Oewar,
Sas.; Oewe ne angko, Alf. Alin. T. S.; Oewe ne
wale, Alf. Alin. T. ß.; Oewer, Sas.; Owar, Socnd.;
Owar gede, Soend.; Padoepa, Alf. Aliu. T. S.;
Po 11 dos e wolai , Alf. Alin. T. L.; Po n dos im
bakajoe, Alf. Alin. Tonsaw.; Pondos im bolai ,
Alf. Aliu. T. P.; Pondos ne kawok, Alf. Alin. T. L.;
Rot an jaki , AIaL Alen.; Rot an m a n tj ik, Alinangk.;
Rot an oetan, Alal. Amb. ;Rotan tikoes,Alal.;AV a e
bac, Boeg.; AV ala, Jav.; Walan, Jav.; W o wo, Jav. —
Klimplant. Gebr.: De stengel wordt als touw gebezigd,
bij gebrek aan rotan; de bladen gelden als middel
tegen stuipen bij kinderen. Ook worden (of werden)
de laatste wel door Alfoeren bo'''*^^^ Je deur der woning
gehangen, als een der huisgenooten is overleden en
diens geest de levenden voortdurend komt lästig vallen ;
de versperring zou dan verhinderen, dat die geest dc
denropening herkende. Het is hiervan dat op Java de
bogen gemaakt worden, welke aan de vier hoeken van
een rijstveld voor het snijden worden opgesteld. In
sommige streken maakt men er werpscliichten vau.
1551. F . m in o r Bl.* Kokrok (zie 559), Jav.;
Owar leut ik, Soend.; Owar naga, Soend. —
Klimplant.
1552. F lem in g ia c o n g e s ta Roxb.* Nat.
fam. der L eg um in o sa e . Apa-apa§), Jav.; l laha-
paän, Soend.; l i ng- i i ng, Baliu.; Ing a n - i u g a n ,
Balin. Kr.; Kajoe ampang, Balin.; Rer ingeun,
Gajo; Ri n g a n - r i ng a n , Bat., Sum. W. K.; Roendoen,
Sas.; Se r i nga n (zie 3406), Alai.; Se r i nga n
dj ant an, Alal.; Tangkel , Aladoer.; Tokekan,
Soend. —■ Heester. Gebr.: Alet de hladen (die gedroogd
goed vnlsel leveren voor kussens) slaat men
tegen de voeten van een vermoeide om hcm weer frisch
te doen worden; ook tegen de beenen van kleine
kinderen die moeilijk loopen om den gang lichter te
maken. Javanen steken wel een hlaadje achter het
oor, als voorbehocdmiddel tegen ongevallen (apa-apa).
§) Deze naam schijnt ook aan Cerastiiim sp. te
worden gegeven en met de volgende bovendien aan
Desmodium vestitum Benth.’** (zie 2691).
Flemingia — Fungi. 243 1553 - 1573.
1553. F . S tro b ilife ra Ait.* Anto monjok,
Aladoer.; II ah ap aiin gede, Soend.; AI eras, Alf.
Alin. T. L.; Ora-ora, Boeg. — Heester. Gebr.: De
schudblaadjes der hloemen dienen, na gedroogd te zijn,
viel tot vulling van kussens.
1554. F le u r y a a e s tu a n s Gaud.* Nat. fam.
der U r tic a c e a e . Kemadoeh (zie 1987), Jav.;
Ripi hajam, Alal. — Kruid, eene netelsoort. Gebr.:
De bladen veroorzaken een brandende jeuking. Eeii
vroegere medevrouw of vijand noemt de Javaan overdrachtelijk
: „Toenggakan kemadoeh”, d.i. „Een nieuw
uits])ruitsel van kemadoeh”, dat bij aanraking branding
veroorzaakt; en ngemadoeh is het „prikkelen van een
beest met deze bladen”, zooals dit wel gebeurt met
buflels bij tijgergevechten.
1555. F . in te r r u p ta Gaud.* Baj em gatel ,
Jav.; Daoen gatel , Vulg. Alal.; Dj el a t a n g ajam,
Mal.; Dj c l a t a n g manoek, Atjeh; Dj i l a t ang,
Almangk.; Lal at ang, Boeg., Makas.; Lana, Alf.
Alin. T. B., T. L., T. P.; La t eng (zie 1987), Jav.;
Latong, Bat.; Pahaweng, Alf. Min. T. B.; Pa h i r
mg kawok, Alf. Min. T. L.; Paweng, Alf. Aiin.
T. S.; Poeloes, Bat., Soend.; Sala, Alf. Asil., Hila,
Z. Cer.; Sala hahoe, xAlf. Z. Cer.; Sala poet i ,
Alf. Z. Cer.; Salai , Alf. Sap.; Salaol , Alf. N. Laoet-
Salato, Alf. Har.; Soro, Alf. N. O. Halm.; Sosoro
Mal. Alen.; Sosoro boboedo§), Tern. — Kruid.
Gebr.: Het jonge kruid wordt als groente gegeten.
Te Ternate geeft men dc hladen in afkooksel bij
koorts. In Alf. Alin. T. S. heeft men een raadsel:
„Oen teken ni kolano oen dai kakamoean (in T. B.:
„Oen taisi ni kolano oen dai katawian”), d. i.: „Een
vorstenstaf, die niet kan vastgehouden worden”,
waarvan de oplossing paweng (of pahaweng) is.
j) Ook Laportea sp.
1556. F . ru d e r a lis Gaud.* Lana in t joko,
Alf. Min. T. P.; Lana ing koko, Alf. Min. T. L.;
Pa h awe n g ing koko, Alf. Alin. T. B.; P a h i r
ing koko, Alf.. Alin. T. L.; Paweng ing koko,
Alf. Alin. T. S.; Poeloes hajam, Soeud.— Kruid.
1557. F lin d e r s ia am b o in en s is P oir.* Alat.
fam. der M e lia c e a e . Kajoe paroedan, Alal.
Amh. — Ilooge boom. Gebr.: Ilet hont is als timmerhout
gezocht, de vruchten worden wcl als rasp gebruikt.
1558. F lo s c o p a sc a n d e n s Lour.* Nat. fam.
der C om m e lin a c e a e . Kangkoeng ajer, Alai.;
Koempai t ikoes, Alal.; Tapak i t iek, Alinaugk.!
Tapak i t ik, Alal. — Kruid.
1559. F lu e g g ia m ic ro c a rp a Bl.* Nat. fam.
der E u p h o rb ia c e a e . I m e r, Jav.; AI a t a p 0 e n a i.
Mal.; Mato poena i §), Alinangk.; AI a 10 - m a 10
poena i (zie 2685), Alinangk.; Simpeur eum, Soend.;
S1 m p e u r e u m 1 e u t i k, Soeud. — Boomheester. Gebr.:
AVordt soms als timmerhout gehezigd. De hladen
dienen voor smeersel tegen koorts en gezwollen heeuen.
§) Ook Rhododendron citrinum Hassk.*
1560. F o e n ic u lum v u lg a re Mill.* Nat.
fam. der U m b e llife ra e . Adas, Balin., Jav.;
Adas landi , Jav. Kr.; Adas londa, Jav. Ng.;
Adas pedas, Alal.; Adas wel andi , Jav. Kr.!
Adas welonda, Jav.; Adasa, Makas.; Adasapa-
dasa, Makas.; Adase, Boeg.; Adase padase, Boeg.;
Ade, Boeg.; Ade pese, Boeg.; Adhas, Aladoer.;
Das-pedas, Atjeh; IIad as, Soend.; Hades, Soend.;
Paäpang, Alf. Alin. Bent.; Pingkel , Alal. AIoL;
Popa ä s (zie 2704 en 233), Alf. Alin. Tonsaw.;
Rem paso e, Bonth.; AVala woenga, Soemha. Varie-
teit in Soend.: En de r of inde r. — Kruid, venkel
of fenkel. Fennel, e., Fenouil, fr., Fenchel, d. Gebr.:
Gekweekt (verwilderd o. a. op den Tengger), daar
venkel hij de bereiding van vele gerechten gebezigd
wordt. In de Alolukken dient men wel een aftreksel
der bladen hij buikpiju toe. Van iemand, dien van
alle kanten iets goeds wordt toegcwenscht, zegt de
Javaan: „Semhoer-semhoer adas”, d.i.: „Er wordt
adas (over hem) uitgespuwd” .
1561. F o r r e s tia G riffith ii Clarke.* Nat.
fam. der C om m e lin a c e a e . Se t awa r dj ant an,
Mal.; Se t awa r hoetan, Mal.; Tawa r - t awa r
dj ant an, Mal.; Tawa r - t awa r hoetan, Mal. __
Kruid.
1562. F . m o llis Hassk.* Se t awa r bet ina,
Mal._; Se t awa r gadjah, Mal.; Tawa r - t awa r
het ina, MaL; T awar - tawa r gadjah, Soend. —
Kruid.
1563. FraxinusEedenüBoerl.etKoord.*
Nat. fam. der O le a c e a e . Kadjoe kedhang,
Aladoer.; K a j o e k i d a n g (P), Jav.; K e dh a n g, Madoer.;
Poelen, O. Jav.; Selaton, O. Jav. — Boom, eene
esch-soort. Gebr.: De fijngewreven bladen worden met
tabak gemengd wel als sigaretten gerookt.
1564. F r e y c in e tia a n g u s tifo lia Bl.* Nat.
fam. der P a n d a n a c e a e . Akar oelar. Mal.;
Rot an moesang, MaL — Klimplant.
1565. F . c e le b ic a Solms.* Maoeng t a nd
a n g , Soend.; Me jong tandang§) , Soend. —
Klimplant.
§) Ook Freycinetia AValkeri Solms.* en andere
soorten.
1566. F . g ram ín e a Bl.* Saoeng Soend. —
Klimplant.
1667. F . M in a liassa e Koord.* i) Koenet
pondang, Alf. Min. T.L. — Klimplant.
§) Freycinetia-soorten worden in het Alf. Miu.
met ar et es aangeduid, zijnde in die taal anders eon
algemeene naam voor klimplanten.
1568. F . r a d ie a n s Gaudich..* Kar iki ,
Bonth.; P a n d a n tal i , Mal. Amh. — Klimplant.
1569. F . s te n o p h y lla Warta.* Saoeng
r inggeung, Soend. — Klimplant.
1570. F . Strolbilacea Bl. Maoeng t a n d a n g
h t j i n , Soend.; Me jong t a n d a u g l i t j in, Socnd.;
P a n d a n merah. Mal. Amh.; P a n d a n tal i . Mal,
Amb. — Klimplant.
1571. F u ir e n a g lom e r a ta Lam.* Nat. i'am.
der C y p e ra c e a e . Roempoe t boekoe boeloh,
AIaL — Rietachtig gras.
1572. F . um b e lla ta R o ttb .* I l a t (zie 664),
Soend.; Koeloewing, Alf. Alin. T. B.; Roekoet
koeloewing, Alf. Alin. T. B.; Roempoe t ragi ,
AIaL Alen. — Kruid.
1573. F u n g i. Algem. benam.: Amoeroeng,
Alf. Min. T. B-, T. P.; Basi -hasi , Boeg., Alakas.;
Dan, Bat.; Da wan, Bat. Aland.; Dj amoe r
(zie 2363), Balin., Jav., AIaL Batav.; Djhamor ,
Kang.; Gangang hosi (witte), Aiakas.; Gangang
ki l a (gele), Alakas.; H ag eri, Alf. Boer.; Hong, Bai.
Semb.; J e f e n, N. Guin. 4 R.; K a h a maï s o, Alf. N. O.
Halm.; Kala-kala, Makas.; Kalat emoko, Alf. N. O.
Halm.; Kapo, N. Guin. Noemf.; Keho, Alai. Alen.,
Tern.; Kekoela, Mal. Bengk.; Koedat , Alf. Alin.
T. S.; .Koelak, Lamp. Ah.; Koelat , Alf. Alin., Atjeh,
‘1 i 'th 1 í '