iltl
Piper - Plsonia. 306 2728 - 2748.
2728. P .m a c u la tum B l.* S e u rc u li koneng,
Soeiul.
2729. P . m a ju s c u lum Bl.* Si r i h setan,
Alal. Aiol.; Si r ih soewanggi , Alal. AIoL; Tj aka
in ahi do, Tern.; Toka niabido, Alf. N. 0. Hahn.
2730. P . m a ju s c u lum B l.* var. c e le b ic um
Cas. D.C. Karokas ne saki t , Alf. Alin. T. B.;
Law i tan, Alf. Aliu. T. S.; Lal ai im bo wot sela,
AIL Alin. T. L.; Lal ai ne asoe, Alf. Alin. T. L.;
Si r ih andj ing, Alal. Alen. — Gehr.: De wortels
cn bladen dieneu als geneesmiddel.
2731. P . M a lam iri BL* Amoe apar, Alf.
Amb.; Areuj kekeb, Soend.; Gandj cng kongkong,
Alakas.; Gandj eng taï asoe, Boeg.; Gaud-
j eug taï kasoe, Boeg.; Ka rok manoek, Soend.;
Kekeb, Soend. — Gebr.: In Zuid-Celebcs worden de
vrnchten wel als sirih gekauwd.
2732. P . M in ah a ssa e Cas. D .C .* Bido
r i t ja, Tern.; Karokas, Alf. Alin. T. B., T. L., T.
S.; Lal ai in taloen, Alf. Aliu. T. P.; Poehengke,
Alf. Aliu. Bant., Bent.; Poer eugke, Alf. Aliu. T. S.;
Si r ih oetan, Alal. Alol. — Gehr.; De worteltjes
worden tegen kiespijn hij wijze vau pruim in den
mond gestoken,
2783. P . m in ia tum Bl.* Si r eh ajer, AlaL;
Si r i h hantoe, Vulg. Alal.
2734. P . m o llis s im um Bl.* Areuj t j eul i
mejong, Soend.; Tj eul i mejong, Soend.
2735. P . m u ric a tum Bl.* K a r ak o k, Alinaugk.;
Ke roeboet paja, AlaL; Si r i eh karakok, Minangk,
— Gehr.: In het Alinangkabaoesch heeft men
een spreekwijze: „Bak karakok teh batoe”, d.i.: „Als
karakok op steenachtigen grond” voor: een moeilijk
leven leiden, of; niet vooruitkomen.
2736. P . n ig rum L.* Bar i t j a, Boeg.; Doe-
ïoenoe, Goront; Hi sa djawa, Alf. Alin. Baut.;
Kaloej a djawa, Alf. Aliu. Bent; Kaloj a djawa,
Alf. Alin. Bent.; Ke l a i l i nga djawa, Sawoe; Lada,
Alakas., AlaL, Rotin., Soend., Tim.; Lada hi ta, Mas.;
Ladang, Boeg.; Lado, Alinangk.; Laodao, Loeboe;
Li a cha j oe djawa, Alf. Alin. Tonsaw.; Alaï t ja,
Balin.; Alani sihoewe, Alf. Asil.; AI ares ane, Alf.
Z. Cer.; Alari jos, Jav. Kr. D.; Alarisa, Alf. Har.,
Z. Cer.; Saleijer; Alar isa ue djawa, Alf. Alin.;
AI ar i sano, Alf. Sap.; Alar i t ja, Alf. Hila, Boeg.,
Jav., Alakas.; Alarsano, Alf. N. Laoet; Alitja,
Balin.; Air i t j a, Jav.; ’Nggoeroe, Alanggarai; Pedes,
Soend.; Peresan, Kisar; Risa, Bol. Along.; Ri t j a
djawa, Alf. N.O. Halm., Alal. Alen., Tern.; Ri t j a
poeloeloe, Alf. N.O. Halm.; Saäng, Jav. Teg.,
Madoer., Sika; Saha, Biman.; Sahang (zie 648), Daj,
Z.O. Born., Alal. Bandj.; S ah an g s a li j a, Daj. Z. 0.
Born.; Sang, Sas., Sika, Solor; Wa r i s a ne djawa,
Alf. Alin. Varieteiten in Jav. Teg.: S. soelah, witte;
In Balin.: AI. goendi l , (witte). In Jav.; AI. soelah
(witte). In Jav. Kr. D.: AL pi lpi l an, (witte). In
Alah: Lada hi t am; L. soelah, (witte). InAladoer.;
S. pote, S. t jeleng. In Aliuangk.: Lado gadang;
L. ket ek; L. padi ; L. r auik; L. soelah. — De
gewone peper. Black pepper, e., poivre noir, fr.,
Schwarzer Pfeifer, d. Gehr.: De rijpe hessen geven, na
gewasschen (geschild) en gedroogd te zijn, de witte
peper van den handel; de minder rijpe worden in de
schil gedroogd en leveren de zwarte peper. In de
Lampong worden de hessen niet afgestroopt maar met
de geheele aar afgeplukt, in manden gedaan en na
een paar dagen hroeiens in de zon gedroogd; vier of
vijf dagen later is de groene kleur in zwart over-
gegaau en laten de bessen los; zij worden dan in
zakken verzameld eu in den handel gebracht als zwarte
peper. "Wil men witte peper hebben, dan worden de
geoogste hessen in de mand in stroomeud water gezet ;
ua verloop van acht dagen laat do groene schil los
en blijft de zuiverc peperkorrcl over, die na droging
en wrijving met asch een dofgrijzc kleur aanneemt.
In het Alakasaarsch zegt men van iemand, die met
alle winden meegaat en nooit een eigen meening heeft:
„Taoe giling lada”, d.i.: „Hij draait als een peper-
korVel”; en in het Alinangkabaoesch: „Kctek-ketek lado
padi”, met de beteekenis van: klein maar dapper.
Kleine bloedzweren, ter grootte van peperkorrels, heet
men in het Alaleisch hisoel lada. In het Madoereesch
heeft men een spreekwijze: „Oudhocr saäng datcng
tjahhi”, met de beteekenis vau : in plaats van een strengen
chef die aftreedt, komt een nog strengere.
2737. P . p h y llo s tic tum Cas. D,C. *Ak a r
lada, Sum. W.K.
2738. P , r e c u rv um Bl.* Rinoe leuweung,
Soend.
2739. P . rib e s io id e s W a ll.* Aka r ka loeng
gadjah, Alal.; Akar ka l oeng oelar. Mal.; Andal
iman, Bat.; Kaloeng gadjah, AiaL; Kaloeng
oelar, AiaL; Lada r imba, Mal.
2740. P . sa rm e n to sum Boxb.* Kadoeëk,
Alinangk.; Kadoek, Alal.; Kalamhaoe, Boeg.,
Alakas.; Karoek, Baliu.; Karok, Soeud.; Si r eh
kadoek, MaL; Si r i ëh kadoeëk, Alinangk.; Si r ih
dingin, Vulg. Alal. ■— Halfheester (niet klimmend).
Gebr.: De hladen worden als groente gegeten.
2741. P .S in g k o ja nC a s .D .C .*Singkoj ang,
Alf. Min. Bent
2742. P . s ty lo sum Miq. ( = P e p e rom ia
ro s tr a ta Dietz.*). Kadoek hoetan, Mat;
Kadoeëk r imbo, Minangk.; Si r eh kadoek hoetan,
AiaL; Si r i ëh kadoeëk r imbo, Alinangk.
2743. P . s u b p e lta tum W illd .* Bombo,
tomho, Jav.; Gedeb ong, Soend.; Lal ai im ho wot,
Alf. Aiin. T. L.; Ta i nt j oro, Alf. Min. T. P. — Heester
of halfheester (niet klimmend). Gebr.: M^ordt als groente
gegeten, ook eet men de zaden.
2744. P . §) s u lc a tum BL* Sere alas, Madoer.;
Seur euh l euweung, Soend.; Si r ih goenoeng,
Vulg. Alal. — Heester (niet klimmend).
§) Zie voor de latijnsche en inlandsche namen van
alle Piperaceae van Java de monographie van Dr.
S. H. KooiiDERS (1909).
2745. P ip to s p a th a R id le y i IN.E.Br.* Nat
fam. der A ra c e a e . Sel impat , AIaL; Solempat ,
Soend. — Kruid. Gebr.: De hladen worden als groente
gegeten.
2746. P ip tu r u s r é p a n d u s W ed d .* Nat.
fam. der TJrtic ac ea e. Areuj leuksa, Soend.;
Leuksa, Soend.; Nangs i areuj , Soend. — Klimplant.
2747. P , v e lu tin u s W ed d .* Kahamei , Alf.
Min. Bent.; Ki t j amoen, Soend.; Lawe, 0. Jav.;
Li l i t koetoe, Sum. W. K.; Tare, Alf. Aliu. T. B.,
T. L., T. P., T. S.; Tj amoen, Soend.; Toetoep
wesi, Jav.; e-1 awe an, Aladoer. — Boomheestcr.
Gebr.: Bij zwelling der gewrichten worden deze met
de gekneusde hladen ingewreven.
2748. P iso n ia a lb a Span.* Nat. fam, der
N y c ta g in a c e a e . Ai poet i , Alf. Amb., Cer.,
Har.; A il poeï l , Alf. N. Laoet; A il poet i l i , Alf.
Sap.; Dagdag se, Balin. Semh.; D agdag see, Balin.;
Haie, Sika; Hat e hoelan, Tern.; Ka i l ol ohoeu,
Plsonia — Plttosporum. 307 2749 - 2768.
Alf. Min. T. B.; Kajoe boelan, Mal. Men.; Kajoe
koelo Alf. Min. T. P.; Kaj oe loloen, Alf. Min.
1. 8.; Kaoe foelan, Alf. Boer.; Kendoe, N. Guin
Noemf.; Kol ba ndang (banda), .Tav., Mal., Soend.;
Motong, Solor; Pohon tal ang, Banda; Saj o r boe-
lan, Alal. Tim.; Sajor poet ih, AIaL Amb.; Soewe,
lemmbar; Talang, Banda. — Boom, de z.g. koolboom.
Gebr.: De bladen worden tot groente gekookt en dienen
op vele plaatsen als voedsel voor de varkens.
2749. p , e x c e ls a Bl.* Ares, Jav.; Kadj eng
pisang, Jav. Kr.; Kadjoe ghedang, Aladoer.;
Kajoe gedang, Jav. Ng.; Kechemel en, Alf. Min.
lonsaw.; Ki t jaoe, Soend.; Alahansaoe, Alf. Min.
Bent. — De eenige vogel-vangende boom op Java,
iallooze insecten en soms ook kleine vogels, die aau
de kleverige vruchten hieven vastgeplakt en stierven,
vindt men in deu vruchttijd onder dezen hoom. Grootere
vogels vliegen echter met dc vruchten weg en zorgen
aldus voor de verspreiding.
2750. P . s y lv e s tr is T .e tB .* Dj a j a koesoema,
Jav.; Kampa, AIaL; Radj a koemha l a
Jav.; S e n t o 1 o ng, J av.; W i d j a j a k o e s o em a, Balin.,
Balm.; Wi d j a j a moel ja, Balin., Jav. — Boom,
geeit „de bloem der overwinning” . Gebr.: Bij het
optreden van eeu nieuwen vorst in de Javaansche
Vorstenlanden (meer bijzonder van Soerakarta) worden
de bloemen van dezen boom, die op een paar rotsige
eilaudjes in de Segara-anakan-zee groeit, door een
gezantschap plechtstatig afgehaald, met het doel den
voorspoed zijner regeering te bevorderen en in de
meening, dat het getal voorspoedige regeeringsjaren in
rechte verhouding staat tot het aantal verkregen bloemen.
2751. P is tia S tra tio te s L.* (zie 2014). Nat.
iam. der A ra c e a e . Apoe-apoe, Alal. Z. O. Born ■
Apoeng- apoeng, Sas.; Apon-apon, O. Jav.-
Emp i e n g ara, Atjeh; Gadj ambang, Bat.; Gangang
t ingkoro, Alakas.; Kadj eng apoe, Jav. Kr.-
Kajoe apoe Jav., Socnd.; Kapoe-kapoe, Balin.,
Alal. Batav.; Ki j ambang, Mal.; Oekadjoe toe-
p a ng, Boeg.; P e j a m b a n g, Mal. ML Born.; P e j a p e h,
Madoer.; Poda-poda, Makas.; Sarme- sarme, Bat.-
S1 r a m b o n, Bat.; Tajapoe, Mal. Z. O. Born.; T j a p o -
t japo, Boeg., Makas. Varieteiten in Boeg.; Awa
kawang. In Makas.; Bembang bosi. In Balin-
Empi ng- empi ng. In Jav.: Eudol - endol . —
W aterplant, zg. ruiterkroos. Tropical duckweed, e, Gebr ■
Met geheele plantje wordt in water gekookt en het
altreksel als had hij koorts gebruikt.
2752. P ith e c o lo b ium a n g u la tum B enth.*
Nat. fam der L e g um in o s a e . Ki poek leut ik,
Soend.; P at a i hi l al ang, Alinangk.; Pe t a i hela-
lang§), Alal. — Boom. Gebr.: Het hout dient o.a.
tot vervaardiging van krisscheeden.
§) Ook P. microcarpum Benth.*
2753 P b ig em in um Mart.* Djar iéng,
MinangL; Dj ar ing, Daj., Lamp., Mal. PaL, Z. Ô
Born.;_Djeing, Alidd. Sum.; Dj engkol , Jav., Soend.-
Dj en g , Koeboe; D j e r i n g® Jav., AIaL; D i o r in g
Bat. Variëteiten in Alinangk.: D j a r i é n g h a n t o l
In MaL PaL: Dj a r i n g hantoe. — Boom. Gehr •
Alom aangeplant ora de stinkende zaden, die gekookt
als toespijs hij de rijst gegeten wordeu. Door deze
vooraf eenige dagen in vochtige aarde te begraven,
yuden ze minder schadelijk worden en tevens voorkomen
de ziekte als padjengkolan bekend, bestaande
m een krampachtigen aandrang tot herhaald urineereu.
De Alaleiers strooien den fijngestampten hast in de
rijstveldey als het gewas door wormen is aangetast.
§) Ook P. lobatum Benth.*
2754 P . b u b a lin um Benth.* Dj e r i n g an-
tan, Alal. — Lage hoom.
2755. P . C ly p e a ria Benth;* Haboe-haboe,
Bat.; Kaboe-kaboe§) , AIaL; Kajoe sal awakoe
merah, MaL AIoL; Kelor goenoeng, Mal. Amb.;
Kelor oetan, Mal. Amh.; Ki poek gede(P), Soend.;
Pa t a i (zie 2601), Minangk.; Warot an, Alf. Min.
Bent., 1. S. Boom. Gebr.: Het hout dient voor
brandhout. De wortels en hast zijn een uitwendig
middel tegen schürft.
§} Volgens ßiDLET is dit de Mal. iiaam van Trevesia
snndaioa Miq.* (zie 3357) en heet P. Clypearia Benth *
in die taal djering monjet.
2756. P . c o n to rtum Mart.*
Asam djawa
ant an, Mal. — Boom.
2757. P . d u lc e Benth.* Asem k o e r andj i
Jav.; Asem kr andj i , Jav.; Asem landi , Jav. Kr !
Asem londa, Jav. Ng. — Boom. Gebr.; Wordt veef
in Midden- en Oost-Java gekweekt, ook ter hescha-
duwing van wegen en marktplaatsen. Het vruchtmoes
wordt gegeten.
2758. P . e llip tic um Hassk.* ( = In g a
e llip tic a Bl.*). Dj e r i n g hoetan. Mal. — Boom.
1 f a s c ic u la tum Benth.* Dj e r i n g
baiai . Mal.; Ka t j an g toepei . Mal; Ki poek,
boend; Saga gadjah, Mal. — Boom. Gebr.; Het
üout dient tot vervaardiging van krisscheeden.
lo b a tum Benth.* Dj a r i n g (zie
2753), Lamp., Mal. Z.O. Born.; Loebi (zie 128), AIf.Min.
i . 1 . Boom. Het hout wordt als timmerhout geroemd.
3761. P . m ic ro c a rp um Benth.* Dj a r i n g
toepai . Lamp.; Dj e r i n g toepai . Mal. — Boom.
2762. P . M in a h a s sa e T. etB.* Kaioe taki
Alf. Mm. T. S.; Kames i ki joug, Alf. Alin. Tonsaw ;
Mahakamhoel , Alf. Aliu. Bent.; Maweweka (zie
in tanga,
Alf. Mm T. L. — Boom. Gebr.: De bladen dienen
soms tot het dooden van ongedierte.
2763 P .m o n ilif e rum B e n th .*Aram-aram,
Balm., Jav.; Lamar an, Soend.; Lamba r an, Soend.;
Lom, Jav.; Lowam, Sas. — Lage hoom.
C m o n ta n um Benth.* Ha r o ema n®
Soend.; Ki haroeman, Soend.; Sengon wewe, Jav.;
Soghaau, Aladoer.; Wewe, Jav. — Vrij lage boom.
Gebi.: In Midden-Java heeten de bladen vergiftis: voor
het hoornvee.
§) Ook Afzelia montana Benth. (zie 122).
2765. P . ro s tr a tum Miq.* Ki poek, Soend.-
P at a i r imho §), Alinangk. — Boom.
§) Ook Afzelia puberula Miq. (zie 71).
su b a c u tum Benth.* Rendej an,
Alf. Mm. T. L. — Boom.
2767. P . sp . Menggr i s , Mal. — Boom. Gebr.:
Het hout is zeer geschikt voor planken.
2768. P ltto s p o rum fe rru g in e um D ry a n d .
e t Alt. Nat. fam. der P itto s p o r a c e a e . Hoeroe
hondje, Soend.; Kar a n gk a n g bant i , Bonth.;
Ka t j ombr angan, Jav.; Ki hondje, SoeiuL; Aledang
pasi r , AlaL; Tj ombr augan, Jav.; Woeroe
t j omb r a n g a n® Jav. — Boom. Gebr.: In Zuid-
Preanger worden de fijngestampte vruchten en bladen
somwijlen als vischvergift gehezigd.
§) Ook Plttosporum ramifiorum Aliq.; volgens R id l e y
wordt de Alal. naam medang pasir ook gegeveu aan
Vatica Ridleyana Brandis.*
m: fl
' II
I i . ! Li'
ÍÍH'I
■ t ! ¡H
•> Ii- j■
I; jL' '.■
: Í T
i m