Cassia — Castanea. 196 680 - 695.
Uodcii te bespotten bezigt men in dc Bataklanden
deze spreekwijze: „Teger galinggang patoeng arga
saoewang na sopo la djingdjidon”, d. i.: „Klein als
een galinggang, vleescb tcj‘ waardi' van ecu dubbeltje,
niet de mocite waard om met twee vingers gedragen
te worden”. In het Javaansch heeft men een raadsel :
„Ketepeng taroeng lan djcrock”, d. i.: „Ketepeng
vecht met djoroek”, waarvan de oplossing is: „Een
buffe! vecht met ecn tijger”; de ketepeng is de
ketepeng keho cn de djeroek de djin-oek matjan.
680. C. a n g u s tifo lia Vahl.* Sen am a k i,
¡Mal.; Soenamaki , Alal. — Heester, gekweekt om dc
laxeerende hladen (senna). Gebr.: l)e (ingevoerde) senna-
bladeii als medicijn.
681. C. d iv a ric a ta Nees.* Ant aboga, Jav.;
Ont aboga, Jav. —■ Boomheester.
682. C. F is tu la L.* Bak hi r aktha , Atjeh;
Bi rakasa, Alakas.; Bi r a ks a (zie 1442), Alai.;
Bo eh on e, Tern.; Boengboengde l an (zie 684),
Soend.; Kajoe radja, Alakas.; Kaloboer , Aladoer.;
Klohoer , O. Jav.; Klohor , O. Jav.; Limbalo,
Saugi; Pong radja, Boeg.; Had ja , Boeg., Alakas.;
Tanggoel i , Baliu.; Tanggol i , Socnd.; Tenggocl i ,
Jav,; T e n i r ing, AIaL; Ti lai , Daj. Z. O. Boni.;
T r e u g g 0 e 1 i, Jav.; T r 0 m 01 s 10 k, Alai. Amb. — V]'ij
lage boom, de pcul-cassia, canéfìcier (l‘.),Uöhreuka9sie(d.).
Gebr.: Hot hout is duurzaam cn sterk en bruikhaar voor
pickstokken en landbonwwerktuigen ; dc schors is een zeer
goed looimiddel. De jonge bladeu dienen als uitwendig
geneesmiddel voor bnffels en het vruchtvleesch als purgeer-
middel, ofschoon het met eenige voorzichtigheid dient toegediend,
daar het licht huikloop veroorzaakt. Ook in de
Europeesche apotheek is de vrucht (pijpcassia, z.g.
trommelstokken, oudcmaimetjes drop) in gebruik. In het
Balineesch zegt men „kocmatanggoeli” van een half
gaar gekookt ei, omdat dc inhoud is als het vruchtvleesch
van tanggoeli (?). De boom heet de oplossing va n
het Sangireesche raadsel: „Kaloe mehc- hocan bara”, d.i.:
„Een boom, die zwaarden (?) tot vruchten heeft” .
683. C. g la u c a Lam.* Djenar , Balin., Jav.;
Embadj eng, Jav. Kr. D.; Emba lo (zie 1184), Jav.;
Ge l enggang batawi , Alal.; K c m b a n g k o c n i n g,
Balin., 0 . Jav.; T embalo, Jav.; T r embalo, Jav.;
Woenga koening, Balin. — Hooge boom. Gebr.:
Alen vervaardigt van het hout krisscheeden cn sirih-
kistjcs cn de hladen worden wel, met kruidcrijcn vermengd,
als toespijs gegeten.
684. C. ja v a n ic a L.* Barocsoe, Alakas.;
Bo engboengde l an (zie 682), Soend.; Kaj oe doelang,
Aial.; Pi j oc - pi j oe t anggoehan, Bat.;
Poejoc -poe joe tanggoele. Bat.; Tanggoe l i
ga r ant ang, Balin. Kr.; Tanggoe l i gending,
Balin. Kr.; Tanggoe l i ketoer , Balin.; Tanggol i ,
Socnd.; Tenggoel i , Jav.; Tenggoc l i wawang, §)
Jav.; l ’r enggoel i , Jav.; T r eng go e li wawang, §)
Jav. — Boom. Gebr.; Het hout is voor Imisbonw niet
ongcschikt, maar zelden in groote afmetingen te krijgen.
In dc Batak-landen dient het tot vervaardiging der
z.g, toovcrstavcn. Dc vrnchten zijn als purgeermiddel
in gebruik. Als meu over ceu op den grond liggcnde
vrucht stapt, krijgt mcn volgens de Soendaneezen
buikpijn.
§) De bijvoeging ter onderscheiding van C. Eistula L.*
685. C. la e v ig a ta W illd .* Tajoeman, §)
Jav. — Boomheester.
§) Alurraya exotica L.* var. sumatrana Hook,
(zie 2358).
686. C. m im o so id e s L.* Soeka doeka, Alal.
AIoL; Toe t oe r i j an, Soend. —■ Heesterachtig kruid.
Gebr.: Wordt als veevoeder gebruikt.
687. C. n o d o sa B u ch .-H am .* Bocsoek-
boesoek, Alai.; Seboesoek, Alal.; Siboesocek,
Al inangk.; Siboesoek, Alal.; T o e ï m a n o e, Nias. —
Boom. Gebr.: Een afkooksel van den bast van dozen
boom dient, met andere middelen gemengd, op Sumatra
om de stokjes te drenken, die men rondom sawah’s
in den grond steekt met het doel herten eu wilde
zwijncn verwijderd te houden. Ilct sap moet bij aanraking
van dc huid ontstekiug vcinvekkcn.
088. C. p um ila Lam,* T j i u do - 1 j i n d o,
Boeg. —• Klimmende heester.
089. C .s iam e a Lam.* Djoehar , Aladoer.B.;
Dj i jor , Bat.; Djoewa, Aliuangk.; Djoewar , Jav.,
Soend., Aladocr. P. S.; Djohar , Alal.; Tj ibreë,
Atjch. — Boom. Gebr.: AVordt op Java längs wegen
aangeijlant; is in koffietuinen als schaduwboom onge-
schikt gebleken; het hout dient wel voor huisstijlen
eu bruggen. Kernhout zccr hard. In het Aiiuangkahaoesch
■vergelijkt men de excremeiiten van een pasgehorcu
kind met de kleur van het hout van dezen boom en
noemt die dan „tjik djoewa”.
690. C. tim o re n s is D. C.* Ebing, Jav.; H ar
ingin, Soend.; Ihing, Jav.; Ali ïng, Balin.; N g i ligi
ng, Jav.; Ringin, Soend.; Toercn, Jav.; Wa r i n ginan,
O. Jav. — Kleine boom. Gebr.: Aban het
kernhout worden kleine voorwerpen vervaardigd, vooral
Stelen van bijlcn. In de Vorstenlanden meent men,
dat cen stuk in dc band gehouden tegen dpn beet van
giftige slangen zou beveiligen.
691. C. T o ra L.* Ge l enggang ket j i l , AlaL;
Ge l cnggang padang, Alal.; Goe l i nggang laoeik,
Aliuangk.; Kat epeng, Socnd.; Ka t j ang
oet an (zie3457), Alai. Alen.; Nj i l a wal i jala, Boeg.;
Oeta nianoe, Alf. Z. Cer., Oel., Sajor ajam, Aial.
Amb.; Ta roe ng and ja , Alakas. — Kruid. Gebr.:
De Boeg. en Aiakas. namen beteekencn lettcrlijk „de
indigoplant der afgestorvenen”, aldus genoemd, omdat
dit kriiid op het oog wel iets van indigo heeft, maar
geen kleurstof bevat.
692. C a s sy th a ü lifo rm is L.* Nat. fam. der
L a u ra c e a e , Aka r pcngal asan, Alal.; Anioct
pot r i , Alf. Alin. T. P.; Arenj s angga langi t ,
Soend.; Ba l ing-ba l i ng, Alf. Alin. Ponos.; Lcko,
Tim.; Pot r i , Alf. Alin. T. P.; Ramboe t poet r i ,
Alal.; Sangga langi t , Alal. Batav., Soend.; Sangi r
l angi t , Alal.Batav.; Soeket krcmi , Jav.; Songga
liFUgit (zie 2472), Jav.; Ta l i poet r i , AIaL; AVana-
r ing i l awanan, Alf. Alin. T. B. — Windend blad-
loos kruid. Gebr.: De stengels worden uitgeperst cn
dit slijmig sap met wat notemuskaat bij buikaandoe-
ningen tc drinken gegeven ; met kalk gemengd bezigt
men ze ook wel bij het metselcn, om het afbrokkelen
der kalk te voorkomen.
693. C a stan e a a rg e n te a B l. (— Casta-
n o p sis a rg e n te a A. D. C.). Nat. fam. der
C u p u life ra e . Ba r angan, Bat. Alandh., Alinangk.;
Berangan§) , Alal.; Be r a n g a n hadj i , Alal.; Be-
rai igka, Atjeh; Ha r angka , Bat.: S anint en,
Soend.; Sa r a nga n, Jav. — Boom, eene kastanje-soort.
Gebr.: Volgens sommigen munt het hout door duurzaamheid
en sterkte nit. De zaden worden gegeten.
§) Deze naam geldt ook voor vele Quercus-soortcn.
694. C. H u lle ttii King. (=3 C a stan o p sis
H u lle ttii King.*). Be r an g a n papan, Alal.—
Boom. Gebr.: De zaden worden gegeten.
695. C. ja v a n ic a Bl. ( = C a stan o p sis
ja v a n ic a A. D. C.*). Andihi t , Bat.; Andiki t ,
Bat.; B ar a n g a n 1 a n d.a k, Alinangk.; Be r a n g a n
Castanea — Geltls. 197 696 - 710.
doe )■ i, Mal.; B or a u g a n gadjal i , Mal.; Ki lii j o e i-,
Socnd. — Boom. Gebr.: Het hout is bijzonder gezocht
bij huisbouw.
696. C. T u n g u r ru t Bl. (— C a stan o p sis
T u n g u r ru t A.D.C.*). Ka l imborot , Socnd.;
Tauggeucuk, Soend.; Tanggeur euk, Socnd.;
Tanggoewoek, Soend. — Boom. Gebr.: De zaden
worden wel gegeten, maar zouden in grooter hoeveelheid
gebruikt maagdarm-ontsteking veroorzaken.
697. C. T u n g u r ru t B l. var. sum a tra n a .
(=3 C a stan o p s is T u n g u r ru t A .D .C .* ).
Kcmes indel , Lamp. ~ Boom. Gebr.: Het hout is
sterk en duurzaam, cn wordt hij den huishouw gcbezigd;
de zaden worden gegeten.
698. C a su a rin a e q u is e tifo lia L.* §) Nat.
fam. der C a su a rin a c c ao . Adjoe ai iging, Boeg.;
Ai samara, Alf. Asil., Hila; Ajo, Tim.; Araoe,
Daj. Samp.; Aroen, Atjeh; Embocn, Alidd. Sum.;
Eroe, Alai.; I Iaro, Alinangk.; Haroe, Alinangk.;
Hoecocr , Alf. Z. Cer.; Joga, N. Gniii. 4 R.; Joga
ajo, N. Guin. 4 R.; Kai roja, Alf. min. T. B.;
Kajaoe, Rotin.; Kajoe anging, Alakas.; Kajoe
embon, Daj. W. Boni.; Kajoe roj a (zie 120), Alf.
Alin. T. L., T. S.; Kajoe t ember , Alf. Aiin. T. L.;
Kajoe walaoe, Daj. Z. O. Born.; Kasawar i , Alai.
AIoL; Kasoewar i , Alai. Alol.; Kejoc, Soemba;
Kwcoele, Alf. W. Ccr.; L awe oer, Alf. Z. Ccr.;
Leahoca, Alf. Har.; Lelei , Tern.; Leweocr , Aìf.
Z. Cer.; Lokocjoe, Alf. Aliu. Ponos., Boi. Along.;
Naroeoe, Nias; Njoga, N. Gain. 4 R.; Ogoe,
Alf. Tom.; Oroc, Bat.; Pohon kasoewar i , Alai.
Alol.; Roc, Alai.; Rocwe, xilf. N. O. Halm.; Temher ,
AU. Aliu. T. L.; Ter emboeöek, Aìf. Alin. T. P.;
Tj amar a , Balin., Aladocr., Soend.; Tj émara, Balin.,
Jav.; Tj éma r a laoet §§), Jav.; Tjèmawi s, Jav.Kr.D.;
Tjomara, Aiadoer. — Boom, met denachtig uitcrlijk.
Bcefwood tree, e. Gebr.: Jlet hout is hard cn wordt als
brandhout gebezigd, zelden voor andere doeleinden, allccn
maakt men van het kernhout hier cn daar blaasroeren;
ook dc ai^evallen „uaaldcn” worden soms als brandstof
benut. Te Ternate gecft men de gepofte zaadjes tegen
blocddiarrhoea. In hot Aiiuangkahaoesch heeft mcn cen
spreekwijze: „ATananti baro hanjoeik”, d.i.: „Wachten
op het wegspoclcn van baro”, met de beteekenis van
vruchtcloos wachten of te vcrgccfs hopen. In het
Balineesch zegt men : „Alesih tjémara” , d. i.: „Geveerd
als tjemara-hladcn”, van kippen, die alleen cen schacht
hebben (in het Aladoereesch noemt men deze „adjam
tjamara”). Vcrsiersels in den vorm der op eikels gelijkende
Casuarina-vruchten zijn in het Alaleisch als
boewah roe bekend.
{) Dc liicr vermelde Alinahasa- cn Aloluksche namen
schijnen meer te gelden voor Casuariiia Rumphiana Aiiq.*
§§) Alleen in Alidd. Java ter onderscheiding van
Podocarpus cuprcssina R.Br.* (zie 2791), cn vooral
ook van den „bcrg”-Casuariua (zie 699).
699. C. m o n ta n a Jungh..* T j a m a r a goenoeng,
Soend.; Tj éma r a goenoeng, Jav.; Tje-
mawi s redi , Jav. Kr. D. — Boom, Gebr.: Ìlet
hont wordt als timmerhout gebezigd.
700. c. s um a tr a n a Ju n g h .* A n t o e r m a n gan,
Bat.; Kajoe sentadoe. Alai.; Kajoe t j ina,
Alai. — Boom. Gebr.; De zaden worden gegeten en
het hout wel hij den schecpshouw gehezigd.
701. C e d re la c e le b ic a Koord.* Nat. fam.
der M e lia c e a e . Al ipcga, Alf. Miu. T. B., T. S.;
Kajoe amoerang, Alai. Alcn.; Laloempe, Alf.
Alin. T. L., T. P. ; "Lalocmpehe, Alf. Alin. T. L.;
L i p Qg a, Alf. Alin. Bent.; R 0 c m e r a n, Alf. Alin. T. P.;
Soerat , Alf. Min. Tonsaw. — Boom. Gebr.: Het hout
dient voor planken, als alleen onder dak duurzaam.
702. C .feb rifu g aBl.(3=C .To o n aBo x b .* ).
Ingoel , Bat.; K i h c u r c u ni, Socnd.; Mans i joeng,
Daj. Z. 0. Born.; Redani , O.Jav.; Scr i jan, Lamp.;
Socrcn, Balin., Jav., Alai., Socnd.; Soer i jan, Alai.
Z. O. Born., Alinangk.; S 0 e r i j e n, Alinaugk.; S 0 e r i 11,
Alai.; Soren, Aladoer. Variëteiten (ook Cedrela scr-
rulata Aliq.) in Soend.: Soeren beureum; S. kapas;
S. tal i ; S. tandoek. In Alai.: So cr in me rah;
S. poet ih. In Alinangk.: Soe r i j an bana; S.
bawang of s. r i inbo; S. ingoe; S. nasi . In
Alai. Z. O. Born.: Soe r i j an hi t am; S. merah. —
Woudreus. Red cedar, c. Gebr.: Het hout is gezocht voor
planken, tafels, kastcn, cnz.; 0. a. op Sumatra door de
Alaleiers voor de groote kist, waarin zij hun schatten
hewaren. De bittere bast dient o. a. tegen koorts. De
jonge uitspruitsels worden soms als groente gegeten.
703. C. s e r r a ta B o y le , ( = C. Toona
Roxb.* var.). Soeren sabrang, Jav. — Boom.
Gebr.: Hot hout is een goed mcubelhout.
704. Ceio sia a rg e n te a L.* Nat. fam. der
A m a ra n ta c e a e . Borot jo, Socnd.; Lampedo,
Alakas.; Lapcdjo, Boeg. — Kruid, eene soort „hane-
kam”. Gebr.; Als geneesmiddel bij stijfhcidderledematen.
705. C. c r is ta ta L.* Aja, Alf. Aiin. Bant.;
Api -api , Alal. Alcn.; At c- at e mawoero, Alf. Alin.
Bent.; A to i mawoero (zie 838, 842 cu 844), Alf.
Alin. Ponos.; Ba j am bi locdoc, Sum. AV. K.; B a j am
ekor koet j ing, Alal.; Baj em t j cnggeng, Jav.;
Banda oeloe. Bat.; Boenga ial i manoe, Boeg.;
Dj an g g a r ki joeh, Balin. Semb.; Dj an g g a r
roempoek, O, Jav,; Dj an gg a r si jap, Balin.;
Dj awer hajam, Socnd.; Dj awe r kotok, Soend.;
Dj enggc r roempoek, 0. Jav.; D j h a n g g h a r
adjam, Aladocr.; I ler , Jav.; Kal i j apa, Sangi; Lal i
manoe, Boeg.; AI aj an a bat a-bat a. Alai. Alen.;
Alajana poet ih. Alai. AíoL; O en sebi , Alf. Alin.
Bant.; Poewa ri sawi to, Boeg.; R a r an g dj angang,
Alakas.; Rebha mangsor , Aladoer.; Rehha
nicngsor, Aladocr.; Scr ewoeng (zie 844), Alf. Alin.;
Ser ewoeng koelo, Alf. Alin. T. B., T. P.; Screwoeng
poet i , Alf. Min. T. L., T. S.; Si jap pel
si jap, Baliu.; Tj cíala, Gajo. — Kruid, de „hane-
kam”. Gchr.: Ais sierplant gekweekt. De bladeu worden
wel als groente gegeteu.
706. C e ltis c in n am om e a Lindi.* Nat. fam.
der U r tic a c e a e . Ki - t ami ang, Soend.; Kajoe
tandoek, Sum. W. K — Boom.
707. C. p h ilip p in e n s is Blanco.* Kolom-
pas i jow roendang, Alf. Aliu. T. S.; Lampa s i jow
mahamoe, Alf. Alin. Beut.; Lampa s i j ow mea,
Alf. Alin, T. L.; Pa s i jow meha, Alf. Min. Tonsaw.;
Pa s i jow r a indang, Alf. Aliu. T, P. — Boom.
708. C. sin en sis Pers.* Pisa, Tern.; Gado,
Alf. N. O. Halm.; Kajoe t j i dakoe (zie 255), Alai.
Mol.; AI ako wes, Alf. Alin. Tonsaw.; AI a w ir ingan,
Alf. Alin. T. P.; Pisa, Alf. Halm.; R i r i n t e k e n
r int ek, Alf. Alin. T. L.; Wisa, Alf. Halm. — Boom.
Gebr.: De gekloptc schors dient tot vervaardiging van
haadjes en schaamgordels.
709. C. t e t r a n d r a Roxb.* Alachwachau
disik, Alf. Min. Tonsaw. — Boom.
710. C. "Wigh-tii P lan o h .* Kolompas i jow,
Alf. Alin. T. S.; Kolompa s i jow poet i , Alf. Alin.
T. S.: Lampas i jow, Alf. Min. Bent., T. L.; Lampas
i jow poet i , Alf. Alin. T. L.; Lampa s i jow
mawoero, Alf. Alin. Bent.; Pas i jow, Alf. Alin.
T. P., Tonsaw.; Pa s i jow boedo, Alf. Alin. Tonsaw.;
Pa s i jow koelo, Alf. Alin. T. P. — Boom. Gebr.:
Van deze of verwante soorten komt het stinkhout
(kajoe tai), dat als inl.medicijn gebruikt wordt (zie 2854).
Ih; ¡
Íií