l i b i t i . "" " i- 0= ™s>erta„d ee„ hraalende huwe-
O m den rand:
S P E S . UTKIUS9UE. SOUS.
I n de afsiiede:
1 7 6 7.
« 8 . A. en B. PI a a l XXXVIl. (1767.)
A l s vor en, bij d e z e l t d e g» 1 » S » n h e ¡ d .
^ Z Z f - ^ ' ' ' ' ^ t ? • "" •'"'"SOiSe hoofd „ n den jongen Prins . a n de regterz
i j d e g e z . e n , mel lan, af h ängend golTend haar. au ne regier
O m den rand:
W I L I I E L M . ( „ s ) V. BE L G . ( , i ) GUBE B N A T. („a,
D a a r ond e r :
T. VAN BEUCKÉL F.(eoit.) (' )
" " f f ™ "P^l-ifen al, de Penning onder n-. 401 in hel
nfgeheeld en aldaar bl. 444 besehreren.
Plaal XXXVII. (1767.)
P e n n i n g , wa a r s e h ij n 1 ,j t bij d e . c i f d e gelegcnhei d ^eryaardigd.
Hel bor.lheeld van den jengdigea Prins, van de reglerzijde ge. ien, en „iel al,
o p « l e andere gedenkpenningen ler gelegenheid van .ijn hnwelijk geslagen, me cen harn i,
maar mei een' rijt gegalonneerden rok, ves, en jabo. bekleed, halt bedekl d„„ e" n I r "
e ) Zie li. Palier ,
geplnatst voor de
TuEOPont's van Beiickel,
a-"« (Iruk, alci. 1851, W.
O m
C m den rand:
W I L H . ( E r . M D s ) VT):(ii) G.(BiTiA) PR. (i n c E r s) AR.(insrAi ) E T N A S S. ( a v i ae)
. ( i d s ) 1! 1 , i i ) LIB.(F,iii) G V B. (« n » a t o n) 11 yM II. ( i n i t A i tni ! . ) .
Hel borstbeeld der Prinse.s, links gewend.
O m den rand:
S O P H I A WILHELMINA PB.(tKC.:ps) REG.(rA) . ( „ s » h e )
A Y B . ( A K T I I ) VXOE.
Aan beide zijden bevinden zicb de voorleller., van den grnveur .Ioha» Gsono Hoitzhiv (').
T e r eere
Plaal XXXTII. 1767.
d e v ier gcbroeder s Jorissen. IS Jnlij 1767.
Tier deflig gekleede grijsaards slaande voor een allaar, waarop Ilei offervunr der
dankbaarheid brandi. Een hunner, Wien men aan zijn bef voor een Prcdikanl kenl , sebijnl
d , e dankbaarhei d in woorden uil le drnkken. üil een wölk , waarin men mei slechle Hebreeuwsche
leller., ( m m ) waarschijnlijk den naam ebova (nin>) heefl willen aanduiden, .schielen
s l r a l e n op hel vierlal neder.
O m de r a n d :
O P B E G H T B DANKIÌAAIUIE1T
W O B ] ) GOi) HIER TOEGEWEIT.
In de afsnede leesl men, onlee.sbaar flaauw, als schaamde zieh de slcmpelsnijder voor bel
slechle rijm en de vele laalfoulen, die hij op den penning bad moelen brcngen:
0. P. KON.SE E.(ec!T.)
Op hel veld van den penning, boven een boomlak, die in Iwee Iwijgen regis en
links uilschiel : ®
l A C O B U S ,
T H E O D O B U S ,
B E R N A B Ü U S ,
i K MATTIIEUS.
• l O B I S S E » .
1 8 J u l y 1767.