Marasmius — Medinllla. 276 2189 - 2213.
walanda, Kisar; Sagoe b el and a, Mai.; Salaroet ,
Madoer. B.; Tawang, Alf. Min. Bent.; Tow ang, Alf.
Min. T. P.; "Waeroet, Jav. — Kruid, de arrow-root.
AiTow-rootplant, e. Gebr.: Levert bet bekende voor
Yoeding van kinderen en zieken zeer gezocbte zetmcel.
In legenden op Zuid-Celebes vindt men de witte aard-
vrucbt wel eens met gi'oote trauen vergeleken ; dit
klopt echter meer voor Batatas-kuollen dan voor de
vingervormige en gelede ¡Maranta-rhizomen.
3189. M a ra sm iu s g o rd ip e s . Nat. afd. der
F u n g i. Tj ë n dawa n r amb o e t ali, ¡Mal. —
Paddenstoelsoort.
2190. M a ra ttia s am b u c in a Bl.* Nat. afd. der
F ilic e s . Pakoe bangko ug, Soend.— Varensoort.
2191. M. s ilv á tic a Bl.* Pakoe moe ndi ng
leut ik, Soend. — Varensoort.
2192. M a riscu s a lb e s c e n s Gaud.* Nat. fam.
der C y p e ra c e a e . w i wi to an, Alf. Min. Tonsaw. —
Kruid, eene soort cypergras, verwant aan „galigaaugras”
(deze en vlg.).
2193. M. c y p e rin u s Vahl.* Toloen toen,
Alf. Min. Ponos.
2194. M. p e n n a t u s C l a r k e . Doehoet soerL
soeri . Bat.; Roempoe t soerai , MaL; Soerai ,
MaL; Soer i - soer i , Bat.
2195. M. S ie b e ria n u s Nees.* Kawe sa r in
dekat , Alf. Min. T. P.; T a t al i a n, Alf. Min. Tonsaw.
2196. M. um b e lla tu s C la rk e . Dj anggoe t
ha oeng, MaL; Djoekoe t l i l i soenga n gede,
Soend.; Roempoe t dj anggoe t haoeng, MaL;
Roempoe t pinang. Mal. — Gebr.: Wordt als
groente gegeten.
2197. M a rle a b e g o n ifo lia Roxb.* Nat.
fam. der C o rn a c e a e . Ki soer i l i , Soend.; Ki
t j a r e u h (zie 862), Soend.; Lenggoeöeng, Balin.;
Linggoeöeng, Balin. — Lage hoom. Gebr.: Het
bout zou geschikt zijn voor stelen van hijlen.
2198. M. e b e n a c e a Clarke.* Li dah ke r haoe,
Mah; Li dah ke rhaoe poet ih. Mal. —
Boom. Gebr.: Het hout wordt gebruikt voor halken.
2199. M. n o b ilis Clarke.* Setebal , Mal.
— Boom. Gebr.: De rook vau den brandenden bast
dient voor medicatie; het hout is hij huisbouw in
gebruik.
2200. M. v itie n s is Benth.*
to s a B e n th . Koeni r an, Jav. —
var. tom en -
Boom.
2201. M. sp . Kajoe tas, MaL; Tas, Mai. —
Boom. Gebr.: De vruchten zijn eetbaar; de Maleiers
dragen wel stukjes bout van dezen boom hij zieh,
meenende dat die hen tegen aanvallen van tijgers
zouden heschermen.
2202. M a rsd e n ia c e le b ic a Boeri.* Nat.
fam. der A s c le p ia d a c e a e . Pasolon, Alf. Min.
T. P. — Klimplant.
2203. M. tin c to r ia R.Br,* §) Pasa woera,
Soemba; Pas a wora, Soemba; Taoeng, Alf. Miu.
T. L.; Ta roem akar, MaL; Ta roem arenj , Soend.
— Klimplaut. Gebr.: Op Sumatra als indigo.
§) Meerdere der bij Indigofera sp. opgegeven namen
zijn ook, zoo niet uitsluitend, voor deze plant in gebruik,
die als inheemsch oorspronkelijk tot bereiding
der kleurstof diende.
2204. M a rum ia m u sc o sa Bl.* Nat. fam.
der M e la s tom a c e a e . Akar sendoedoek §),
Mal.; Areuj h a r èn d o n g hadak, Soend.; Areuj
t j a l o e n g t jo e n g beureum, Soend.; H a r è n do ng
hadak, Soend.; Ha r èn do ng hoeloe, Soend.; Seu-
doedoek ajer, Alal. PaL; Sendoedoek akar§),
Alal.; Sikadoedoe' ik aka, Alinangk.; Tj a l oengt
j oeng beureum, Soend. — Klimmende heester.
Gehr.: De hastvezels worden als bindmateriaal gebezigd ;
de vruchten wel gegeteu.
§) Volgens R i d l e y wordt dezelfde naam gegeven
aan meerdere klimplanten der geslachten Auplectrum
en Dissoehaeta.
2205. Massoia a rom a tic a Becc.* Nat. fam.
der L a u ra c e a e . Ai kor, N. Guin. Noemf., Wand.;
Ai k o r knam, N, Guin. Noemf.; Ai kori , N. Guin.
Noemf.; Ai ori , N. Guin. Jaoer; Al inge, Boeg.;
Emsohen, Alf. Boer.; Emso' in, Alf. Boer.; Kajoe
kamoe, Alakas.; Ala ho, N. Guiu. Sekar; Alasodj i ,
Madoer.; Alasoi, Alal. AIoL; Alas owe, Boeg., Alakas.;
Alesoewi , Alal.; Alcuthoei , Atjeh. — Boom. Gebr.;
Levert den bekenden masoibast van N. Guinea. Van
waar de naam masoi afkomstig is, is niet opgchelderd.
In verschillende talen van Nieuw-Guinea draagt de
hoom misschien de opgegeven namen, ofschoon ai kori
wel kan heteekenen hoomschors (het Alal. koelit
kajoe). Gewoonlijk zijn'het de bergbewoners, die de
schors inzamelen en aan de strandbewoners van de
hand zetten, welke laatste die weder aau de handelaren
verkoopen. Alasoi-schors is o. a. bij vrouwen als geneesmiddel
in gebruik bij krampen tijdens de gra-
viditeit; terwijl die in China hij de bereiding van
cosmetica gehezigd wordt. Vele ini. namen gelden
alleen voor den bast, waarin vrij levendige ini.
handel is.
2206. M a s tix ia r o s tr a ta Bl.* Nat. fam. der
C o rn a c e a e . Bengka l boeki t (zie 931), Alai.;
Hoeroe l i l in, Soeud.; Ki tendjo, Soend. — Boom.
2207. M. tr ic h o tom a B l . * P a l a h l a r beur i t ,
Soend. — Boom.
3308. M a ttb a e a (—Schwenkia*) s a n c taB l.
Nat. fam. der M o n im ia c e a e . Linsoem, Alal,
— Heester.
2209. Mazus la e v ifo liu s Bl.* Nat. fam. der
S c ro p h u la ria c e a e . Daoen hoekoe-hoekoe,
Mal. Tim.; Djoekoe t ma t a keuj eup (zie 482),
Soend. — Kruid.
2210. M e d in illa c ra s s ifo lia Bl.* Nat. fam.
der M e la s tom a c e a e . H a r è n d o n g di joek,
Soend. — Heester.
3211. M. Cum m in g ii N au d .* Li la, Alf.
Min. T. P. — Heester.
2212. M. H a s s e ltii Bl.* H a r è n d o n g mangandeuh
§), Soend.; Lokan dj ant an, Alai.; Lokan
poet ih, AlaL; Soemesel ed sela, Alf. Alin. T. P.;
Tal i mo rea. Alai. Amh.; Wa l e t ma r oeoe, Alf.
Z. Cer.; AValool mo elo eoe, Alf. N. Laoet, Sap. —
Klimplant, soms woekerend.
§) Ook Proscephaleium javanicum Korth.*
2213. M. ja v a n e n s is B l . * H a r e n d o n g t a p o k ,
Soend.; P ar i dj a t a §), Jay.; Ka lpa t a roe , Baliu.,
Jav. — Boomheester. Gebr.: De zoete hessen worden
gegeten, vooral door zwangere vrouwen, in de hoop
dan een schoon kind ter wereld te hrengen. Deze bessen
toch zijn geel en dit is de schoone huidskleur hij uit-
nemendheid.
§) Ook AI. intermedia BL* en AI. speciosa BL*
Meúlnllla — Mellosma. 277 2214 — 2232.
2214. M. K o rth a ls ii Bl.* B in d alo e r i mb 0,
Minangk. — Heester. parasiteerend.
p i o . M. m a c ro c a rp a Bl.* Ai laoe nia,
Alf. Z. Cer.; Ai laoe niai , Alf. Har.; A il laoe
nial , Alf. N. Laoet, Sap, ■— Klimmende heester.
^ 2216. M. r a d ic a n s Bl.* Areuj mandjel ,
Soend. ■— Klimjilant. Gehr.: Alet het sap uit den
gestampten hast worden wel hainhoereepeu, die tot
vlechtwerk dienen, paars gekleurd.
2217. M. T ey sm a n n i Miq.* Gogoan in
t a loen §), Alf. Alin. T. L.; Tawa in taloen, Alf.
Mm. T. B., T. L.; Woanga, Alf. Min. Bent. —
Heester.
§) Ook Eugenia sp. (zie 1373).
2218. M e la le u c a L e u c a d e n d ro n L<* (—
M. m in o r Sm ith ). Nat. fam. der M y rta c e a e .
Ai elan, Alf. Z. Cer.; Ai elane, Alf. Hila; Ai
kelane, Alf. Asil.; Baroe galang, Alakas.; Galam,
Daj.; Gclam, Jav., AlaL, Soend.; Ghelam, Aladoer.;
l l ano, Alf. N. Laoet, Sap.; Inggolom, Bat.; I ren,
Alf.Z.Cer.; I rono, Alf. Har.; Kadj o e poet i , Boeg.;
Kajoe poet iëh, Minangk.; Kajoe poet ih, Alakas.,
Vulg. AlaL; Kelan, Alf. Z. Cer.; Pohon gelang,
Mal. Tim.; Po h o n kajoe poe t ih §), Alal. AIoL;
Poko haroe galang, Alakas.; Pong waroe gelang,
Boeg.; AV a r 0 e g e 1 a n g, Boeg. — Boom, de kajoe-
poehh-boom. Cajuputoil tree, e. Gebr.: Het hout diende
vroeger tot vervaardiging van lanseu, o. a. in de Bataklanden
; thans wordt het nog voor staken vau vischfuiken
gebezigd. De hast wordt tot medicijn gebruikt eu ook
voor werk om te breeuwen en nadeu te stoppen. Een
afkooksel der bladeu is eeu middel bij buikaandoeniugen
en vooral ook bloeddiarrhee, en het hlad zelf legt men als
pleister op de slapen hij hoofdpijn. Vooral de bladen
en vruchten^ zijn rijk aan de bekeude vluchtige olie
(kajoepoeti-olie), die ook in Europa als medicijn dient.
Zij wordt door destillatie verkregen, in grooter hoeveelheid
op het eiland Boeroe, waar lieden van het
uahurige eiland Soela zieh hiermede hezig houdeu.
§) Ook Eucalyptus-soorteu.
2319. M e la n o c h y la M a in g ay i Hook.f.*
Nat. fam. der A n a c a rd ia c e a e . Tj enga l hatoe,
Alal. — Boom.
2220. M. tom e n to s a Hook.f.* Raugas §)
(zie 1668), Daj.; Rangeh, Alinaugk.; Rangeh manaoe,
Alinangk.; Rengas manaoe §) (zie 1663),
Alai.; Reunga s §) (zie 1663), Soend.; Reunga s in a-
noek, Soeud. A^ariëteiten in Alinangk. : Rangeh
ahang; R. hi tam; R. poet ieh. — Boom. Gebr.:
Het sap van dezen hoom is evenzeer gevreesd als dat
van Semecarpus. Het hout is vooral in de Padangsche
bovenlanden gezocht; maar het kappen eischt bijzou-
dere voorzorgen, daar het sap op de huid pijnlijke
wonden veroorzaakt. Zij, die zieh hiermede hezig houden
eu vermoed worden geheime middelen tegen mogelijke
verwonding te bezitten, heeten aldaar toekang rangeh.
§) Voor al de namen hlijft het onzeker, of zij ook niet
voor soorten van verwante geslachten gelden (zie 522).
2221. M e la n o rrh o e a C u rtis ii Oliv.* Nat.
fam. der A n a c a rd ia c e a e , Alerah keloewang,
Alal. — Boom. Gebr.: Het hout wordt deugdzaam geacht.
2222. M e la s tom a sp. d iv , §) Nat. fam. der
M e la s tom a c e a e . Algem. henam.: B ak be,
Atjeh; B e r e -ber e, Alakas.; B ir oerang, Vulg. Alal.,'
Bi roro, Makas.; Bi t joro, Alakas.; Dadoeroek,
Lamp.;Doero e-do eroe, Nias; D o e r oek-D oer oek,
Lamp,; H a r è n d o n g ® , Soend.; Kadoeroek, Alal.
Bengk.; Kadoeroek-doeroek, Alal. Bengk.; Kedoedoek,
Atjeh; Kedoekdoek, Balin.; Loeroeloeroek,
Balin.; N a d 0e r 0 ek. Lamp.; Sandoedoek
Bat; Sekedoedoek, Alal. Bengk; Sendoedoek,
Mal.,^ Sendoeroe, Koetei; Senggani , Jav.; Sikadoedoeik,
Alinangk. — Heesters. Gebr.: De bladen
iiiju in gebruik als een middel tegen buikloop. De
viucht van sandoedoek is de oplossing van het
Bataksche raadsel: „Parijoek ni radjai indahang sia-
rang di bagasan”, d. i.: „Een vorstelijk vat met
zwarte rijst er in” . Evenzoo van het Alaleische raadsel-
„Nasi masak perijoek petjah”, d.i.: „Als de rijst gaar
IS gaat de pot stuk” (in het Lampongsch: „Aliui masak
rajohui petjoh”), want als de hes rijp is, harst zij open.
§) Op J ava komen het veelvuldigst voor : AL asperum
Bl.*, AI. Erancavilleanum Cogn.*, Al. Alolkenboerii
Mnp* en Al. setigcrum KI.*; op Sumatra: M. polyanthum
BL* ‘
§§) Alct voorvoeging van ki wordt in het Soend.
dezelfde naam gegeven aan de hoomen van het geslacht
Astronia.
2223. M. a sp e rum Bl.* Bi r o e r a n g me r ah
(zie 3519), Vulg. MaL; Loie ma im pokal , Alf.
Aim. T. P.; L eie in a iu t jepal , Alf. Min. T. P. —
Heester.
2224. M. d e c em fid um R o x b . ( = M. san-
g u in e um Sims.*). Dadoe roek hadak. Lamp.;
Loehoe - loehoe gadjah, Alal. PaL; Sendoedoek
poet ih, Alal. — Heester.
2224«. M. n o rm a le Don.* Sengganeu (zie
873), 0. Jav. — Heester.
2225. M. p o ly a n th um Bl.* Bang-komb angan,
Aladoer.; Bi r o e r a n g i tam, Vulg. AlaL; Dj amboel
an ])ante, Alal. Alen.; H a r è n do n g goenoeng,
Soend.; Kemanden, 0. Jav. — Heester.
Gebr.: De vruchtjes worden soms gegeten ; de gedroogde
eu gepulveriseerde bladen zijn een ini. geneesmiddel
hij huikaandoeningen.
2226. M e lia A z e d a ra c h L.* Nat. fam. der
M e lia c e a e . Dj emp in is, Balin.; Gempini s ,
Balin.; Alendhi , Aladoer.; AIindi§), Jav,, Soend.;
Al indi leut ik, Soend.; — Boom, de zg. Indische
sering. Persian lilac, bead tree, e., lilas des Indes, fr.
Gebr.: Het roodachtig witte hout wordt als sandelhout
gebruikt eu men plant de boomen wel als schaduw-
büomen in de koffietuinen. De bladen zijn een inlandsch
geneesmiddel.
§) Ook Alelia composita Willd. ( = AI. dubia Cav.*).
2227. M. A z e d a ra c h L.* var. ja v a n ic a
K. e tV . Gr ingging, Jav. — Boom.
2228. M.‘bogoriensisK.etV.*AIindi gede,
Soend. — Boom.
2229. M. s am b u c in a Bl. (::= M. A z ed a r
a c h L.*). Kemhang kiki r - kaka r , Vulg. Alal.;
K i k i r - k a kar, Vulg. AIaL; K i k i r i - k a k a r a, Alakas.;
Kokrok- ki kr i k, Jav.; Tj a k r a - t j i k r i , Jav. —
Kleine hoom. Gehr : Wordt voor houquetten gekweekt,
daar hij het geheele jaar hloeit.
2330. M e lio sm a c o n fu s a Bl.* Nat. fam. der
S a b ia c e a e . Daoen t ampa l hesi (zie 573), Alai,;
Tampa l hesi, AIaL — Heester. Gebr.: De hladen
in de inlandsche geneeskunde.
2231. M. fe rru g in e a Bl.* Ki t iwoe, Soeud.;
Ki t iwoe hener , Soend.; Tj e rme badak, Soend. —
Boom. Gebr.: Het roodachtige weeke hout wordt wel
voor de vervaardiging van huisraad gehezigd.
2233. M. la n c e o la ta BL* Ki t iwoe lalaki ,
Soend. — Boom.